menteerlust’, met zoveel drang naar ‘alomvattendheid’ geschreven, zo verscheiden Illuminations lezen?
Na de Zondvloed, ‘De spreker beschrijft de wereld na de Zondvloed, stelt vast dat hij niet echt vernieuwd is en roept daarom andere Zondvloeden op’. Juist. Totaal verkeerd heb ik levenslang die tekst positief gelezen, terwijl hij binnen de context van Rimbauds leven en werk alleen negatief bedoeld kan zijn. De gangbare cultuur wordt afgewezen, de onderdrukte natuurkrachten (de Toverheks) behouden het geheim van het echte leven (...en de Vorstin, de Heks die haar houtskool brandt in de aarden pot, zal ons nooit willen vertellen wat zij weet en wat ons onbekend is).
Nee, ik had niet geraden dat ‘les pierres précieuses qui se cachaient’ de regendruppels (van de Zondvloed) waren, dat ‘la grande maison de vitres’ de kerk was, en de noten van de laatste Franse editie hadden mij niets verteld.
Kindertijd I, II en III lezen we nu als een gedroomd relaas van een geïsoleerde kindertijd: fantasieën compenseren een onleefbare wereld. Het ‘meisje met de oranjelip’ kunnen we nu zien als ‘een door een bos belommerde weide’ (of een bloem in die weide?); ‘de heldere zondvloed’ waarin het zit is dan geen water, maar een vloed van zonlicht (...jonge moeders en grote zussen met een blik vol bedevaarten...).
Sprookje - vroeger voor mij Chinees - is nu ‘een fabel (conte moral) over de onmogelijkheid van de utopische liefde’. (Zijn voorkomen en zijn houding voorspelden een veelzijdige, ingewikkelde liefde...). Parade (van geniale maar marginale kunstenaars!) creëert een totale en schokkende wereld (Meestergoochelaars zijn het, die plaats en personen omtoveren en gebruikmaken van magnetisch illusionisme).
Antiek (een van mijn liefste) is een ‘beeldbeschrijving in de vorm van een antiek gebed’ (Ga bij nacht op wandel en beweeg zacht die dij...). Waarom dat beeld? Het zou Verlaine kunnen zijn.
Being Beauteous: ‘een prachtige, reusachtige vrouwengestalte rijst op ondanks de wanklanken van de wereld’. Claes ziet, analoog met veel andere teksten (een context) hier een beeld van de dageraad (...en de schorre geluiden die de wereld, ver achter ons, slingert naar onze moeder van schoonheid...). Een zonsopgang.
Levens I, II, III zijn in feite verschillende gedroomde levens vol jonge grootheidswaan en teleurstelling: ‘leertijd, meesterschap, niet-erkenning, mislukking, wanhopige berusting’. (Ik herinner me nog de uren van zilver en van zon nabij de rivieren...)
Rimbaud herbegon altijd (in leven en werk), vertrok altijd, hoopte altijd. De laatste mythische briefzin die hij, koortsijlend, dicteerde (9-11-91, en hij stierf 10-11-91) was gericht aan de Directeur des Messageries maritimes: Dites-moi à quelle heure je dois être transporté à bord... En toen was zijn been al afgezet.
Ook is Vertrek een korte, zeer mooie notitie over een nieuw begin (O Geruchten en Gezichten!)
Koningschap bevat een verhaal over een liefde als ‘kortstondige wederzijdse sublimering’ (Ze werden dan ook een koningspaar, een hele morgen lang...).
Tot een Rede: ‘Een lofzang op een almachtige godin die de diepste wensen van de mensheid vervult’.
Dronken morgen verheerlijkt de drugroes. De kunstenaars van die tijd gebruikten vaak hallucinatoire middelen als bewustzijnsverruimers. (Korte dronken nacht, gewijd, al was het maar om het masker dat u ons hebt geschonken!). De acht stukjes van Zinnen zijn vluchtige notities, gedachten en evocaties. U ziet dat elke tekst weer een andere ‘manier’ heeft. (De hoge vijver dampt ononderbroken. Welke heks doemt daar op aan de witte westerkim? Welk paars lover dwarrelt daar neer?)
Totaal anders alweer klinkt Werklui. Is het een (gedeeltelijke) pastiche op een ‘naturalistische thematiek’? Voor mij een aangrijpende fantasie over armoe en verlatenheid. Het is ‘een wandeling van een arbeiderspaar [voor mij een kinderlijk paar] in de landelijke omgeving van een stad op een warme februaridag’.
Rimbaud verbleef met Verlaine, zijn poëtische en homoseksuele partner, onder ellendige omstandigheden in de toen vreselijke, duistere, vervuilde metropolis Londen. De Bruggen (en verder ook Stad en Steden) verwijzen waarschijnlijk naar die ervaring. De bruggen weerkaatsen in water (Een witte lichtstraal valt uit de hemel en lost dit schouwspel op) (Of zijn er alleen maar waterlijnen?). Stad is visionair (...een vertwijfelde Liefde en een fraaie Misdaad, die krijst in het slijk op straat).
Het droomrijke Wagensporen ziet Claes als ‘een nog donker park op een zomerochtend’ dat ‘feeërieke beelden op[roept] van een circusstoet’ (...zelfs doodkisten onder hun nachtbaldakijn waarop gitzwarte vederbossen prijken, achter de grote blauwzwarte merries in draf aan).
Steden: beschrijving van een uitvergrote imaginaire wereldstad (Londen). (Enkele koffiehuizen met roodfluwelen divans: daar worden poolkoude dranken geserveerd...)
Zwervers is waarschijnlijk een verslag over de conflictrijke verhouding van de twee companen (Ik had dan ook in alle oprechtheid de taak op mij genomen hem zijn oorspronkelijke staat van zoon van de zon terug te schenken...)
Maar Steden II is anders: de steden zijn getransformeerd tot denkbeeldige bergen, die visionair beschreven wolken zijn (...de velden in de hoogten, waar de serafijnse centaures tussen de lawines draven). Die serafijnse centaures, lieve lezer, zijn wolken.
Waken: dromerig, lyrisch, nostalgisch. (Dit is de geliefde, zonder kommer of kwelling. De geliefde).
Onweerlegbaar is Mystiek de beschrijving van Het Lam Gods (L'agneau mystique) van Van Eyck. In Dageraad ontmoeten het kind en de Almachtige Moeder Natuur elkaar. Zoals voor Gezelle is voor Rimbaud de natuur alleen maar goed. (Ik lachte naar de blonde wasserfall, die door de sparren heen haar haren losschudde...). Visionair ook Bloemen: waarschijnlijk weerschijnen als waterplanten in het water (...tussen de zijden snoeren, de grijze gazen, de groene fluwelen en de kristallen schijven...).
Een nachtelijke droom verbeeldt Alledaagse nocturne (Een lijkkoets voor mijn slaap, ver van de wereld...).
En zie hoe het ene dóór het andere gezegd wordt: in Marine zijn zee èn landschapsbeschrijving samen een zonsopgang: