De Vlaamse Gids. Jaargang 75
(1991)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Wandeltochten in historische en hedendaagse taaltuinenIn de Griekse oudheid werden generaties lang verhalen op mondelinge wijze overgeleverd. Het vertellen was tot kunst verheven en speciale geheugentechnieken zorgden ervoor dat van de teksten weinig of niets verloren ging. De overgang van mondeling naar schriftelijk taalgebruik heeft de wereld grondig veranderd. Over de culturele gevolgen van de opkomst van het schrift is onlangs een gedegen studie verschenen, geschreven door Eric A. HavelockGa naar eind1, hoogleraar klassieke talen aan de universiteit van Yale. Schriftelijk taalgebruik leidde tot wijzigingen in zowel de syntaxis als de woordenschat. Vergelijking van Griekse en niet-Griekse teksten uit de oudheid laten een zeer verscheiden ontwikkeling zien in de overgang van oraliteit naar geletterdheid. Een en ander moet nogal speculatief benaderd worden en de conclusies van Eric A. Havelock zullen zeker niet algemeen aanvaard worden. In het boek komen niet alleen de teksten van de grote Griekse filosofen ter sprake; er is ook veel ontledende aandacht voor de taal van dramaschrijvers als Aeschylos, Euripides en Sophocles. Ook het werk van Homeros komt uitgebreid ter sprake. Wie graag met taal speelt zal dit boek over de historische muze van het schrijven met veel genoegen lezen. Over de verleidingstechnieken bij het benaderen van de hedendaagse schrijversmuze zijn al heel wat boeken verschenen; een van de beste werd geschreven door John GardnerGa naar eind2 en is nu ook in het Nederlands vertaald. Jan Fontijn zorgde voor enkele Nederlandse voorbeelden en in een praktische handleiding voor nederlandstalige schrijvers-in-wording is dat zeker niet overbodig. In de inleiding staat dat het boek niet bedoeld is voor kandidaat pulpschrijvers, maar voor mensen die er naar streven een serieus literair kunstenaar te worden. Het boek is ernstig genoeg om ook al tijdens de lectuur te laten aanvoelen dat niet iedereen dit doel kan bereiken. De kunst van het schrijven kàn aangeleerd worden, maar zelfs het beste zaad ontkiemt niet in een van elk literair talent verstoken tuin. De aangehaalde voorbeelden zijn uit de hoogste regionen van de wereldliteratuur geplukt. Dat bevestigt de ernst waarmede dit handboek voor creative writing werd samengesteld. In De groene spellingGa naar eind3 komen we op een meer algemeen en tot het Nederlands beperkt terrein. De vakgroep Nederlands van de Rijksuniversiteit van Leiden organiseerde een serie lezingen naar aanleiding van het geruchtmakende rapport van de Nederlandse Taalunie waarin tal van spellingswijzigingen werden voorgesteld. Een selectie uit deze lezingen werd in De groene spelling gebundeld. Spellingsvereenvoudiging is toegeven aan gemakzucht, veroorzaakt een breuk met het verleden en met de omringende culturen en beperkt de mogelijkheden van taalspel. Dat zei Harry Mulisch in 1967. Dat de gemakzuchtigen het niet hebben opgegeven bewijzen de diverse in De groene spelling gepubliceerde standpunten. Ze vormen een belangrijke bijdrage tot de discussie rond de zoveelste plannen voor spellingswijzigingen. Zowel voor- als tegenstanders van deze wijzigingen hebben er belang bij deze publicatie met aandacht te lezen. In het boek vindt men niet alleen een overzicht (met practische voorbeelden) van nog niet verwezenlijkte voorstellen tot spellingswijziging, er wordt ook een overzicht gegeven van wat er op dit gebied reeds in het verleden is gebeurd. Een buitengewoon boeiende terugkeer naar het verleden van onze taal is te vinden in het Etymologisch Woordenboek van J. De Vries en F. De TollenaereGa naar eind4. Het boek is niet nieuw, is eigenlijk een vijftiende druk van een in 1958 voor het eerst verschenen werk, maar het woordenboek is zo ingrijpend vermeerderd en verbeterd dat het haast een nieuwe publicatie kan genoemd worden. Het verleden van een groot aantal woorden, hun ontwikkeling naar | |
[pagina 19]
| |
vorm en betekenis en hun verwantschap met woorden in andere talen wordt bondig maar trefzeker verklaard. Daarbij blijkt niet alleen dat onze taal de kenmerken van het Indogermaans en het Germaans in zich draagt, maar dat ook de invloeden van het Grieks en het Latijn onmiskenbaar tot de vorming ervan hebben bijgedragen. Bij een aantal woorden wordt eerlijk toegegeven dat de herkomst onzeker is. Maar ondanks de overblijvende vraagtekens is dit Etymologisch Woordenboek een rijke bron voor wie van taal houdt en er meer in zoekt dan een dagdagelijks middel tot communicatie. Uitgeverij Het Spectrum is gekend voor haar pocket-uitgaven, maar het Etymologisch Woordenboek is eenvoudig maar toch zeer degelijk verpakt in een stevige band onder stofomslag. Het is daardoor beter bestand tegen veelvuldig raadplegen. L.V. De nummers 1 en 4 worden in België verdeeld door Standaard Uitgeverij te Antwerpen; de nummers 2 en 3 door Kluwer Algemene Uitgeverijen te Deurne. |
|