De Vlaamse Gids. Jaargang 79(1995)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Elma van Haren Gedichten Oefening tot overgave I Schuin van de slaap en kapseizend op arabische muziek aan de overkant bedenk ik, dat ik snel een draai maken moet om de wereld, voordat de wereld dat doet met mij en ik godweetwaar recht kom. Een niet sluitend overzicht in het hoofd zet een reeks schakelingen in beweging, die een goudsmid in zijn handen voelt, als hij een ketting smeedt van oud ijzer. Hoeveel roestig versiersel kan ik toelaten tot dagen, die van zichzelf al zoveelhoekig zijn? En dit driekantige lichaam in bed, om en omwentelend onder mijn tong, alsof het met de zon meedraait, hoeveel kan dat van mij verdragen als ik deze zoete tongval laat samenvallen met de knarsende woorden die al die tijd ongeduldig liggen te wachten op de aftrap: het spel van gestreel, het gevecht van gesprek. Deze dag heeft een gat in de lucht, gevuld met dwaze vakantie-berichten. Deze dag, middenzomer, waarin elk woord tot nu toe in het teken staat van de komkommertijd... Punt-komma-punt zeggen lijkt me meer teder dan wat voor komkommerhandelingen ook. [pagina 21] [p. 21] 2 Ik ben niet gewend een lichaam in mijn greep te houden met een mond zonder de zuigzoen van woorden, zonder de zin van ‘bemin’. Ik raak gevangen in een zee van doordewarbrengende tekens, dat arabeske geweeklaag, dat ritme van een handenalfabet, dat ik niet thuisbreng, de dansvloer als een woestijn tussen dansen en ten dans vragen. Met het simpele ‘kip, ik heb je’ heb je me meer dan mij Alladin-stenen toe te schuiven, onder een Baba's gefluister van ‘Sesam, opent u’. Dit is vast de duizendtweede nacht! Hoogzomer! Vooralsnog stroomt de liefde boven. Vorige Volgende