Fernand Auwera
Jeroen Brouwers doet het weer
Jeroen Brouwers is boos, agressief en droef. Hij treurt, ruziet, beledigt, jammert, zaagt, kniest, vecht, vit, herhaalt zichzelf wellustig, jengelt, peutert, dondert, dreigt en lispelt, gedraagt zich vrijwel ononderbroken als een onuitstaanbaar heer, maar je verveelt je geen ogenblik terwijl je hem leest, integendeel, hij sleept je mee, hij is een grandioos schelder, een dikwijls ontroerend mens, en een briljant schrijver.
In 1966 debuteerde hij met de verhalenbundel ‘Het mes op de keel’, een goed boek, gevolgd door nog enkele publicaties, die hem evenwel niet het succes brachten dat hem toekwam (als een toen in Vlaanderen publicerend Nederlands auteur zat hij duidelijk tussen twee stoelen). Opeens werd hij evenwel de literaire sensatie van de late zeventiger jaren door de publicatie van een schotschrift over de stand van zaken in de Vlaamse literatuur, later opgenomen in zijn boek ‘Mijn Vlaamse Jaren’. Met wat Brouwers daarin beweert hoeft men het niet eens te zijn om zijn virtuoze polemische stijl te kunnen waarderen. Auteur Brouwers werd in het Noorden ingehaald als het literair genie dat men daar jaarlijks luidkeels voortbrengt, bevestigde zijn authentiek schrijverschap overduidelijk met de prachtige roman ‘Zonsopgangen boven Zee’, publiceerde het al even boeiende ‘Kladboek’, en, vorig jaar, ‘De Nieuwe Revisor’, zijnde de 250e aflevering van het tijdschrift ‘Tirade’, waarin hij een frontale aanval uitvoert op de huidige literaire kritiek in Nederland die hij, althans grotendeels, oppervlakkig en rancuneus noemt. Hij had nogal wat bezwaren tegen de roddelkritieke aanpak die hij overigens zelf in zijn ‘Vlaamse Jaren’ niet geschuwd had. In elk geval, er ontstond oorverdovend gekakel in het literaire kippenhok. Brouwers bleek enkel maar intelligent en geloofwaardig als hij zijn gram tegen de Vlamen richtte. Er verschenen als reactie artikels met de oppervlakte van een biljarttafel, columns als Griekse tempels, zelfs twee publicaties in boekvorm, forumgesprekken en tv-uitzendingen vonden plaats. De reacties bewijzen niet het gelijk of ongelijk van Brouwers, ze zijn uitsluitend een gevolg van het feit dat hij een uitzonderlijk goed schrijver is.