Exlibris
Over het verzamelen van exlibrisgrafiek I
PRECIES zes jaar geleden zijn we in Boek en Bibliotheek begonnen met deze exlibrisrubriek. Om ze te illustreren hebben we ruim 250 boekmerken gebruikt. De aandachtige lezer zal nu wel weten dat er op dit gebied een grote en boeiende verscheidenheid bestaat en het zal hem niet verwonderen dat deze prenten ook verzameld worden. Het exlibris blijft vóór alles een stukje gebruiksgrafiek, een eigendomsmerk dat in een boek gekleefd wordt. We kunnen het enigszins vergelijken met de postzegel. Een postzegel dient om op een brief gekleefd te worden, hij is het bewijs dat we de prijs voor het vervoer en de aflevering van een brief betaald hebben. Ook een postzegel is het produkt van de grafische kunsten. Ook bij de postzegel vindt men een grote verscheidenheid aan illustratie en thematiek. En o.a. om deze reden worden postzegels verzameld. Al kan het ook een geldbelegging zijn.
Er zijn nog meer vergelijkingspunten. Er zijn goedkope en dure postzegels, mooie en lelijke, er zijn er zelfs bij die nooit op een brief gekleefd worden, omdat ze ‘postfris’ in het verzamelalbum komen. Sommige postzegels worden per kilo verkocht, voor prijzen waarvoor zelfs een gewone tiener zijn beurs niet tot op de bodem moet leegschudden; voor één zeldzaam exemplaar uit de negentiende eeuw betaalt men echter een kilo goud of meer. Men verzamelt ‘alles’ of men verzamelt alleen bepaalde landen of bepaalde thema's, bv. bloemen, schrijversportretten, ruimtevaart. Er bestaan ruilbeurzen, postzegeltijdschritten, er wordt internationaal per brief geruild in met mooie postzegels gefrankeerde en voorzichtig afgestempelde omslagen.
Er zijn ook goedkope en dure exlibris, mooie en lelijke en sommige exlibris worden nooit in een boek gekleefd omdat ze in de grijpgrage handen van een verzamelaar terechtkomen. Sommige exlibris zijn echt voor iedereen betaalbaar, maar voor eeuwenoude exemplaren en voor op beperkte oplage gedrukte exlibris met een bijzondere artistieke waarde (bv. uit de Jugendstilperiode) worden zware bedragen neergeteld. Ook op exlibrisgebied vindt men verzamelaars bij wie ‘alles’ welkom is of die zich tot een bepaald land of tot een bepaald thema beperken.
Ook exlibrisverzamelaars ontmoeten elkaar tijdens ruildagen, lezen in ex-libristijdschriften over de achtergronden van hun hobby en ruilen per brief met verzamelaars uit andere landen. Postzegelverzamelaars hebben er overigens belang bij kontakten met exlibrisverzamelaars te hebben. Ontwerpers van exlibrisgrafiek zijn soms ook ontwerpers van postzegels en hun briefomslagen worden wel eens met originele pentekeningen versierd en met bijzondere (door de kunstenaar gesigneerde) postzegelds beplakt. In een postzegelverzameling en nog meer op postzegeltentoonstellingen worden dergelijke omslagen met bewondering en soms met een tikje afgunst bekeken. Want ze zijn vrij zeldzaam. Exlibrisverzamelaars gooien die omslagen zeker niet in de prullemand, maar ze zelf bijhouden zit er doorgaans ook niet in. Voor filatelisten valt er bij de exlibrisverzamelaar af en toe wel iets te rapen.
Tijdens de voorbije jaren hebben lezers van deze rubriek wel eens gevraagd naar praktische richtlijnen voor het starten en uitbouwen van een exlibrisverzameling. In de volgende afleveringen zullen we daar enige aandacht aan besteden. De eerste stap is echter: een exlibris met de eigen naam laten ontwerpen. Hoe kiest men een kunstenaar? Aan welke grafische techniek moet de voorkeur gegeven worden? Op hoeveel exemplaren moet dat exlibris gedrukt worden? En wat kost dat?
Op deze vragen zal in de volgende nummers geantwoord worden. In afwachting nog enkele illustraties. We kozen voor exlibris met motieven uit de dierenwereld.
Nr. 1 werd door de Tsjech Karel Fiala gemaakt; nr. 2 is van de Engelse Leslie Charlotte Benenson; nr. 3 is van de Nederlander Jan Battermann; nr. 4 van de Vlaming Piet Janssens; nr. 5 is van