[Boek en Bibliotheek. Reeks IV, nummer 3]
Exlibris
Boek en bibliotheek als thema in de exlibriskunst III
Lire, c'est sortir de soi, vivre d'autres vies que la sienne, heeft de vooral als auteur voor kinderen bekende Franse schrijver Hector Malot ooit geschreven. Van uit het boek drijven wolken van fantasie en de lezer laat zich op deze wolken graag meevoeren naar werelden waar vreemde en aanlokkelijke belevenissen wachten. Deze fantasie is al op veel exlibrisbladen uitgebeeld; zowel voor de kunstenaar als voor de bibliofiel is dit een aantrekkelijk en ook zeer zinvol thema.
De vrouw op het exlibris van en voor Petr Melan [1] ligt met grote droomogen op een bed van boeken. Het laatst gelezen boek ligt nog open naast haar; wellicht is de vrouw zich met een van de romanpersonages aan het vereenzelvigen.
Alena Vodiĉkovà [2] heeft de vrouw tijdens de lectuur uitgebeeld en de fantasie heeft hier de vorm van vogeltjes aangenomen. De ronde vorm van het exlibris suggereert de besloten wereld van de lezeres: het is alsof ze in een luchtbel zit te lezen.
Tijdens het lezen sluit men zich van de wereld af, men schept een nieuwe wereld of men stapt over in een door de auteur van het boek verzonnen wereld. De overstap van realiteit naar fantasie is prachtig uitgebeeld op het exlibris van Joeri Ljoeksjin [3]: tussen wereld en droomwereld is een ladder gegroeid en bij het opkijken uit het boek stelt de vrouw vast dat ze al een heel eind boven de alledaagsheid van het bestaan is opgestegen. Ook hier heeft een deel van de fantasie de vorm van een vogel aangenomen. In deze ets speelt de kleur een belangrijke rol en vooral het blauw kan hier als een symbool voor een toestand van droom geïnterpreteerd worden. Op het exlibris van Valeri Misjin [4] heeft de fantasie zich op de hoed van de lezer genesteld; deal dan niet fictieve plaats waar het verhaal zich afspeelt is op de hoed nagebouwd, de uit een koets gestapte romanfiguren wandelen op de rand van de hoed. De ogen van de man suggereren afwezigheid uit de realiteit; het geopende boek in zijn hand laat geen twijfel over de oorzaak van deze droomtoestand. De zachte tinten van dit lithografische exlibris versterken de reeds irreëel geworden levenssfeer van deze lezer.
Op het serigrafisch verwezenlijkte exlibris van Willy Braspenninx [5] wordt de fantasie van de lezeres op een beeldscherm geprojecteerd. De beelden doen vermoeden dat het verhaal wellicht iets te maken heeft met ‘de schone en het beest’. Dergelijk scherm is dus een goede vondst; een exlibris-ontwerper kan er de inhoud van gelijk welk boek op projecteren. Op het exlibris van Harlinde Van Meulder [6] houdt de lezeres een ‘Wereldatlas’ in de handen - men kan zó vermoeden dat deze vrouw van verre en wellicht ook van avontuurlijke reizen aan het dromen is. De tekst is handig verwerkt op de brede linten van een paar leeswijzers.
Net als boeken zijn ook dromen niet oneindig. Voor wie ervan houdt duren dromen steeds te kort. Er lopen op deze wereld ook nuchtere burgermannetjes rond die alleen maar boeken met wetten en reglementen lezen en die vinden dat er te veel gedroomd wordt. Bij elke gelegenheid trekken ze dan ook driftig aan een strenge ambtelijke bel: de ogen der dromers moeten geopend worden! Dit thema is prachtig uitgebeeld op een houtgravure van Alexander Sjersjnjov [7]. Het moment van verschrikt ontwaken in een nuchtere wereld is er nog niet aangebroken.
L.V.