De Vlaamse Gids. Jaargang 76
(1992)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 14]
| |
Lezen is meerOnder deze titel vierde Nederland op 14 mei ll. te Amsterdam het eeuwfeest van de Openbare Bibliotheek. De organisatie berustte bij het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum. In het teken van ‘Leesbevordering’ wilde men eens te meer benadrukken dat bibliotheken en lezen bij elkaar horen. Dat was ook het thema van een overigens briljante Aad Nuis (D66), die in de goedgevulde kleine zaal van het Concertgebouw ter stede het eeuwfeest inleidde, met een speels pleidooi voor de wereld van het boek en de vreugde van het lezen, onder het motto dat een stukgelezen boek beter is dan een prachtig mooie uitgave. De rest van de dag was weggelegd voor een symposium betreffende leescultuur, leesgedrag en leesbevordering. Men kon kiezen tussen 3 parallelsessies, waarbinnen deskundigen uit de wereld van het boek, de wetenschap en het onderwijs de vele facetten van het lezen zouden belichten. Veelbelovend dus, ook voor Vlamingen, die niet wisten welke sessie de beste keuze zou zijn en liefst alles zouden hebben willen volgen: de sessie ‘Leescultuur’, de sessie ‘Cultuurpolitiek en Commercie’ of de sessie ‘Betekenis van het Lezen’. Wij kozen, misschien omwille van het eerste woord, de sessie ‘Cultuurpolitiek en Commercie’. Drie sprekers. Drs. G. Kraaykamp van de Rijksuniversiteit Utrecht had het over ‘Sociale spreiding van cultuur door bibliotheken’. Een onderzoek naar de gebruikers van openbare bibliotheken. Gaande over de spreiding van cultuur, vertrekkende van de 19de eeuw, over de cultuurspreiding door openbare bibliotheken, en met aandacht voor het aandeel van het lezen in de vrijetijdsbesteding, komt hij bij de vraag, of de openbare bibliotheek meer elitair is geworden. Uit het onderzoek naar de sociale samenstelling van de bevolking blijkt, dat alhoewel lage of hoge inkomensklassen weinig invloed hebben op de keuze van het lezen als vrijetijdsbesteding, de groep met een lage opleiding achter blijft op de groep met een hoge opleiding. Er is minder spreiding van kennis dan er vermeerdering is. Jongeren, zoals overal, gebruiken de openbare bibliotheek meer dan ouderen. Hij besluit dat de spreiding van cultuur door de openbare bibliotheek niet geheel geslaagd is, wel horizontaal maar niet vertikaal. De oorzaak ligt volgens spreker in het feit dat de competentie van het lezen complex is en eng verbonden met de graad van opleiding. Daarbij heeft het lezen ook sociale bindingen, de omgeving van de laaggeschoolde zet zeker niet aan tot lezen. Interessante stof, maar ongeïnteresseerd gebracht. Een doctorandus die in de bibliotheekschool, hoe interessant het onderwerp ook, geen 60% zou halen. Levendiger en ook duidelijker is Mr. L. van Krevelen, directeur van uitgeverij Meulenhoff, in zijn lezing over ‘nieuwe boeken voor een nieuw publiek’. Het zijn observaties over de boekenbranche in de tijd van de marktdemocratie, zoals hij het noemt. Marktomstandigheden, technieken en doelstellingen veranderen vlug. Voor het behoud van de culturele functie van het boekenvak in de toekomstige samenleving is een vergaande integratie met het bibliotheekwezen noodzakelijk. Een culturele toekomstvisie moet uitgroeien tot een verantwoord cultuurbeleid. Er is een verzakelijking en optimalisering van de uitgeverij als bedrijf. De dwingende wet van de modernisering en de internationalisering dwingen de uitgeverij en ook de auteur in een nieuwe positie. Er is een verandering in de relatie auteur/uitgeverij/boekhandel merkbaar. | |
[pagina 15]
| |
De auteur wordt meer betrokken bij verkoop en management. Volgens hem maakt het leenrecht de samenwerking bibliotheek/uitgever/auteur professioneler. Wat betaald wordt, heeft nu eenmaal meer gewicht. Vergoeding is niet onrechtvaardig. Het bezit van een eigen bibliotheek is de basis voor regelmatig en goed bibliotheekgebruik. De overheid moet er blijvend op gewezen worden dat leescultuur centraal staat. Van Krevelen pleit voor samenwerking om o.a. de goodwill van de overheid te behouden. Spijtig genoeg was de uiteenzetting van Drs. N.P. van den Berg op hetzelfde niveau als de lezing van de eerste spreker. Hij had het over ‘De plaats van de bibliotheek in het distributiesysteem’. Ook hij wees erop dat boekenvak en bibliotheken elkaar dringend nodig hebben, zodat bij de op gang zijnde veranderingen ieder zijn eigen positie en marktmogelijkheden zo goed mogelijk zou kunnen ontwikkelen. Vrij algemeen en eerder vaag. Al bij al viel het symposium tegen. De sprekers klaarden hun taak tot het einde, maar voor het publiek bleef het allemaal wat vaag en zonder glans. Men kan en mag van een 100-jarige viering meer verwachten. Wanneer Vlaanderen ooit zou besluiten iets dergelijks op het getouw te zetten, moeten we het beter doen. Voor wie geïnteresseerd is in de lezingen, die waarschijnlijk meer genietbaar zijn in hun gedrukte vorm: zij worden één van de komende baanden gepubliceerd in B & S. J.D. | |
Bibliotheekprijs R. MoucheronSinds het bibliotheekdecreet van kracht werd in 1978 ontwikkelde het bibliotheekwezen in Vlaanderen zich van een besloten en stofferig wereldje tot een volwaardige hedendaagse instelling die zich tot de gehele bevolking richt. Een van de stimulerende krachten achter deze vernieuwing was de in 1990 overleden Robert Moucheron, adviseur-hoofd van dienst van de Dienst voor Openbare Bibliotheken, die door zijn visie, beroepsernst, doorzettingsvermogen en nooit aflatende werkijver een nieuw en eigentijds elan gaf aan de uitbouw van het Openbaar Bibliotheekwerk in Vlaanderen. Onder zijn impuls werd het bibliotheekdecreet, de basis voor een pluralistisch en modern openbaar bibliotheeksysteem, operationeel. Van de talrijke initiatieven die hij nam is de VLACC het meest bekende voorbeeld. Robert Moucheron was ook een vrijzinnige die er voor uitkwam en als dusdanig gekend was in zijn werkkring. Het Humanistisch Vrijzinnig Centrum voor Lectuurbegeleiding is dan ook dankbaar dat zijn weduwe de toelating gaf om de bibliotheekprijs naar hem te noemen. De ‘Robert Moucheron-prijs’ moet een stimulerende rol spelen bij de opbouw en de ontwikkeling van de openbare bibliotheken en kan zowel een instelling, vereniging of persoon bekronen die door zijn werking het humanistisch en pluralistisch karakter van de gemeentelijke openbare bibliotheek, als instelling voor iedere burger, benadrukt. De prijs zal dit jaar voor het eerst worden toegekend. De bibliotheekprijs Robert Moucheron vertegenwoordigt een waarde van 40.000 fr. en wordt begeleid door een oorkonde. De jury bestaat uit de voorzitter en de ondervoorzitter van H.V.C.L., bijgestaan door vertegenwoordigers uit de openbare bibliotheeksector, waaronder verschillende bestuursleden van de Bibliotheekvereniging van het Willemsfonds. Hieronder vindt u het reglement van de bibliotheekprijs Robert Moucheron: Artikel 1: Het Humanistisch Vrijzinnig Centrum voor Lectuurbegeleiding stelt ter nagedachtenis van Robert Moucheron een tweejaarlijkse bibliotheekprijs in. De prijs is genoemd naar Robert Moucheron die in leven naast adviseur-hoofd van dienst bij de Dienst Openbare Bibliotheekwerk van de Vlaamse Gemeenschap, vooral ook een belangrijke promotor was van de pluralistische gedachte. Artikel 2: De bedoeling van het instellen van de prijs is het humanistisch en pluralistisch karakter van de gemeentelijke openbare bibliotheek, als instelling voor iedere burger te benadrukken, zoals dat door wijlen Robert Moucheron in een geest van verdraagzaamheid, maar met het nodige doorzettingsvermogen, werd verpersoonlijkt en uitgedragen. Artikel 3: De kandidaten dienen een algemeen erkende invloed te hebben of te hebben gehad op de ontwikkeling van het gemeentelijk openbaar bibliotheekwezen in Vlaanderen in de zin van en met de klemtonen die worden aangehaald in artikel 2 van dit reglement. Artikel 4: De bibliotheekprijs Robert Moucheron vertegenwoordigt een waarde van 40.000 fr. en wordt begeleid door een oorkonde van de prijs. Artikel 5: Elke persoon, instelling of vereniging kan een kandidaat voor de prijs voorstellen. De voordracht moet met redenen omkleed zijn, de | |
[pagina 16]
| |
nodige documentatie tot staving omvatten en moet gericht worden aan de voorzitter van het Humanistisch Vrijzinnig Centrum voor Lectuurbegeleiding (H.V.C.L.). Artikel 6: De prijs wordt de eerste maal toegekend in het jaar 1992. De kandidaturen moeten uiterlijk op 31 mei 1992 bij de voorzitter van H.V.C.L. toegekomen zijn. Daarna moeten de kandidaturen ingediend zijn voor 1 januari van het jaar waarin de prijs wordt toegekend. Artikel 7: Een laureaat van de prijs kan geen tweede maal als kandidaat worden voorgedragen. Artikel 8: De jury bestaat uit de voorzitter en de ondervoorzitter van H.V.C.L., bijgestaan door vertegenwoordigers uit de openbare bibliotheeksector. De jury wordt samengesteld en benoemd door de Raad van Beheer van H.V.C.L. Personen die als kandidaat werden voorgedragen kunnen geen deel uitmaken van de jury. Artikel 9: De jury beoordeelt autonoom de kandidaturen en legt haar beslissing neer in een gemotiveerd verslag aan de Raad van Beheer van H.V.C.L. De jury kan beslissen de prijs niet toe te kennen. Tegen de uitspraak van de jury is geen beroep mogelijk. Artikel 10: Het Humanistisch Vrijzinnig Centrum voor Lektuurbegeleiding maakt de laureaat bekend en reikt de prijs uit tijdens een plechtigheid. Verdere info: Secretariaat-H.V.C.L., t.a.v. J.P. Coppens - Lange Leemstraat 57 - 2018 Antwerpen - Tel. 03/233.70.32 - Fax: 03/233.55.13. | |
Zullen we ruilen?Het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur organiseert een grootscheepse wedstrijd voor klassen als voorbereiding op een bijzonder boeiende Jeugdboekenweek 1993. Het thema van deze Jeugdboekenweek wordt immers de ‘Interculturele Samenleving’. Andere culturen vormden altijd een belangrijk thema in de kinder- en jeugdliteratuur. Het is daarom een uitstekend initiatief om deze momenteel gevoelige problematiek centraal te stellen. Iedereen heeft tijdens zijn jeugd verhalen gelezen die zich afspeelden in Amerika, Afrika of Azië. We maakten kennis met stoere helden die spannende avonturen beleefden in verre landen bij ‘barbaarse volkeren’ en ‘woeste stammen’. De wijze waarop vreemde culturen worden voorgesteld is de laatste decennia sterk geëvolueerd. Wanneer de jeugdliteratuur het heeft over andere culturen, staat momenteel de rijkdom die ze te bieden hebben centraal. Dat is dus erg verschillend van het beeld van onverdraagzaamheid dat uit de media opborrelt. Het is nochtans opvallend dat kinderen houden van de benadering die ze in hun literatuur terugvinden. De slogan ‘Zullen we ruilen?’ waaronder de Jeugdboekenweek 1993 loopt, geeft zeer goed de visie weer van kinderen op de interculturele samenleving. Onderzoek leert dat zij andere culturen vooral als een verrijking zien. Het levert hen nieuwe ervaringen, andere zienswijzen en leerrijke ideeën op. Ze vinden het de moeite waard om visies en ideeën te ruilen. Met deze, voor volwassenen misschien verrassende kijk op de interculturele samenleving voor ogen, organiseert het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur de wedstrijd ‘Zullen we ruilen?’. Kinderen van acht tot veertien jaar worden daarbij uitgenodigd om met de hele klas een boek te maken over zichzelf: hun school, hobby's, leefwijze, lievelingsboeken, enzomeer. Alle creatieve mogelijkheden mogen benut worden, zolang het maar een boek blijft. Het eindresultaat kan een mengeling zijn van verhalen, interviews, reportages, foto's, tekeningen... Iedere deelnemende klas neemt contact op met een klas in het buitenland die ook een dergelijk boek wil maken. Ze ruilen een exemplaar van hun respectieve boeken. Tussen haakjes: voor de organisatoren van de wedstrijd begint het buitenland bij de taalgrens, wat logisch is vanuit de perceptie van kinderen. Deelname aan de wedstrijd gebeurt door het sturen van de twee ruilboeken, een Vlaams en een buitenlands, naar het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur. Daar worden ze beoordeeld door een jury van bekende jeugdauteurs: Gerda van Cleemput, Ann Geerinck, Gregie de Maeyer, Bart Moeyaert, Dirk Musschoot en Marita de Sterck. De twintig winnende klassen worden uitgenodigd om het spetterende openingsfeest van de Jeugdboekenweek mee te maken op woensdag 10 maart in de Zoo van Antwerpen. Dat feest vormt een van de openingsactiviteiten voor Antwerpen '93, Culturele Hoofdstad van Europa. De winnende exemplaren zullen tijdens de Jeugdboekenweek aan het publiek voorgesteld worden. De wedstrijd wordt net voor de zomervakantie gelanceerd omdat talrijke kinderen en hun leerkrachten in die maanden naar het buitenland trekken. In Dinant, Cannes, Catzand, de Dolomieten, Venetië, Stockholm of | |
[pagina 17]
| |
Las Vegas kunnen contacten gelegd worden met buitenlandse leeftijdsgenoten en collega's. Prille ideeën voor een intercultureel ruilboek kunnen er groeien. Het volledige reglement, deelnemingsformulieren en tips om met klassen uit het buitenland in contact te treden, kunnen schriftelijk of telefonisch aangevraagd worden bij het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur, Minderbroedersstraat 22 te 2000 Antwerpen, Tel. 03/234.16.67. | |
Intercultureel onderwijsDe psycho-pedagogische afdeling van de Centrale Openbare Bibliotheek van Antwerpen richt zich door haar speciale collecties betreffende opvoeding en onderwijs, jeugdwerk en maatschappelijk werk, psychologie, psychotherapie en psychiatrie tot welbepaalde doelgroepen binnen de maatschappij. De gebruikers van deze afdeling zijn hoofdzakelijk opvoedkundigen, welzijnswerkers, studenten en al diegenen die dagdagelijks met specifieke problemen binnen hun sector worden geconfronteerd. Uit de collectie van deze gespecialiseerde afdeling stelde de COB een keuzelijst rond intercultureel onderwijs samen. Deze keuzelijst verscheen als nummer 10 in de reeks COB-publikaties. Hij is opgebouwd rond twee grote thema's: opvoeding en onderwijs aan migranten en buitenlanders in het Nederlands taalgebied, en taalonderwijs aan anderstaligen. In deze laatste rubriek krijgt het Nederlands voor anderstaligen de grootste aandacht (meer dan 60 titels). COB - Lange Nieuwstraat 105 - 2000 Antwerpen - Tel: 03/231.18.05 (toestel 150) | |
OPACOp 13 mei jongstleden organiseerde de NFWO-contactgroep Documentatie- en Bibliotheekwetenschap een studiedag over nieuwe ontwikkelingen in Online Public Access Catalogues (OPAC). Naast de stand van zaken in onderzoek en ontwikkeling, werd ook aandacht geschonken aan een aantal belangrijke trends op de informatiemarkt die rechtstreeks of onrechtstreeks invloed op de OPAC zullen uitoefenen. Al te lang is de geautomatiseerde publiekscatalogus zoals de traditionele catalogi gericht geweest op bibliothecarissen en gespecialiseerde gebruikers. Onoverzichtelijke en verwarrende zoekschermen, ingewikkelde zoekstrategieën, het verplicht gebruik van gecontroleerde termen, gebrekkige of onbestaande navigatietechnieken, enz. beperken het rendement voor de onervaren gebruiker. De oplossing moet gezocht worden in: - een gebruiksvriendelijkere begeleide dialoog (zowel voor de invoer van de vraag als voor de uitvoer van het antwoord), gebruik makend van grafische interfaces (zoals bv. Windows) - betere en uitgebreide interne zoekmechanismen; naast booleaanse zoekstrategieën kan gebruik gemaakt worden van probabilistische opzoekingsmethoden, zoekbomen, laterale opzoekingen en combinaties - de toepassing van de technieken van kennis engineering; dank zij het gebruik van woordenboeken, semantische netwerken en thesauri kan de zoekvraag gecorrigeerd, uitgebreid of aangepast worden, gedeeltelijk automatisch, gedeeltelijk in functie van de beoordeling van de relevantie van de antwoorden door de gebruiker. Verheugend in ieder geval is het, vast te stellen dat de produktontwikkeling de eindgebruiker (in casu het zoekgedrag van deze gebruiker) en niet langer uitsluitend de techniek en/of de catalogus als uitgangspunt neemt, en dat men de nodige energie investeert in het ontwikkelen van methoden om precies dat zoekgedrag van de gebruiker correcter en nauwkeuriger te registreren en te analyseren. Verhelderend en tegelijk ontnuchterend waren de trends op de informatiemarkt zoals die door Anton Bossers van Pica als achtergrond voor de ontwikkelingen binnen het Pica-netwerk werden uitgetekend: ‘De technische ontwikkelingen op het gebied van telecommunicatie en de daarmee samenhangende beschikbaarstelling van enorme academische en commerciële netwerken veroorzaken een echte revolutie op het gebied van het bibliotheekwezen. Het initiatief tot databankraadpleging en documentlevering komt via persoonlijke computers op de werkplek van de eindgebruiker te liggen, waarbij de keuze van dienstverlening zich niet meer vanzelfsprekend richt op de eigen vertrouwde bibliotheek, maar op die instelling, commercieel of niet, die informatiediensten aanbiedt op basis van kwaliteit, van snelheid, van garantie van dienstverlening en van redelijke prijs.’ Gevolg van deze trends is dat de bibliotheken in een concurrentiepositie zullen treden, zowel met commerciële instellingen als met elkaar. Waar de openbare bibliotheken hier te lande schoorvoetend hun informatieve taak beginnen te aanvaarden, wordt | |
[pagina 18]
| |
in Nederland het informatielandschap al herschikt op grond van de vraag in welke vorm welke bibliotheken zich zullen kunnen handhaven. Met het oog op deze ontwikkelingen heeft Pica samen met SURFnet het project Open Bibliotheek Netwerk (OBN) opgezet en naast een aantal technische verbeteringen en vernieuwingen, o.a. aan de OPAC, is ook een nieuwe activiteit in voorbereiding genomen: snelle en gegarandeerde levering van documenten (RAPDOC). ‘Het is dit concept’, aldus nog de heer Bossers, ‘dat het Pica-netwerk niet alleen aantrekkelijk maakt voor de grote, tot heden nog slechts gedeeltelijk aan Pica verbonden Nederlandse bibliotheken, maar dat ook een krachtige, internationale uitstraling heeft gekregen. Kernbegrippen zijn transparantie, standaardisatie, kostenbeheersing en continuïteit, uniformiteit, bibliotheeksamenwerking.’ | |
BijscholingDe bibliotheekschool van Gent organiseert in het najaar 1992 (vanaf september) naast het Graduaat Bibliotheekwezen en Documentaire Informatiekunde (basisopleiding) ook een aantal bijscholingsprogramma's: personal computer in de bibliotheekadministratie; catalogusautomatisatie via CDS/ISIS; inleiding CD-ROM en online gegevensbankondervraging; werken met kinderboeken. Het laatste programma loopt in samenwerking met de Stichting Lodewijk De Raet. Bibliotheekschool - Antwerpsesteenweg 573 - 9040 Gent (Sint-Amandsberg) - Tel: 091/29.15.95 - Fax: 091/29.22.53 | |
Gemiddelde prijzen 1993In het vorige nummer van Boek en Bibliotheek werd het advies van de Hoge Raad m.b.t. de gemiddelde prijzen voor bibliotheekmaterialen meegedeeld. Inmiddels verscheen het desbetreffende ministerieel besluit in het Belgisch Staatsblad (14/5/92). Vergelijken we de prijzen, dan stellen we volgende verschilpunten vast: een non-fiction boek voor de jeugd mag gemiddeld 500.- fr. kosten (advies HROB: 470.- fr.), een compact-disc 700.- fr. (advies HROB: 800.- fr.) en een videocassette 1.200.-fr. (advies HROB: 3.500.- fr.). Opvallend is vooral de instorting van de prijs voor video's, die jarenlang op 3.500.- fr. was vastgesteld. Ondanks het advies van de Hoge Raad heeft men het blijkbaar nodig gevonden deze prijs dichter bij de werkelijke marktprijs te brengen. Impliciet houdt deze beslissing ook een keuze in voor de (goedkopere) informatieve video - ten koste van kassuccessen en filmklassiekers, die meestal hoger geprijsd zijn dan het richtcijfer van 1.200.- fr. | |
VideoOmdat de informatie-opdracht van de bibliotheken steeds ruimer wordt, en het aanbod aan videomateriaal steeds diverser, is het voor bibliotheken niet zo eenvoudig om een overzicht van het bestaande marktaanbod te krijgen. Daarom organiseert de subsectie AVM van de VVBAD i.s.m. de POB Mechelen op donderdag 24 september 1992 een videobeurs in de Minderbroederskerk van het Cultureel Centrum Antoon Spinoy, Melaan z/n, 2800 Mechelen. De beurs zal voor het publiek geopend zijn van 10.00 tot 17.00 u. In de namiddag vindt een spreekbeurt plaats i.v.m. aanschafbeleid en collectievorming van videomateriaal. Spreker is Ronny Peede (tijdschrift Fiim en Televisie). Het doel van de beurs is de bezoeker een overzicht te geven van het aanbod van informatieve en andere video, aangepast aan de Belgische markt. VVBAD - Werkgroep Videobeurs - Goudbloemstraat 10 - 2060 Antwerpen - Tel: 03/231.83.49 | |
EBLIDAIn het verlengde van de lobbying rond de Europese richtlijn leenrecht werd de noodzaak gevoeld tot de oprichting van een Europese vereniging van bibliotheekverenigingen, die tot doel zou hebben meer greep te krijgen op Europese bibliotheekmateries. Door bibliotheekorganisaties en instellingen op het gebied van informatievoorziening en documentatie uit verschillende lidstaten van de EG is op 14 maart 1992 in Den Haag besloten tot de oprichting van EBLIDA (European Bureau of Library, Information and Documentation Associations). Deze Europese vereniging zal fungeren als intermediair tussen de bibliotheek-, informatie- en documentatie-instellingen in Europa enerzijds en de Instituties van de Europese Gemeenschap anderzijds. De activiteiten van het secretariaat zullen gericht zijn op belangenbehartiging, informatieverschaffing en serviceverlening. Het secretariaat zal gedurende de oprichtingsfase bij het NBLC in Den Haag gelokaliseerd zijn. Het lidmaatschap staat open voor professionele bibliotheek-, informatie- en documentatieverenigingen uit de lidstaten van de Europese Gemeenschap en uit andere Europese staten. EBLIDA - NBLC - Emanuella Giavarra - Postbus 93054 - 2509 AB Den Haag - Tel: 31/70-3141780 | |
[pagina 19]
| |
Europees jaar van de ouderenVolgend jaar, 1993, wordt het Europees Jaar van de ouderen en de solidariteit tussen de generaties. Het Europees Parlement stemde tijdens de vergaderweek van juni in met de plannen dienaangaande. Rapporteur Raf Chanterie (België, EVP) zag als hoofddoel van het Europees Jaar: de ouderen laten blijken dat zij niet in de steek worden gelaten, maar een onmisbaar deel van de samenleving vormen. Hij wil toe naar een volwaardig meerjarenplan voor de oudere medemens. Lode Van Outrive (België, Soc.) stelde dat Europees afdwingbare sociale rechten meer voor de ouderen zouden opleveren dan een Europees Jaar. | |
Kinderen in de wereldBegin dit jaar verscheen het jaarlijkse UNICEF-rapport De toestand van de kinderen in de wereld '92. In dit naslagwerk wordt voor een nieuwe wereldorde gepleit, waarin voorrang wordt verleend aan kinderen. UNICEF, het kinderfonds van de Verenigde Naties, voert een hartstochtelijk pleidooi voor een vernieuwde internationale aandacht voor de ondervoeding, de ziekte en de ongeletterdheid waaraan nog steeds miljoenen kinderen in de ontwikkelingslanden lijden. UNICEF betreurt dat regeringen in de ontwikkelingslanden gemiddeld slechts 12% van hun budget aan de gezondheidszorg en het onderwijs van de amrsten besteden en dat slechts 10% van de internationale hulp bestemd is voor gezondheid, onderwijs en gezinsplanning. ‘In deze tijd waarin een nieuwe wereldorde zich ontwikkelt, moet de stem van het armste kwart van de wereldbevolking gehoord worden’, aldus het UNICEF-rapport. Belgisch Comité voor UNICEF - Kunstlaan 20 bus 18 - 1040 Brussel 4 - Tel: 02/230.59.70 - Fax: 02/230.34.62 | |
Meer dan een woordHet Vrije Woord, het ledenblad van het Humanistisch Verbond, wordt omgevormd tot een ‘Magazine voor de Vrijzinnige Gemeenschap’ (ondertitel). Uit de intentieverklaring leren we dat het de bedoeling is Het Vrije Woord te laten uitgroeien tot een magazine waarin alles wat de vrijzinnige gemeenschap beroert aan bod kan komen. Het Vrije Woord richt zich daarbij tot iedereen die de vrijzinnige levensopvatting deelt en in het bijzonder tot hen die willen meedenken over de ontwikkeling van onze maatschappij. Elk nummer zal, naast een thematisch dossier waarin een onderwerp door meerdere auteurs en vanuit verschillende invalshoeken wordt doorgelicht, ook informatie bieden over actuele gebeurtenissen die aandachtspunten vormen voor de vrijzinnige lezer. Er is ook aandacht voor het vrijzinnige verenigingsleven en voor algmene culturele bijdragen. Het Vrije Woord-Magazine - Lange Leemstraat 57 - 2018 Antwerpen - Tel: 03/233.70.32 - Fax: 03/233.55.13 | |
Vlaamse filmpjesOp 27 maart jl. verscheen het 2000ste Vlaamse Filmpje. Henri van Daele, die reeds op zestienjarige leeftijd zijn eerste ‘Filmpje’ schreef, tekende voor dit feestnummer. Naar aanleiding van het verschijnen van deze lijvige feesteditie werd ook een scenariowedstrijd voor jongeren van 10 tot 16 jaar uitgeschreven. Uit de 270 inzendingen werden er uiteindelijk 21 geselecteerd en gejureerd. De jury bekroonde de 14-jarige Véronique Boone uit Opwijk. Van haar scenario zal door jeugdauteur Kolet Janssen een Vlaams Filmpje geschreven worden, dat onder beider naam in januari '93 zal verschijnen. |
|