Exlibris
Kanttekeningen bij de rondreizende exlibristentoonstelling I
Bijna tien procent van de kunstenaars die op de rondreizende ex-libristentoonstelling vertegenwoordigd zijn, wonen in de Sovjet-Unie. Een deel van dat werk leunt nog aan bij de traditionele exlibriskunst, maar bij een aantal exlibris zijn nieuwe tendenzen zichtbaar. Veel van wat jarenlang tussen vier muren in stilte te rijpen lag, komt nu naar buiten. Het toverwoord ‘perestrojka’ is ook tot de exlibriswereld doorgedrongen.
Leningrad lijkt meer en meer het toonaangevende centrum van deze hernieuwing te worden. Te Moskou Wordt het exlibris nog steeds beheerst door de moderne - soms zelfs de abstrakte toer opgaande - graficus Anatoli Kalashnikov. Toch blijven zijn virtuoze houtgravures aanleunen bij de klassieke vorm van het boekmerk. De tien exlibris die van Kalashnikov op de tentoonstelling kunnen bekeken worden, zijn daarin een duidelijke illustratie. Iets meer vernieuwend is het werk van Michael Vercholantsev; hij is te Moskou de enige die al lang naar nieuwe horizonten uitkijkt en meestal in een wat onduidelijk niemandsland vlak naast de traditionele weg loopt. Van hem is op de tentoonstelling één houtgravure te zien (nr. 337).
Te Leningrad heeft het magisch realisme toegeslagen. Men begint nu al van een ‘school van Leningrad’ te spreken en veel doet denken aan gelijkaardige tendenzen in de fantasmagische school van Bratislava (in Tsjechoslovakije). I.v.m. Leningrad kan men van een ‘school’ eigenlijk niet spreken; de - niet gestructureerde - groepsvorming berust op toevallige vriendschappen en op de vaststelling dat men los van elkaar toch éénzelfde nieuwe richting uit gaat.
De exlibriskunstenaars van Bratislava gebruiken hoofdzakelijk diepdruktechnieken; de lithografie komt er slechts op de tweede plaats. Te Leningrad gebeurt net het omgekeerde. De technische kant van deze nieuwe grafische kunst is echter niet het belangrijkste aspekt. De techniek is alleen de drager van de boodschap, van een inhoud die uit de voegen van een al te lang onderdrukte fantasie barst.
Een aantal hedendaagse kunstenaars in de Sovjet-Unie streven naar een gemakkelijk succes door het nabootsen van westerse tendenzen. Dit is bijvoorbeeld te zien bij de straatartiesten op de beroemde Nevski Prospekt te Leningrad en in de Moskouse Arbat-straat (die bezig is het Montmartre van Moskou te worden). In het werk van de meer gewetensvolle kunstenaar worden vaak klassieke waarden uit de Russische kunst vermengd met elementen en structuren uit de kunst van vandaag. Iets in het werk van Joerij Ljoeksjin herinnert aan oude ikonen en aan de kleuren van Chagall, maar er duiken ook oudtestamentische aartsvaders en offerdieren op. In een deel van Mishins werk is de geest van Poesjkin sterk aanwezig. Het zal niet lang meer duren vooraleer het werk van deze kunstenaars in de westerse galerijen kan bekeken worden. De eerste kontakten - ook met Amerika - zijn reeds gelegd.
Ook de exlibris van deze kunstenaars komen soms in de kunstgalerij terecht. Wat dit betreft volgen de Russen het voorbeeld van wat kunstenaars in andere Oost-Europese landen al jaren doen. Een deel van de - zeer beperkte - oplage der exlibris wordt door de kunstenaar als gewone trafiek verkocht. Sommige verzamelaars zijn daar niet zo blij mee, maar anderen vinden het een hele eer dat een kunstwerk met hun naam ook in de gewone kunsthandel terecht komt.
Wie in de toekomst als toerist naar de Sovjet-Unie gaat moet dus niet verwonderd zijn indien hij tussen de aangeboden kunstwerken ook exlibris met Vlaamse namen ziet liggen. In december 1988 lagen in de ‘Artshop’ van het Pribaltniskaja-hotel te Leningrad (en vele Vlamingen logeren daar) reeds een paar exlibris (etsen) van Vladimir Veresjtsjagin op naam van de Vlaamse verzamelaar Jan Bruggheman. Prijs: ongeveer 30 roebel, en in westerse valuta is dat niet zo goedkoop. En toch worden ze verkocht, want het nieuwe exlibriswerk van de kunstenaars uit Lenin-