Beste lezer,
Is het een gelukkig toeval dat het woord vooraf tot dit nummer wordt geschreven de ochtend van zondag 8 oktober, de dag waarop we met zijn allen ter stembus kunnen trekken om nieuwe gemeenteen provincieraden te verkiezen? Ja en neen. Ja, die samenloop is inderdaad toevallig: dit nummer wil allerminst een lokale interventie zijn in een debat over wie beter en wie beter niet sjerpen omgegord kan krijgen of stoeltjes mag bezetten in het provinciehuis. Aan de andere kant echter is deze samenloop ook geen toeval, omdat dit nummer wel degelijk een tussenkomst wil vormen. De vraag naar het nut van politieke partijen, schrijft de Franse politiek filosoof Pierre Rosanvallon, is vandaag opnieuw van groot belang geworden. Niet alleen bevindt ze zich in het centrum van de reflectie over de reorganisatie van onze democratieën, ze kan bovendien ook een antwoord leveren op wat Rosanvallon het ‘democratische deficit’ noemt van onze moderne maatschappijen. Een gelijkaardige overtuiging ondersteunt de discussietekst van Frank Ankersmit die in dit nummer centraal staat. Volgens Ankersmit is de mate waarin politieke partijen zich op een heldere en consequente manier van elkaar onderscheiden, recht evenredig met het succes van de politieke organisatie van de democratieën waarin ze functioneren. De tekst van Ankersmit, die oorspronkelijk deel uitmaakte van zijn studie Aesthetics Politics. Political Philosophy Beyond Fact and Value (Stanford University Press, 1996), legde de redactie voor aan een aantal auteurs die actief met politiek bezig zijn, de ene als politicus, de andere als academicus. Elk op hun manier reageerden Jos Geysels, Henk de Smaele, Luuk Van Middelaar en Stefaan De Ruyck op Ankersmits tekst. Hun lectuur is scherp, kritisch en vaak instemmend. Maar, zoals dat meestal gaat in goede en productieve discussies, is er naast de eensgezindheid ook veel onenigheid. Ons leek dat een goede zaak: aan U om thans partij te kiezen.
De redactie