[Nummer 4]
Beste lezer,
Op het Internationaal Filmfestival in Gent ging Vergeten Straat in première, de verfilming van een van de eerste werken van Louis Paul Boon. Heel de voorbije zomer liep een tentoonstelling in Aalst, waarvan het prachtig verzorgde boek Chipka de catalogus vormde. Daarin was ook een ongepubliceerd, aangrijpend dagboek uit Boons laatste levensjaren opgenomen. Deze aandacht voor de vroege en late Boon is een vorm van erkenning voor het hele werk van de schrijver, die tot nu toe geplet zat onder het gewicht van zijn Kapellekensbaan-Zomer te Ter-Muren en zijn Priester Daens.
De Vlaamse Gids voegt aan die erkenning twee primeurs toe: een onuitgegeven brief van Boon aan zijn jeugdvriend Robert van Kerckhove, bezorgd en uitgeleid door Koen Haagdorens, en de heruitgave van vijf feuilletontekstjes uit de vroege jaren vijftig. Dat was de periode waarin de schrijver, met zijn communistisch verleden, amper het hoofd boven water kon houden en het aanbod kreeg van... Jan Walravens om clandestien mee te werken aan een aantal liberale bladen. Drie essays omkransen deze hommage aan Boon. Twee ervan zijn de neerslag van een hulde in de Aula van de Gentse Universiteit van april jl.: Anne Marie Musschoot gaat in op het reeds vermelde Dagboek van meneerke Boin en op de cursiefjes van de schrijver. En Kris Humbeeck speurt naar de oorsprong van Boons slagzin ‘Schop de mensen tot zij een geweten hebben’. Geert Buelens ten slotte belicht de band tussen Boon en Van Ostaijen.
Dit dossier moge een passende afsluiting vormen van een gevuld Boon-jaar.
De redactie