pliciet vermelden van wat eigenlijk gesuggereerd kan worden, door een droge constatering van de dingen. Ik heb ook gemerkt, wanneer ik sommige vroegere gdichten herlees, dat ik daar een neiging tot sentimentaliteit bespeur, die ik per se uit de weg wil gaan. Ik wil niet sentimenteel zijn. Wat niet wil zeggen dat ik niet altijd schrijf vanuit een gevoel. Schrijven is een vorm van voelen. Dat blijft het ook.
- Je hebt Slavistiek gestudeerd en dit verklaart reeds voor een deel dat je poëzie van de Russische dichteres Anna Achmatova hebt vertaald. In de inleiding tot deze bundel ‘En de nacht belooft geen dageraad’ schrijf je dat je deze gedichten hebt gekozen ‘waarin zij de complexiteit van menselijke relaties en de innerlijke desolaatheid frappant en bondig heeft verwoord’. Dit trok je dus in deze poëzie aan. Het is ook een thema, dat in je eigen poëzie is terug te vinden.
- Ja, hoewel niet in deze laatste bundel. Dat was wel zo in de vorige bundel. Daar had ik het inderdaad over de menselijke relaties en dan vooral het afstand nemen, het inperken eigenlijk. Ik denk dat ik het nu veel meer heb over menselijk gedrag en over het fenomeen dat zich voordoet bij mensen dat ze hun wensen als werkelijkheid aanzien, en dat ze het nodig hebben om dat te doen omdat ze anders de dagelijkse werkelijkheid niet kunnen te boven komen. Dat is nu veel algemener dan de relatie tussen twee mensen.
- Is er een invloed geweest van Achmatova op je poëzie of was het een herkennen van je eigen thematiek in haar werk?
- Misschien een directe manier van zeggen, maar verder niet. Maar ik doe dat ook graag, vertalen. Ik heb ook Mandelstam vertaald en ik ben ook nu bezig met vertalen. Ik probeer altijd een scheiding te behouden tussen wat ik vertaal en dat wat ik zelf schrijf, want wat ik schrijf komt toch maar voort uit mijn leven en is niet geënt op de ervaringen van iemand anders. Ik denk niet dat er veel directe invloeden aanwijsbaar zijn. Alleen is er natuurlijk wel een reden waarom je Achmatova vertaalt en niet een andere dichter. Maar toch ben ik als vertaler iemand anders dan als dichter.
- De titel ‘Het karige maal’ verwijst naar de armoe, de leegte van het dagelijks bestaan. Maar men kan hem ook interpreteren als een symbool of een beeld voor je poëzie zelf, die ook sober, karig is in het woordgebruik.
- Ja, je zou kunnen zeggen dat ‘Het karige maal’ eigenlijk de werkelijkheid is, het leven waar we het mee moeten doen. En om dat door te komen, dat karige, wat het leven nu eenmaal is, heb je andere dingen, je hebt idealen nodig, je hebt hoop nodig, je hebt perspectieven nodig. Dat helpt de mensen blijkbaar wel. Maar of dat iets verandert aan dat karige van dat maal blijft de vraag.
- De titel ‘Binnenkamers’ verwijst dan naar het intimistisch karakter van die poëzie.
- Maar ook ‘Het karige maal’ en ook ‘Ingesneeuwd’ uiteindelijk, waar je teruggeworpen wordt op jezelf. Dat heeft met het schrijven te maken. Schrijven is een manier van alleen zijn. Het is niet iets dat je dichter bij de mensen brengt.
- In de eerste twee bundels schrijf je soms in de ik-vorm, maar meestal in de wij-vorm. In je latere bundels schrijf je meer in de ze-vorm. Wil je hierdoor een zekere afstand scheppen?
- Ja, dat is zeker zo. Ik ben in die richting geëvolueerd, waarbij ik mij minder kwetsbaar opstel in wat ik schrijf. Ik geloof dat ik dat nu niet meer zou aankunnen om mij zo bloot te geven, zo prijs te geven zoals dat in die eerste bundels het geval was. Dat maakt je sterker tegenover de buitenwereld, terwijl je toch dingen schrijft die anderen heel intiem kunnen raken. Alles heeft een grotere geldigheid op die manier. Ik denk dat ik alleen op die manier verder kan blijven schrijven. Als je je zo blijft binnenste buiten keren, zoals ik vroeger deed, dan weet ik niet waar dat moet eindigen. Ik geloof niet dat je zo kan blijven schrijven.
- Maar je schrijft toch nooit een belijdenishyriek?
- Nee, ik heb daar geen behoefte aan. Schrijven is voor mij niet iets dat moet compenseren. Ik schrijf niet uit een gemis, niet uit een gebrek aan iets. Het heeft ook geen therapeutische functie voor mij.
- Toch wijst de titel ‘Ingesneeuwd’ op een meer hopeloze situatie, Kan men daar ook niet spreken over een dieptepunt in je gevoelswereld?
- Dat zal later moeten blijken. Maar misschien komen er nog zo van die dieptepunten.
- In je vroegere poëzie kwamen heel veel details uit het dagelijkse bestaan voor. Er werden heel wat kopjes koffie in gedronken.
- Ja, en eigenlijk nog. Ik denk dat dit een symbolische betekenis heeft, net zoals de plaats die de kinderen