Exlibris
Kanttekeningen bij de rondreizende exlibristentoonstelling III
Naar aanleiding van de exlibristentoonstelling van het Willemsfonds werd mij o.a. gevraagd naar wat bijkomende uitleg over het verschil tussen het ‘gewone’ en het ‘artistieke’ exlibris. De vraag kwam van een vogelliefhebber, want er werd aan toegevoegd: is het ene te vergelijken met een straatmus en het andere met een zeldzame soort exotische vogel? Is er wel een verschil tussen deze beide vogels? Ja en neen. Sommigen zullen zeggen: vogels zijn vogels. En exlibris zijn exlibris. Zo eenvoudig is het niet. De verschillen zijn gebaseerd op subjectieve oprispingen: de mus is niets waard en de exotische vogel wordt met briefjes van 5000 betaald. De mus is kleurloos (voor wie niet al te goed toekijkt) en de exotische vogel is in kleurrijke pluimen verpakt. De mus tsjilpt en de exotische vogel fluit.
En hoe zit het met het exlibris? Om het te begrijpen moeten we toch even teruggaan naar de oorsprong van het exlibris. Het exlibris is een eigendomsmerk dat in een boek wordt gekleefd, een ‘etiket’ waarop de naam van de eigenaar van het boek is vermeld. Te Leningrad ontmoette ik onlangs een verzamelaar die een hele reeks dergelijke echt als etiketten uitziende eigendomsmerken bezit van allerlei keizerlijke bibliotheken uit het toeristische Rusland. Keizerlijke straatmussen eigenlijk, want artistieke waarde hebben ze in het geheel niet. Op de etiketten staat gewoon de naam van het paleis vermeld, en verder wat wegwijzer-gegevens: kast nr. ..., plank nr. ... De volgnummers werden destijds door de bibliothecarissen met de hand ingevuld. Toch werden deze doorgaans lelijke etiketten mij met fierheid getoond: wat artistiek op een nulpunt staat kan toch een verzamelwaarde hebben. Tenzij men ogen heeft die met briefjes van 5000 werden gemaakt is er geen enkele reden om mussen met minachting te bekijken. Net zoals van exotische vogels gaat er ook van het artistieke exlibris een bijzondere aantrekkingskracht uit. Laten we het zo bekijken: niet elk exlibris heeft artistieke waarde, maar elk artistiek exlibris moet - om een exlibris te zijn - ook als gewoon eigendomsmerk in een boek te gebruiken zijn. Het moet naar de essentie, naar de oorsprong, naar zijn functie van etiket kunnen terugkeren. Onder de exotische pluimen steekt een vogel, even kaal als een gepluimde mus; onder de artistieke glans moet ook steeds een gewoon exlibris steken, een als eigendomsmerk te gebruiken etiket.
De pluimen maken de vogel, de schittering van een artistiek talent bepaalt de artistieke waarde van een exlibris. In een pocketboek wordt meestal een wat straatmusachtig exlibris gekleefd. En voor wie goed toekijkt: het wat bruinachtige grijs der mussen kan ook mooi zijn. Mussen hebben ook schitterende en vinnige oogjes. Ook het gewone gebruiksexlibris kan mooi en aantrekkelijk zijn. De meeste van de door belangrijke kunstenaars ontworpen exlibris komen in de mappen van openbare en private verzamelingen terecht. Toch worden een aantal van deze als paradijsvogels schitterende exlibris gekleefd in boeken die een belangrijke bibliofiele waarde hebben. In deze boeken zijn ze tot de oorspronkelijke bestaansreden van het exlibris teruggekeerd, maar ze zijn getooid met de schitterende en vaak ook zeer kleurrijke veren van een artistiek talent.
Nu de vogels deze tekst hebben gedomineerd, moet ik toch even verwijzen naar lijst nr. 13 op de exlibristentoonstelling van het Willemsfonds: de nummers 249/251 en 253/256 zijn voorbeelden van vogelexlibris. Er bestaan veel boeken over vogels en voor dergelijke boeken worden exlibris gemaakt waarop de vogel een illustratieve hoofdrol speelt.
Nog een randbemerking: doodgewone etiketten werden niet alleen in de tsaristische bibliotheken gebruikt, maar ook in talrijke openbare en wetenschappelijke bibliotheken van bij ons. Vorig jaar beëindigde Nele Vandermoere haar studies aan de ‘Rijks-