Volksboekerijen
Het Willemsfonds heeft zich sinds zijn oprichting in 1851 voortdurend ingezet voor de verdediging en de verspreiding van de Nederlandse taal en literatuur. Uiteenlopende initiatieven en activiteiten werden op touw gezet.
De Volksboekerijen zijn hier allicht het bekendste voorbeeld van. In het eerder conservatieve en achtergebleven Vlaanderen van enkele decennia geleden boden deze boekerijen vaak de enige mogelijkheid om te proeven van literatuur die het oog voor andere horizonten opende.
Naast dit uitlenen van boeken gaf het Willemsfonds ook zelf boeken uit. En dit beperkte zich niet enkel tot literaire werken. Letterkundige en historische studies kwamen eveneens in het fonds voor, tot zelfs essays over bouwkunde en biologie.
Onder invloed van de maatschappelijke en culturele evoluties werden beide activiteiten in het voorbije decennium geleidelijk aan afgebouwd. De Volksboekerijen werden overgedragen aan de plaatselijke, gemeentelijke openbare bibliotheken in uitvoering van het bibliotheekdecreet, waarvan het Willemsfonds steeds een verdediger was en is.
Liever zag het Willemsfonds immers één degelijk, professioneel uitgebouwd en pluralistisch net waar ieder individu in vrijheid een keuze kan maken, dan talloze verzuilde en kleinschalige bibliotheken die veelal vanuit een ideologie op vrijwilligerswerk stoelen.
Ook het uitgeven van boeken verloor zijn prioriteit: stilaan vonden immers boeken die vroeger omwille van hun aard geen uitgever vonden door de ontwikkeling van het boekbedrijf en de verandering van de mentaliteit in Vlaanderen toch een weg via de klassieke wegen naar het publiek.