standig geworden, zich binnen het gedicht en door middel van associaties kan voortplanten. Dat procédé is in poëtisch opzicht niet alleen zalig makend, maar het kan ideaal zijn wanneer het gedicht het onzegbare onder woorden wil brengen. In het werk van Elburg komt een reeks erotische gedichten voor, die dit op indrukwekkende wijze illustreert. Deze reeks is de ‘Fuga for nerves and percussion’ uit de bundel Gedachte mijn echo (1964), ook te vinden in de verzamelbundel Gedichten 1950-1975 die in 1975 verscheen. Het zijn 28 korte verzen; de langste telt negen regels, de kortste één.
De eerste van deze strofen is tussen haakjes geplaatst en lijkt een programma voor de hele reeks:
verborgen in openbare gedachten
het koudere minder vergankelijke...
achter een deur van bedachtzaamheid)
De geliefde is als ‘lijf van woorden’ in de taal aanwezig (de ‘openbare gedachten’) en daarom kan de liefde een gebeurtenis in de taal zijn en dus in het gedicht. Dat impliceert zowel intimiteit als afstand, want de taal die algemeen bezit is, krijgt voor de dichter het karakter van de meest persoonlijke, meest nabije uiting. Deze haast paradoxale tweeledigheid lijkt zich tot de omgang met de geliefde uit te strekken, als de dichter haar tot in het intiemste benadert, maar zij tegelijk ‘achter een deur van bedachtzaamheid’ slaapt.
Omdat zij in dit paradoxale de dichter dreigt te ontglippen, zo lijkt het, opent de tweede strofe met een volstrekte toeëigening: ‘net op tijd drink ik je / uit de kom van mijn handen’. Wat gedronken wordt, heeft een smaak: ‘geheimzinnig als marc smaak je’, en daarna, verrassender nog: ‘als warme sneeuw smaak je’. Zo'n beeld geeft de liefde het karakter van mogelijk maken van het onmogelijke, en het irrationele daarvan komt in de derde strofe nog sterker naar voren:
het spookt hier van liefde
een geest van vlees gaat om en giechelt
en alles is bang geworden
In deze drie beginstrofen lijkt het thema van de fuga gegeven te zijn: de erotische verrukking is een volledige, alles omvattende ervaring (‘een geest van vlees’), een volstrekt in elkaar opgaan, paradoxaal en irrationeel, en het is voor de dichter een ervaring die in de taal verwerkelijkt kan worden.
In de rest van de cyclus wordt dit herhaald en gevarieerd, zoals het in een fuga hoort. Het beeld voor het elkaar lichamelijk opnemen (ik drink je) wordt herhaald en omgekeerd:
je eet mij en je baart mij
Er zijn verscheidene beelden die verwant zijn met de in experimentele poëzie veelvuldig optredende synesthesie: ‘... ik bijt je overal met / mijn oogleden’. Veel heel den hebben, zoals dat van de warme sneeuw, te maken met de natuur: ‘je laat mij vallen / parachute van bloemen’; ‘je