Exlibris
Over het verzamelen van exlibrisgrafiek II
TOT DE bastaarden van de exlibrisgrafiek worden o.a. de winkelexlibris gerekend. Men vindt ze in sommige boek- en papierhandels. Om ze voor iedereen -geschikt’ te maken zijn het meestal wat oppervlakkige en soms ook kleurloze tekeningen waarop alleen het woord ‘exlibris’ te lezen is. Onderaan is een open ruimte waar de koper zijn naam kan schrijven. De ontwerpers zijn meestal niet bekend. De Nederlandse tekenaar Anton Pieck heeft er enkele ontworpen. Voor verzamelaars van exlibris hebben dergelijke onpersoonlijke boekmerken alteen een documentaire waarde. Om nogmaals met de filatelie te vergelijken: ze zijn ongeveer gelijkwaardig aan de stempels die de automatische frankeermachines afdrukken.
Sommige boekenverzamelaars ontwerpen hun eigen exlibris. Af en toe vindt men daar verrassende dingen tussen, want talent is soms in kleine hoekjes gezaaid. Maar tussen het vele kaf zijn de graankorrels met artistieke kiemkracht toch wel zeldzaam.
Het ontwerpen van exlibrisgrafiek is een gebied waar het amateurisme welig tiert. Ook tussen de produkten van deze sympathieke huisvlijt zijn af en toe boeiende ontdekkingen te doen. Dij enkele artistiek begaafde amateurs is duidelijk sprake van een tweede roeping. Door hun gebrek aan academische opleiding missen ze aanvankelijk de nodige basiskennis. Maar ze zijn leergierig en zoeken autodidactische wegen of volgen in de avondschool een beperkte opleiding. Hun werk getuigt vaak van veel geestdrift. Meestal blijven ze echter in de schaduw van de echte kunstenaars staan. Verschillende van deze door amateurs ontworpen exlibris zijn van een goed gehalte, maar ze missen - inhoudelijk - de nodige bezieling om onuitwisbare indrukken na te laten en zeker om baanbrekend te kunnen zijn.
Wie een écht exlibris wil bezitten moet kontakt zoeken met een graficus. Deze keuze van deze kunstenaar mag niet aan het toeval overgelaten worden. Een goed eindresultaat hangt af van een goede wisselwerking tussen kunstenaar en opdrachtgever. Met wat moet men rekening houden?
Vooreerst met het doel en dat hangt wel eens samen met de grafische techniek. Als men één enkel gebruiksexlibris voor een grote verzameling boeken wil laten ontwerpen gaat men liefst aankloppen bij een goede pentekenaar of bij een kunstenaar die de hoogdruktechnieken onder de knie heeft. Een pentekening kan door middel van een lijncliché of via offsettechnieken desgewenst op vele duizenden exemplaren vermenigvuldigd worden. Ook van hout- en linogravures kunnen een behoorlijk aantal drukken gemaakt worden. Per exemplaar is het exlibris dan vrij goedkoop.
Wenst men daarentegen een exlibris voor een in omvang beperkte, maar waardevolle verzameling boeken, of wenst men verschillende exlibris voor verschillende kleine afdelingen van een uitgebreide verzameling boeken, dan moet men niet aarzelen de richting van de diepdruktechnieken in te slaan. Men komt dan bij een kopergraveur of bij een etser terecht. De oplage van diverse etstechnieken reikt niet hoger dan enkele tientallen drukken. Van een goede kopergravure - zeker als ze verstaald wordt- kunnen enkele honderden goede exemplaren gedrukt worden. De kostprijs van diepdruk ligt veel hoger dan bij hoogdruk.
Een tussenweg is te vinden bij de kunstenaars die de vlakdruk beoefenen. Lithografie staat bij vele verzamelaars in hoger aanzien dan zeefdruk, maar dat is een erg subjectief oordeel. Hier komen ook stijlverschillen om het hoekje kijken - zeefdruk (ook serigrafie genoemd) is vaak het uitdrukkingsmiddel van de nieuwere hendendaagse tendenzen, maar over dit aspekt zullen we het nog later hebben. Bibliofielen die terzelfdertijd ook een exlibrisverzameling willen aanleggen reserveren een aantal van hun exlibris voor ruil met andere verzamelaars. Van een houtgravure op bijvoorbeeld 400 exemplaren gebruiken ze er 50 of 100 om in hun boeken te kleven en de rest gebruiken ze als ruilmateriaal.