Beste lezer,
Het nummer dat U in handen houdt, is meteen het laatste van de lopende jaargang. Zoals U elders in dit nummer kan lezen, is het ook het laatste in de bekende tijdschriftformule waarmee De Vlaamse Gids zijn abonnees al 84 jaar een geslaagde mengeling van literatuur en cultuur brengt. Een jammerlijke samenloop van omstandigheden heeft de redactie, in samenspraak met de Stichting De Vlaamse Gids, doen beslissen dat ze haar energie maar beter op een andere manier kan investeren. We willen niet verhelen dat de weinig enthousiaste reactie van de commissie tijdschriften van het Vlaams Fonds voor de Letteren op de voorbije en de lopende jaargang daarin een grote rol heeft gespeeld. Veel bedroevender evenwel was het feit dat de commissie geen oog wou hebben voor de toekomstplannen die de huidige redactie met het oog op de volgende jaargangen had ontwikkeld. Daarin stonden nochtans principes voorop die deze commissie zelf hoog in het vaandel voert: oog voor vernieuwing, thematische consistentie en vormelijke professionaliteit. Belangrijker voor onze lezers evenwel is dat de beslissing om het tijdschrift stop te zetten niet moet worden gezien als een vaandelvlucht. Vanaf volgend jaar wordt er met een vernieuwde ploeg rond de huidige redactie en met de steun van het Willemsfonds, gewerkt aan een jaarboek.
Het is zonder twijfel wat flauw om de recente geschiedenis van De Vlaamse Gids af te doen als een eeuwige terugkeer van hetzelfde. Het themanummer over Nietzsche dat voorligt, werd al lang gepland vóór de beslissing werd genomen om het tijdschrift stop te zetten en moet dus ook niet worden gezien als een ironisch contrapunt dat de voorbije jaargangen moet afsluiten. Samensteller Benjamin Biebuyck heeft dit nummer georganiseerd rond Nietzsches Nachlass, waarvan binnenkort een aanzienlijke selectie bij de Nijmeegse uitgeverij SUN verschijnt. Uit die selectie brengen we een voorpublicatie; de mooie, nauwkeurige vertalingen zijn van de hand van Michel van Nieuwstadt, een naam van vertrouwen in de Nederlandstalige ‘Nietzsche-kunde’. Het nummer wordt verder vol gemaakt door vier essayistische bijdragen van specialisten uit Vlaanderen en Nederland, die de nalatenschap op een verantwoorde manier in de dubbele context plaatsen waarin hij moet worden gezien: die van het schrijven en die van het lezen.
De redactie