[Nummer 2]
Jong Vlaams proza (2)
De discussie omtrent het jonge Vlaamse proza gaat verder.
Einde 1987 constateerde Jos Borré dat er wel degelijk iets op gang gekomen is in de Vlaamse literatuur, maar dat er onder de debuten weinig zijn die beklijven (Een jaar boek 1986-87, 1987).
Begin 1988 stelde ook Paul de Wispelaere vast dat er eindelijk sprake lijkt van een heuse nieuwe generatie, maar ook hij heeft niet de indruk dat er nu al schrijvers zijn die ondubbelzinnig blijk geven van een echt groot talent (Intermediair, 1988/4).
Drie debutanten uit 1985, Jan Lampo, Bob van Laerhoven en Jo Claes, geven hùn visie op de ontwikkeling van de Vlaamse prozaliteratuur, de gevolgen van de wijzigingen in de uitgeverswereld, de rol van de media, enz.