De boekletter ondergaat in de achttiende eeuw een merkwaardige ontwikkeling. Pierre-Jean Verbeke analyseert het werk van Philippe Grandjean en Jean Alexandre en van de bij Joh. Enschedé werkende Duitser Fleischmann. Pierre Simon Fournier en John Baskerville staan aan het begin van een nieuwe stijl. In het werk van de Didot's bereikt deze richting een hoogtepunt. Baskerville is niet alleen belangrijk voor de letter; hij brengt ook nieuwigheden op gebied van inkt en papier.
De typografie wordt een levend symbool van de tijdsgeest. Het werk van de drukker wordt meer en meer een vorm van toegepaste kunst. Op gebied van de boekillustratie wordt doelbewust gestreefd naar een harmonie tussen auteur en illustrator. In de literaire werken begint de illustratie soms sterk op de voorgrond te staan. Tussen auteur en illustrator ontstaat een hechte samenwerking.
Een en ander doet nadenken over de vormgeving van het hedendaagse boek. Nog voor hij zich in tekst en illustratie verdiept, vormt de moderne bibliofiel zich een idee over het boek als geheel. Bij het openslaan van het boek ziet hij een goede of slechte bladspiegel voor zich. Het eerste oordeel van de lezer is gebaseerd op het uiterlijk van het boek.
Veel meer dan vroeger is de vorm van het hedendaagse boek afgestemd op de inhoud en op de specifieke behoeften van de lezer. Het boek bereikt slechts een stadium van volmaaktheid indien de schrijver in de drukker een ware vertolker van zijn gedachten gevonden heeft. Al wie bij de vervaardiging van het boek betrokken is moet er zich van bewust zijn dat het eindprodukt niet het resultaat kan zijn van uitsluitend individueel werk. Een goed boek wordt door een goed samenwerkende ploeg gemaakt. Een slechte samenwerking schept wanverhoudingen. Een verkeerde keuze van papier, van letter, van band, van illustratie kan fataal zijn voor de harmonie in het eindprodukt.
Bij het bepalen van de vormgeving moet men rekening houden met de geest van het tijdperk waarin de tekst werd geschreven. Ook de persoonlijkheid van de auteur speelt een rol: de hedendaagse uitgave van bv. werk van Verhaeren moet niet zo maar van uit een algemeen-hedendaagse hoek bekeken worden. Het licht in de hoek moet beïnvloed zijn door de schaduw van Verhaeren. Ook werk uit totaal verschillende stijlperiodes van éénzelfde auteur moet afzonderlijk benaderd worden.
Prof. Verbeke noemt de periode van het handgeschreven boek een preludium. Met de uitvinding van de boekdrukkunst is een symfonie begonnen. Met de boekdrukkunst kreeg de beschaving er een dimensie bij. Het gedrukte boek was een nieuw zintuig. Een nieuw type van kultuur deed haar intrede. Dank zij de boekdrukkunst kon een arsenaal van in boekvorm neergelegde kennis aangelegd worden. En in dit arsenaal kan iedereen zijn geestelijk wapentuig gaan ontlenen.
Ergens citeert de inleider ook Jean Garcia, die schreef: contre les dégoûts de la vie, le beau livre, aimé et pur, est un refuge.
Het is een uitspraak die, mooi gekalligrafeerd, een passende plaats zou kunnen vinden op een leeswijzer. Of op een exlibris.
J.Y.