Grafiek nu, voor de derde maal
Waarin schuilt de aantrekkingskracht van de grafische kunst? In de zeer aparte beeldentaal die ontroeringen weet op te wekken die anders, maar toch gelijkwaardig zijn aan de ontroeringen die uitgaan van andere vormen van beeldende kunst? Of meer - of vooral - in het openstellen van wegen naar betaalbare schoonheid voor al degenen die niet de middelen hebben om mee te doen aan de waanzinnige dans der prijzen in de kunsthandel?
Voor de derde maal is nu een boekwerk over hedendaagse grafische kunst in Nederland verschenen; het is een cataloog bij de derde biënnale van Nederlandse grafische kunst. Op de tentoonstelling te Laren waren 750 prenten van meer dan 150 kunstenaars te zien en het boek bevat - naast een twintigtal illustraties in het inleidende gedeelte - 105 paginavullende kleurenreproducties van evenveel kunstenaars. biedt een verhelderend overzicht van wat in de Nederlandse grafische wereld leeft. Er zit nogal wat schraal abstract werk tussen; uitzonderingen zijn grafieken van Ingrid Bouws en Frans de Jong, die in de bezadigde kleurenweelde van hun composities een sterke poëtische kracht wisten te leggen. Bij het andere, min of meer figuratieve werk, vallen een zestal kunstenaars op door een betere inhoudelijke en/of vormelijke kwaliteit: Chris Buursen, Gen Karhof, Stanislas Lemkowicz, Ru Van Rossem, Tom Thijsse en Roger Raveel, de enige Vlaming tussen al die Nederlanders. Lemkowicz en Thijsse hebben ook inleidende teksten geschreven over hun bindingen met de grafische technieken. Ook Michel Van Overbeeke en Gijs Keizer deden dat. Al schrijven ze minder goed dan ze graveren, hun teksten zijn lezenswaardig. Hun titels zijn mooi: Hout levert strijd, maar is een goede verliezer - Droom maar weg op wolken van salpetergif - Het abstracte innerlijk van het beeld - Fijne gazen en een gelijkmatige druk van de rakel. Grafiek is het kind van een merkwaardig huwelijk tussen kunstenaar en vakmanschap en over de geboorte van dat grafisch wonderkind is in deze vier opstellen toch wel een en ander op te rapen.
In een inleidende tekst van Ad Van der Blom wordt een kort historisch overzicht van de meer dan 500 jaar Het boek oude grafische kunst gegeven. Over de hedendaagse grafiek zegt Van der Blom dat bedrog, beunhazerij en ondeskundigheid soms hoogtij vieren. Terecht wijst hij er op dat door sommige tijdschriften ‘prenten’ worden aangeboden die gewoon - soms zelfs verkleinde - fotografische reproducties zijn. Ook de kunsthandel is niet vies van soortgelijk bedrog. Toch is hij redelijk optimistisch: ‘het lijkt er op dat de hedendaagse Nederlandse prentkunst zich tegen de verdrukking in opmaakt voor een nieuwe bloeiperiode’ (p. 25).
Voor wie de evolutie van de grafische kunst wil volgen en begrijpen is ‘Grafiek nu, 3’ alleszins een nuttige informatiebron.
L.V.
GRAFIEK NU. Biënnale van Nederlandse grafische kunst 3. De Bilt, Cantecleer, 1988, 144 p., ill. Prijs: 790 BF. (In België verspreid door Uitgeverij Westland te Schoten).