1994 (De Standaard, int. Jeroen Overstijns)
‘Het derde deel van De tandeloze tijd, het kerndeel van de cyclus, heb ik lang voor me uitgeschoven maar moet er nu toch maar eens echt komen. Dat zeg ik al tien jaar, maar het drukt toch op me. Momenteel is het nog een manuscript van meer dan 900 bladzijden, maar ik verwacht er een roman van een 500-tal bladzijden te kunnen maken, dus iets van de omvang van deel 4, Advocaat van de hanen. In het najaar van 1995 verschijnt dat derde deel als Onder het plaveisel het moeras. In ieder geval verschijnt twee maanden voor deel 3 Sneeuwnacht in september, een metaboek rond De tandeloze tijd. Het zal een sprokkeling worden van teksten die rond de cyclus ontstaan zijn.
Er liggen nog heel wat ideeën in mijn laden voor volgende delen. Eén van de delen heeft als werktitel Da Vinci op de Veluwe. Een boek waarvan ik nog niet weet of het er kan komen, is één over de Bijlmerramp, met als werktitel De bijlslag. Ik heb besloten Albert Egberts uit De tandeloze tijd tot het einde van de eeuw met me mee te slepen. Albert is in 1950 geboren. In het jaar 2000 wordt hij dus 50. Daarna zien we verder, maar de rest van de eeuw mag hij met me blijven meegroeien.’