[Boek en Bibliotheek. Reeks IV, nummer 2]
Wat brengt de eenentwintigste eeuw op gebied van boek- en bibliotheekwezen?
Op 1 januari 1989 werd de openbare bibliotheek van Moerbeke-Waas een erkende openbare bibliotheek. Ons bestuurslid. Jan Daelman, ondervoorzitter van het beheersorgaan van deze bibliotheek, hield de feestrede bij de plechtige opening op 27 januari 1989. We drukken ze hieronder af omwille van het bijzondere van enkele thema's die hij in deze rede aansnijdt.
De opening van een erkende en vernieuwde openbare bibliotheek binnen het Decreet is een reden tot tevredenheid. Vooral een toch wel kleine gemeente als Moerbeke-Waas mag zich gelukkig prijzen dat dit gemeentebestuur tot deze beslissing is gekomen. Vooral ook omdat dit bestuur blijkbaar de overtuiging is toegedaan dat deze erkenning een begin is, een start tot verdere uitbouw, zowel van de openbare bibliotheek zelf, als van haar informatieve, educatieve, ontspannende en socio-culturele werking.
En ik verwijs hier graag naar de goedkeuring voor een telefoonaansluiting, het plaatsen van een fotocopieermachine, de uitrusting van een leeshoek, de plannen om met onder andere boeken uit de Groot-Letter-Bibliotheek de derde leeftijd extra te verzorgen, de reeds aangekondigde culturele lezingen door Vlaamse auteurs op vrijdagavonden en de vertelnamiddagen voor de jeugd.
Zo hoort het.
Maar wat is nu die openbare bibliotheek, welk is haar rol?
De tijden zijn lang heen dat men de openbare bibliotheek ziet als een verzameling van boeken alléén. En u hebt het gemerkt, de informatieve functie van een openbare bibliotheek werd als eerste functie beklemtoond. Dat is heden ten dage - terecht - haar voornaamste taak: een openbare bibliotheek is zowat overal ter wereld een informatiecentrum geworden. Deze functie zal tegen 1995 alle andere functies dreigen op te slorpen.
Het electronisch uitgeven via de zilveren schijf staat voor de deur. Papier, dat nu nog een bron van inkomsten vormt, zal vervangen worden. Reeds nu worden experimenten met electronisch uitgeven ondernomen. CD-ROM (ROM staat voor Read Only Memory) is een medium dat zich bijzonder goed leent voor niet-tijdgevoelige informatie. Dus voor bibliotheken. Reeds nu zijn volledige encyclopedieën op één zilveren schijfje verkrijgbaar. De opslagcapaciteit van CD-ROM wordt uitgebreid. Wetenschappers leveren hun manuscripten reeds voor 80% machineleesbaar af. De wetenschappelijke en professionele informatiewereld bouwt aan een ware revolutionaire ontwikkeling, die ook de openbare bibliotheek niet zal en niet kan ongemoeid laten. Het is stilte voor de storm, geloof mij.
Men moet dit toejuichen, maar niet onvoorwaardelijk.
Men spreekt bij openbaar bibliotheekwerk terecht van de ‘gebruiker’, maar waar blijft de ‘lezer’? Waer blijft dan de uitbouw van wat men een ‘leescultuur’ zou kunnen noemen? U zult mij antwoorden dat boeken altijd wel zullen blijven bestaan. Misschien. Het electronisch uitgeven van bv. Van Wilderode - om in het dorp te blijven - zie ik niet zo goed zitten, alhoewel; de vraag is: zal men Van Wilderode nog vragen in een openbare bibliotheek, zal er nog wel nood aan zijn? De vraag is ook: in welke vorm worden boeken aan ons opgedrongen, wat betekenen ze inhoudelijk?
In West-Duitsland werd in 1983 door mediapsychologen een onderzoek gedaan naar het gebruik van de vrije tijd van de mens en dit per dag. Men kwam tot opvallende vaststellingen.
377 |
minuten gaan naar mediaconsumptie (geen boeken) - dat geeft |
63% |
97 |
minuten worden voor sociale contacten gebruikt - dat is |
17% |
69 |
minuten voor buitenhuisactiviteiten - dat is |
11% |
40 |
minuten voor hobby - dat is |
7% |
11 |
minuten gaan naar zelfontwikkeling (o.a. het lezen van boeken) - dat geeft |
2% |
Dit geeft te denken. Alleen mag men