Meneer de minster
door Marc Reynebeau
24 oktober 1994
De heer Hugo Weckx
Minister van Cultuur en
Brusselse Aangelegenheden
Kunstlaan 46 bus 5
1000 Brussel
Meneer de minister,
tot mijn grote spijt, zie ik me verplicht u hierbij mijn ontslag aan te bieden als lid van de Commissie Letteren.
De reden van mijn ontslag is dat ik me onmogelijk nog langer kan verenigen met de autoritaire, ondeskundige en ondoelmatige manier waarop de Commissie sinds 1993 wordt geleid. De voorzitter van de Commissie gaat elke fundamentele discussie uit de weg, komt voortdurend terug op eerdere beslissingen en gemaakte afspraken, verhindert elk open en eerlijk gesprek over literaire kwaliteit en schijnt zijn eigen vooroordelen belangrijker te vinden dan welke beargumenteerde visie dan ook. Het gevolg is dat de Commissie geen enkel debat ten gronde voert en geen visie op langere termijn ontwikkelt, zodat er van een logische advisering geen sprake meer is. Veel aan u uitgebrachte adviezen hebben daarom weinig te maken met een consequent, doordacht, laat staan efficiënt literatuurbeleid. Ze leiden daarentegen eerder tot een onduldbare verkwisting van de, zoals u weet, nochtans schaarse gemeenschapsmiddelen.
Ik heb lange tijd een open geest bewaard in de hoop het tij te helpen keren. Tot mijn bittere ontgoocheling ben ik daar niet in geslaagd. Na afloop van de jongste vergadering van de Commissie, op 19 oktober jl., leek het me onverantwoord om nog langer medeplichtig te zijn aan deze gang van zaken. Ik wens de voorzitter niet verder te volgen op de voor de literatuur en het fatsoen heilloze weg die hij de Commissie uitstuurt.
Met de meeste hoogachting,
Marc Reynebeau