De Vlaamse Gids. Jaargang 70(1986)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Stefaan van den Bremt Gedichten Metamorfosen Een met één oog, een en al oor, komt even neuzen. Voor- smaakje geven. Tast in het donker rond in je huid. 1 Van oorsprong een god. En op een mooie dag beduveld. Hol, bros, zijn lemen beeltenis. De naam, van dode taal: Baäl of Bel, god van de zon. Beëlzebub, de drommel. ‘Gij zult geen andere goden hebben voor mijn aangezicht.’ En hij ging af als afgod. Toen stond Pan op, drekgod met sik en horens en bokspoten en een stijve. Hij ging op zoek naar de muziek. 2 Wie was zij? Wie aanbad zij? De god van deze eeuw? De heer der heirscharen? Of mij - denkt hij - de mindere, de god van weiden en van bossen? Heette zij Syrinx? Pandemonium? Zij was zichzelf, een nimf. Zij vluchtte buiten zich, werd riet. 3 En uit dat riet sneed Pan zijn fluit. En zijn verdriet - hij stiet het uit. Zo ving de geest van de muziek met zijn gestrekte roe de Griek. 4 God die het heden met mond en vingers grijpt, klinkklaar, gerede Syrinx waarop Pan pijpt! Troost van de broodschrijver Vier met z'n vijven hoogtijd in één lijf. Kermis in de hel. Een van de vijf is op de loop. Het regent dat het goud giet. 1 Ik drink op de wijn die smaakt naar nu wanneer hij oud is. Ik drink op de melk die smaakt naar toen ik dronk voor het eerst. Ik drink op het bier dat smaakt naar meer. Ik drink op het water dat smaakt naar niets dan dorst. Waarop ik drink. 2 Ik eet jullie brood. Ik spreek jullie woord. Ik eet meer dan brood. Letters heb ik gegeten. Koren heb ik gesproken. Koren op mijn molen. Bloem van jullie woord. Lees, eet mijn woord. Schrijf, spreek brood. [pagina 57] [p. 57] Zesde zintuig, zoekend Een van de vijf is op de loop. Liep uit de hand. Kroop uit mijn lijf. Een zesde zintuig zoekt de voortvluchtige. Geeft je de vijf. 1 Tastend naar de toetsen van het orgel in eigen boezem, in het donker dansend naar het blazen van de kat die hij wil aaien of knijpen, dansend naar het pijpen van de doedelzak van het oud zeer, leest hij. Niemand leest beter dan de blinde. In de sterren die hij ziet wanneer hij stoot op de betekenis. 2 En om te ruiken hebben we de hond. En om te rieken een paar schoenen, Zie ze snuffelen met hun neus tegen de grond. Zij vinden weer waar vroeger plaats heeft gevonden als jij ze eerst het zweetspoor op laat snuiven. De plaats is vervaagd en leeg en wat ontluisterd. Maar we zijn er. Trane to hell Vijf geïnterneerden in één huid. Een demon is herrezen in de eeuw van de geketende, van de bezeten vijf zintuigen - en breekt uit. De een stemt zijn sax De ander stopt zijn pijp Vuur van trompet Vervliegt in rook Gegrinnik na de Fraaie frase Kromme adder bijt in trommelvlies Nadat de drummer met een knal De oren heeft ontkurkt De een steekt een adder in een sax De adder stemt overeen in een pijp Zonder boe of ba En ach De een bespeelt de ander God orgelt in een sax Gij gorgelt in een pijp Zonder boe of ba of Bach Als 't toeten geblazen is Als Orpheus ter helle vaart Met achter zich de Harmonie Voorbije kim en verre bruid Zij teemt en fleemt Kijk Keer je om En grijp Zwarte heraut Je witte schim Trompet verglim In een black-out Vorige Volgende