De Vlaamse Gids. Jaargang 60
(1976)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
Simon Vinkenoog
| |
[pagina 11]
| |
Een kwartier is vijf pagina's lang; ik heb het mes dus in honderd pagina's Weer en Wind gezet; lieve woorden, goedbedoeld en alles, meegemaakt en doorstaan - over Krishna en de meisjes, het wijsje van de pied piper, Adam die nu eenmaal móet eten van de boom van de kennis van het goed en het kwaad, van Jezus Christus dagelijks gekruisigd, enz. En met de VPRO had ik ook nog wat te verhapstukken, d.w.z. ik voelde me genoodzaakt mijn abonnement op hun ‘gids’ op te zeggen omdat er weer n.a.v. de Nacht v/d Poëzie - over mij geschreven stond (fascistisch proza; moeizaam overtikken, maar m'n lastige Muze wil nu eenmaal dat ik je dit meld): ‘Bijna iedereen is weg wanneer Simon Vinkenoog zijn allerlaatste éénakter opvoert en zijn laatste orgasme bereikt onder het uitstoten van onverstaanbare kreten, culminerend in het hypocriete “Vrede”, om daarna schuimbekkend troost te zoeken bij de intussen wat gekalmeerde Selfkicker’. Waar ben ik verzeild geraakt? Een in kleurenvlammen slaande kamer, roerloos levend ingehouden trillend overdadige pracht papieren foto's brieven kersen yoghurt meloen pijp en weer beelden boeken de eerste plaat van Crosby Stills & Nash waarnaar ik vose rige week luisterde. Ik heb er namelijk wel vaker aan gedacht je gedichten te sturen, en uit het bovenstaande verhaalfragment zul je wel begrepen hebben dat er keuze genoeg is, en ik zou ook niets liever doen dan die gedichten voortdurend overtikken, maar na het inkorten van die bundel kan ik voorlopig geen gedicht van vroeger meer zien. Wat mij echter wel overkwam, en dat heet dan dichterlijke vrijheid, is dat ik mij afgelopen zonnewende - van tweeling naar kreeft - wat overdadig bediende van Delta 9 tetrahydrocannabinol, in de wandeling THC genoemd, door mij wel eens gekenschetst als Theatrical head Control. (Of Thaumaturgic, of Traumatic).
In elk geval, ik was bekomen van enkele duizelende ingevingen, en alle vastenavondgasten waren weg, en ik zat - als nu, alleen - in de rustigste der nachten, bij een aquarium dat klokt en een grammofoon die al een tijdje niets meer zegt. Ik moet pissen, en ga de andere kant opzetten. Cat Stevens' Tillerman. Ik houd je op de hoogte onderweg, komt altijd goed, tussen het schrijven luisteren en denken door. Schrijven is tenslotte ook lezen, het licht-apparaat waarmee ik mij door het duistere niets beweeg. De tekst die ik die nacht schreef en die ik nu na enkele dagen voor je wil overtikken ten behoeve van de Vlaamse Gids, eventueel voorafgegaan door deze brief die je ook als persoonlijk mag beschouwen - tenslotte kennen wij elkaar en jij mijn werk al wat langer dan vandaag - deze tekst dus beslaat 7 pagina's en ik weet niet of het proza of poëzie is. Het kwam zó te voorschijn, en ik wil de tekst eigenlijk onaangetast laten, al gaat je vaak de lust bekruipen het te verfraaien, verbeteren, mooier te maken dan het is - was en zal zijn. Dàt moment, tóen met die woorden | |
[pagina 12]
| |
op dié vlucht gepakt. Ik heb de indruk dat men in Vlaanderen minder moeilijkheden heeft met de lektuur van mijn geschriften dan in Nederland waar men tenslotte de calvinistisch-socialistisch-realistische revolutie predikt! En zich niet door mij wil laten verketteren.
In elk geval, dat verslag van die trip gaat hierbij; ik moet al beginnen uit te leggen dat die dag het jaarboekje van de PTT ‘Nederlandse postzegels 1974’ verschenen was, en dat degeen die mij de illustratieve bescheiden (mijn postzegelalbum o.a.) terugbracht, mij in de herinnering naar de laatst verschenen Nederlandse postzegel met een schrijver erop (Martinus Nijhoff, 1953) terugvoerde - hoewel ik op dit moment besef dat Herman Heyermans ook een postzegel ‘had’, en pas enkele jaren geleden. Misschien iets voor de diverse Vakverenigingen van Letterkundigen in Nederland en Vlaanderen om de gezamenlijke katten wat bellen aan te binden? Ik denk aan Achterberg, Van Ostayen, Slauerhoff (liefst met o-pijp), en misschien Hanlo, Lodeizen, Pernath - bij welke gelegenheid dan ook! Ben jij niet bestuurder van zo'n vereniging? Dan ben ik met mijn verontwaardiging bij jou aan het goede adres. Maar aan wie ik óók dacht die nacht of al eerder tijdens een gesprek hierover, was de legendarische Amsterdamse restaurateur Nicolaas Kroese. Kroese op een postzegel, lachend, knipogend, perfekt, vrijpostig, opgetogen. (Al die koude smoelen op je brieven...). Dat staat er dan ook boven het stuk - waarvoor het tijd wordt; ik wil de tekst niet te veel verzwaren met een inleidende brief; steeds toch al alle kanten tentakels uit, tekens van leven; in fotoboek ‘amsterdam’ van cor jaring uit 1969 sta ik zeer zwart-wit linkerpagina tegenover Kroese ditkeer minzaam lachend pagina 87. Was bij De Slegte in uitverkoop terecht gekomen: heb je niet in Brussel, wel? Je weet wie ik ben, spontaan schrijver, outbursts, grote slokken ineens, tijdje niets, kleine krabbel, tussen de regels door spiedend naar iets of iemand, niets of niemand. Ik zou graag verdergaan met het schrijven van deze brief aan jou, je vertellen wat mij vanavond werd meegedeeld op de Orde der Verdraagzamen-bijeenkomst, maar daar moet een van je Antwerpse medewerkers maar eens heengaan. Ze beantwoorden geen persoonlijke vragen, maar misschien kan iemand uitvinden wat er met Hugues Pernath gebeurd is. Remco vond dat ik mij oneerbiedig uitliet: ‘Wil je 'n trap van me krijgen?’ vroeg hij, op die 50-ers avond in de Rotterdamse Doelen; de ochtend erop ging hij naar Antwerpen om Hugues uitgeleide te doen. En je vertellen wat er stond in de tien brieven die ik vandaag moest schrijven, en ik werkte ook het lijstje dingen bij dat ik te doen had; van het oude lijstje waren immers wat dingen verdwenen ‘Weer en Wind’ en 'BRES/54, vóór de 26e - vijf dagen lang zat ik boven mijn rubriek, dit keer over mijn tocht naar het Verenigde Koninkrijk: Iona, Findhorn, Alick McInnes, George Andrews, John Mitchell en Glastonbury. | |
[pagina 13]
| |
Ja, daar ben ik net van teruggekomen: Schotland, Wales en Somerset - nog niet door de papieren heen, een nieuwe serie boeken in de kast - wat meer over Druïden en Picten en koning Arthur en St.-Michael, om ooit nog eens le lezen. Van alles zou ik je, en door of uit jou de nederlandsetaallezer, willen vertellen. Er schuilt nog 'n verteller in me ook; geef me de ruimte, én... Hoe moeilijk het is een paar uren rust aan het volle leven te ontlokken. Klok slaat drie uur, er is een Engel van het Geluid die in alle geluiden zit, in ons oor, in onze keel, in de wind, waarin al niet. Veel werkjes ingekeken de laatste tijd over deva's, natuurgeesten, Pan, feeën, elfjes, sylphiden, nimfen - Hubert Lampo gelooft daar niet in, denkt aan gedrochten en demonen - slaat er voor BRES de demonologie op na, ik kijk hoogstens zo nu en dan door de spiegel waarin Alice verdween. Tijd voor Dylan (en de Band): So let us not talk falsely now /The hour is getting late. Dus die tekst zoals hij is, waarschijnlijk zo nu en dan een voetnoot (ik heb de indruk dat de Vlaamse Gids mij die ruimte wel wil geven, tenslotte ben ik het zelf, vers van lever etc), en om te beginnen wou ik er nu al een motto boven zetten, wat dus de eerste voetnoot wordt.Ga naar voetnoot* Vind je het erg als ik een en ander chargeer; d.w.z. exagereer: bij een tijdschrift bijvoorbeeld ook het adres vermelden? Merci, je bent een brave! Dank en groeten uit de Orde van Melchizedek: BEBOP-REBIRTH-BABY of EEN POSTZEGEL VOOR NIKOLAAS KROESE Bij volle maan, met de balkondeuren open naar de Amstel, komen wij midden in de nacht over Nikolaas Kroese te spreken. Opeens flitst het door mij heen: hij wist alles! Een ontstellend besef, want zelf loop je ook al enkele jaren met dat idee rond en wat doe je er verder mee, | |
[pagina 14]
| |
terwijl Nikolaas tot aan zijn dood toe jaar in jaar uit elke dag weer opnieuw bezig was al zijn vrienden, bekend en onbekend, de minste en geringste, de hoogste en grootste, ervan te overtuigen, dat - ja, waarvan sprak hij? Het was heel gemakkelijk om te lachen om Nikolaas Kroese, hij gaf er zelf anleiding genoeg toe, met zijn ellenlange telegrammen aan jan en alleman over de kosmische gebeurtenissen rondom hem, die plaatsgrepen, en waarin hij wilde ingrijpen. Hij kwam van binnenuit, Nikolaas Kroese, hij was een archetypaal mens. Schaterend kon hij uitroepen, in zijn steenkolenengels, je vergastend op een enorme aanblik van hoeveelheden mens, vele buiken en onderbuiken, kinnen en onderkinnen, vele steeds moeizamer wordende bewegingen van de korte vette armen (ik denk ook aan mededikzak Marcel Polak, hoe diep gaan die dingen), schaterend: ‘Innkeepers and poets should rule the world!’Ga naar voetnoot* Wijntje en trijntje: zijn nog steeds pittoresk heelal van het restaurant De Vijff Vlieghen, en ter herinnering Moeder's Keuken, fantastisch & goedkoop, legendarisch - nu, zonder hem, zielloos, een tent, leeg, eigendom van een voedselaandelenkartel. Herinneringen, door niets te vernietigen - als dit heelal: Thy Peace
Which nothing can destroy -
- de laatste regel van de chalice
prayer die wij uit Glastonbury (de
Chalice Well) meebrachten.
Wat een vreemde genade, de kennis achteraf. Als de herinnering levend voor je staat, van die man die alles wist, die het begrip Amsterdam Magisch Centrum de wereld inslingerde, met zijn Neo-Einstein, post-Spinoza, pro-Weinreb Akademie. Als opeens het verleden weer in je gaat herleven, en je je trillend steeds trillender realiseert hoeveel oppermachtiger veel omvattender het gebeuren elke keer weer was, als je terugkeek, als je zag dat je het weer eens te veel vanuit jezelf alleen had vastgelegd in de niet tot nieuw leven gebrachte herinnering... Als opeens Crosby, Stills & Nash weer voor het eerst gaan zingen, zoals ze zongen en speelden toen je ze voor het eerst hoorde, Kerney Street, San Francisco, bij David en Deborah Goldstein, voorjaar 70,69? En hoe die jaren aanvoelden, hoe 1969 zich voelde, wat de smaak van 1970 was, en hoe 1971 zich voltrok, and what about 1972 - en waar zijn wij nu, in 1975 beland - a long long time before the dawn. ‘O speak up. You gotta speak your mind. Yes, you can.’
Hoe ik aan het leven ben gehecht. Hoeveel tranen het mij elke keer weer kost als het besef tot mij doordringt dat ik er op een gegeven moment (nu, wellicht?) afscheid van zal moeten nemen - met alle liefde die ik besteed heb aan het vervolmaken van mijn omgeving opeens in duister gehuld, niet langer tastbaar aanwezig, als alles alleen nog maar ineens naar binnen slaat, verscheurend, opengooiend - als het er om gaat om te vertrekken met niets dan noem het je zelf; dat wat | |
[pagina 15]
| |
je in staat zou moeten stellen bij vol bewustzijn te kiezen voor een volgende etappe. Te weten waarheen wij gaan. Is er minder dan dat, wat wij kunnen verlangen van onszelf en alle anderen? Als het ons al interesseert te weten waarheen het ruimteschip Aarde gaat, waarom ons dan niet minder bekommerd om die grote golf van gedachtenwerelden
het is zo simpel
poesy so easy job. lucebert
niets aan de hand
gewoon overnieuw beginnen
draad hervatten een voor een
alles anders niets veranderd
niets aan de hand
alles gaat gewoon weer zijn gang.
‘Dood. Niets aan te doen.’ Barend Servet.
Doet er niet toe. alles gaat gewoon zijn
eigen lieve gang - jouw rimpeling verdwenen
het eeuwige leven op aarde zijn eigen verdere
weg alleen zonder jou achterlatend blijvend vervolgend
- van d.h. lawrence tot de mexikaanse indianen
van majakovski tot het pentagram der poëzie
de profeten der geheimtaal
de dienaren der ontroering
de diamantslijpers van de taal
de leerlingmeestergezellen
temidden van uitroeptekens
michaux vermenigvuldigend
vermomd als waarneming
waargenomen als verschijnsel
lichamelijk ervaren
door het licht getroffen
door het vuur verteerd
door de adem gesnakt
door de val gezakt
door de leegte betrapt
door alles heen geduwd
uiteengespat
... ‘It's allright, Ma, I can make it!’
Hoe je grenzen overtrad hoe je grenzen verbrak hoe je grenzen verhing
het grenzen vergaat het grenzen ontstaat
all in one niet een kreet
(elk één meet één aan één -
| |
[pagina 16]
| |
maakt nog lang niet ieder-
een tot één).
Als savonds laat Dikke Van Dale
nader toeslaat - hand al reikt.
Ervaring slechts bijblijft
niet de herinnering gegrift
in een aantal aanslagen vergewist
door middel van de schrijfmachine
uit de werkelijkheid weggegrist
gemist - al het andere: gemist!
Al wat overblijft beklijft,
zijn ogen uitkijkt
- voor dit midden in de nacht
zomaar zitten schrijven om niets
om een zucht in de wind om een vriend
om de nagedachtenis van
een man die tot je kwam -
op een avond dat
de ASVO het feestje gaf
van de kinderen in de zesde klas
en een foto ontrold waar 1975 op stond.
Van weer en wind,
en de foto's van het kind,
dat groter wordt,
vanzelfsprekend dagelijks
steeds groter steeds schoner meer levend
wordt, meer mens wordt, meer als wij,
meer dan wij, vérder nog reikt, tot in
de verre toekomst reikt, waar het eindlicht
niet langer wijkt,
maar toenadering zoekt,
naar jou ook op zoek,
naar ons allen tastend toevoelt
- hoe het gevoel ontroering
wordt, hoe de groei bewust
wordt, hoe het klopt, hoe het ademt,
hoe het wenkt. hoe het nadert. hoe het
onherroepelijk helderder wordt
‘When you awake, you'll remember everything.’
voor elk van ons wordt,
jou wordt, mij wordt.
‘Wij zien elkander nader.’
| |
[pagina 17]
| |
‘Voorbij dit leven ontmoeten lokt.’
Bij het eeuwige kampvuur RIP
Een gesprek. Over Hier En Nu.
Tussen Mensen. Zomaar mensen,
Om te bezinnen. Zich te herinneren.
Hoe het leven gewaar wordt.
Hoe herrijzenis nadert.
Leven verenigt.
Als dat alles mag zijn. Als het in één klap
alles meer dan genoeg zou moeten zijn, als
wat dan ook om na te laten - uit je handen
te voelen stromen tot verder dan hiertoe,
tot buiten, daarbuiten, waar alles anders,
alles hetzelfde, ruimschoots doorlichter
de waarheid benadert
alle eenvoud meester waarheid
nadert
grote ogen ieder open zet
elk mens een gebed
teken van leven.
hartewens. Jij en ik. Wie ben ik.
kraaiepoten hakekruizen
pentagrammen
dansend in de nacht
vier windstreken lichtend vuur getrokken
eenzaam spoor mens eenzame boodschapper
vogelgeluid
ophouden moet
niets er nu nog meer toe doet
of af -
‘Life's all right if you can stand it.’Ga naar voetnoot*
huichelstruikel
verworpen
committed to Jesus
The Holy Christ
Forever
One Lifetime
This
All Over
| |
[pagina 18]
| |
For Now and
Ever One
(All Of Us. No Others.
No more outsideinsideout
double bind: x + non-x = 1
s.o.o.e.
doedelzak thc
gekke trip
mij met rust laten
iedereen elkaar niet lastig vallen
niemand meer ooit ‘last’
Ja, gekke trip. Meegemaakt. Van Alles.
O ja? Vertel op.
Niet veel te zeggen.
Jezus Christus ontmoet.
Een persoonlijke boodschap
terwijl ik kotste
boven in de w.c.
(wachtend tot ik doortrok)
en even later beneden
aan het stromend aanrecht
waar de handen gewassen worden.
Veel handen gestoken in
het levenswater. Waar
de bron ontstond,
God's Zoon die
eeuwige Ander
Zoon van de Mens
verre roepstem in mij
van alles lichterlaaiend
bebop-rebirth-baby
gehoord
en werd meegezongen
voor het eerst gehoord
eenzame Tai-Chi-er wieg-
elied van Billie Holiday
Gehoord.
Ja,
wat
een
nacht
Godganselijke nacht
| |
[pagina 19]
| |
zonder einde
o dageraad
o DAGERAAD
Waarheid Nooit Verraadt.
Altijd Trouw Aan Zichzelf.
Universeel is. Persoonlijk is.
Van Ieder is. Onaantastbaar is.
Een geest is.
Een Geest in de Mens is.
Is is.
Gedachtenvorm, wellicht, natuurlijk;
in het vouwblad van niets
weergaloos verwekt verpletterd overleeft.
Telkens een pagina lang in deze mens leeft.
Wat Heilige
wat heet niet heilig niet geneest
niet meeweet meeleeft. 'Ik ben van alles
af. Ik ben gevonden geworden. Zomaar weggeweest. Mogen kijken.
‘En nou even je mond houden, Simon - alleen maar kijken.’
En nu terug van nergenshuizen weggeweest
terugklimmend een feest van alles een feest
een eeuwig feest
dringende zinnen bespringen
tabak niet langer meegeeft
herinnering begeeft herleeft
Op zoek geweest. Eigen stem, wie ik ben,
in levende lijve ben
‘een lopend vuur
een haard van onrust
AM✩DAM
alle winden waaien
alle deuren open
Weg met de gevangenissen
Weg met de uniformen
Weg met de grenzen
Weg met de dwang
Weg met de duur
van de oorlog
Lopend Vuur
Op Weg Naar Vrede
| |
[pagina 20]
| |
gaand door de tijd
heel de tijd
die ik deel/die je deelt
met mensen
een levenslang ervaren
onsterfelijke openbaringsmachines elektrisch
surrealistisch magnetisch kwikzilver-gouden-
regenmorgenWITLICHTglorie
(Etc.)
is
( ).’
Tiktakhartjeklopt.
Toekomst lokt.
Vrijheid lokt.
Leren overgeven.
Laten gaan.
Goed doen.
Al het andere laten staan.
Op deze aarde komt het aan.
(een kosmische rotmop:
een ware).
Van wie ik ben
een zomaarmidzomerwens
‘hoe wassen wij allemaal onze handen schoon?’
Hoe eerbiedig het wordt,
als het water gaat leven.
Stemmen te spreken geven. Vol op. Te over.
Channel One. Destination Planet One.
This page to you too, I think of all
the faces between all these lines.
En van de bomen in het Vondelpark
die een boodschap hadden
voor Theun de Groot en zijn Chinese leraar
veel heilwensen tegemoet:
datura acupunctura
amilnitriet treiter mij niet
van heroïne als des duivels
spreekt -
en het vuur waar ik mee leef,
speel, ja weet bewust
- ieder toch door ieders vuren heengeweest -
| |
[pagina 21]
| |
van de Kouwe grond en andermans kastanjes.
Van de vijver met de dubbele bodem.
Hoe het water altijd antwoord gaf.
Barbara, Luister. Levend. Uit kraan.
Hap toch ik in je hals ik weer levend word,
van deze aarde word,
Goodyear Message Adler Mid Summer Festivities
75 in the year of 777 - in the 22: 7 Sun
Pyramid Elckerlyck
Voormeest biedenden
tegeefaarde vols wetens
waarachtighedenmee-
gelijkgeeft
beamend: Ja, Christus is
die mens. Hij is opgestaan aan. In jouw ogen kijkt hij mij aan. In mijn
ogen kijkt hij ook mee. Wie kijkt kijkt mee. Ik zie ik zie wat jij niet ziet.
Niets gebiedt. Innerlijk Oor altijd Hoort.
Hoe het oor ontstoort,
hoe alles een antwoord.
Elke professor van wanten weet.
Zingende zagen energie-informatie-pakketten
toegepast welzijnswerk geestig niveau
Kluts Kwijt Bed Tijd
Machine Nooit Stopt
Op goed geluk zich weer verlaat
omdat het ontstaat waar het tegenstaat.
Wat moet ik anders doen met een Antwerpse bewonderaar
die mij een wens schrijft:
To Simon Good Luck to You in all your undertakings, phenomenal and absolu-
te. May you attain to authentic bodhisattvahood for the good of all sentient
beings -
een tekst die mij van een tangka overgeschreven lijkt
blozende wolken rood over mij ‘wie, ik’ onschuld betrapt
onschuld aangeplakt afgetast.
Want waar kun je mensen mee raken?
Wat is het grote en nieuwe verbond?
Welke sacramenten? Welke rituelen?
Het heilige handenwassen? Naar de bronnen, en de putten?
In een cirkel elkaar de hand geven? Energieën van links
naar rechts en weerom zenden?
Meetbaar volgens creatieve intelligentie-
alles immers meetbaar, so what?
| |
[pagina 22]
| |
Einde boodschap, en ga verder maar.
Vriend V. vervolgt, niet van zijn stuk te brengen.
In ban van eigen ‘oratory persuasiveness’.
Het nootkleine gelijk van de spreker.
Hoeveel heerlijk gras voor ieders voeten weggemaaid.
Hoeveel eerder de stap.
Hoeveel symbolen nog open.
Hoe gezegend dit land.
Alles verdragen, verdergaan.
In zoveel zoete zoekprentbidkaartjes bijna uit de tijd
gebenedijd altijd bereid. Leren luisteren. Op stilte
mediteren. Door eigen niets. Open voor de Kosmos.
Die zeker zeker zeker Christus heet.
Wie het beter weet
ook maar een weet:
eigen weet niemands wet
alles terecht of gevestigd
ik weet niet wat is
dankbaar voor alles.
En ik, die alleen maar de PTT wou voorstellnen, een postzegel te laten aanma-
ken met de beeltenis van Nikolaas - waarin ben ik verzeild geraakt in al die
pagina's hieraan voorafgaand.
Op het scherp van de snede kommentaar? Kom op maar.
Kort en bondig.
Altijd hier.
Goodbye Hello
World
love
you
SIMON VINKENOOG. | |
woensdag 24 september 1975Beste Willem, Dank voor je brief. Ja, de Kreeft - deze heeft ook weer het een en ander meegemaakt, sinds de vorige brief. In het boek over de Zodiak van de schilder Johfra (Ankh-Hermes) schrijft Hein Steehouwer behartenswaardige dingen over de Kreeft - mijn ascendant Maagd; de jouwe zal ik in de loop van de dag uitvinden. Eigenlijk hoort degeen die de asc. uitrekent, ook de plaats van geboorte te weten; Vlaanderen neem ik aan - laat mij hopen dat wij op deze siderische gebieden samenvallen. Beoefen in mijzelf tongentaal nu over groeps-ziel en groeps-karma, die ene taal die wij spreken, ach wat vragen, ik ben blij dat ik alleen maar mijn eigen vragen niet kan beantwoorden! | |
[pagina 23]
| |
Ik ben ook blij dat je mijn brief wilt publiceren. Graag had je er nog een gedicht of twee bij gehad, schrijf je. Is het nodig dat ons Gentse interview alsnog gepubliceerd wordt? Vlaamse lezers hebben bij tienduizenden tegelijk over mij kunnen lezen, in Exit, in Humo, bij de Honest Art Movement. Nu krijgt de happy few van de Vlaamse Gids er wat teksten van mij zelf bij - weten zij waarover ik het heb, als ik het ooit ergens over heb, meestal blijf ik rondtollen op datzelfde evenwicht waarin zich de kosmos bevindt. Wij mogen tenslotte nooit vergeten dat wij van de chaos op weg naar de orde zijn; dat is levenskunst en bewustzijnsverruiming, en hoe je het maar noemen wilt. Ik beschrijf in mijn eerste boek Zolang te water hoe ik als kind bijna verdronk, nadat ik te water raakte omdat een paar jongens op straat aan het tollen waren, zweepslagen in de lucht die mij, aankomende fietser, de beheersing over mijn stuur deden verliezen, zodat ik - plons, voorover, ik ben er nog bij terwijl het in de herinnering gebeurt - in de Bloemgracht duikelde. Die zweepslagen, dat tollen, te water raken, de ervaring zelf, daar ben ik een discipel van. Leonardo da Vinci zei hetzelfde in het Italiaans: Sono un discepolo della experienzia' klinkt het in mijn oor, maar ik heb geen zin de juiste spelling op te zoeken. Ik leef bij Santana en een zweepslag uit Afghanistan, ik was hier gaan zitten met de bedoeling verder te vertalen aan Ken Keyes: Handboek voor hoger bewustzijn. De uitgever, de Wetenschappelijke Uitgeverij, liet al in een prospectus zetten' de voortreffelijke vertaling, - je ziet wat ik dus onder meer op mijn geweten moet hebben!
Deze brief, als je dan toch brieven publiceert, kun je er alsnog achteraan meenemen, als je dat wilt. Ik haalde de eerste te voorschijn en dacht - er naar kijkende - meteen aan, die te gaan overlezen en er in deze tweede brief eventueel kommentaar van drie maanden later bij te geven, zonodig.
Tussen de regels doorschrijvende, behoor ik natuurlijk tot het slag schrijvers, bij wie je aan elke zin tien zinnen kommentaar kunt toevoegen. ‘Der Ich-Erzähler’ - las ik een interessant artikel over, in hetzelfde nummer van Akzente waarin ook over Poetry International geschreven wordt. En ik wil je ook wel verklappen dat sommige redactie-readers, uitgevers-lectoren, professionele lezers dus, mijn schrijven alleen maar ‘geouwehoer’ vinden - ik heb inderdaad een soort geklepper over mij, dat in het Amerikaans een rap genoemd wordt. Ik ken meer rappers: Ken Kesey, Jakov Lind, Norman Mailer, Alexander Trocchi - die heb ik tenminste aan de gang gehoord, zó dat zij niet te stuiten waren, en in gezelschap de verbale kommunikatie monopoliseerden. Ik mérk dat wat mijzelf betreft, heb leren luisteren, toehoren, ook als snak(te) ik er naar mijn duit in het zakje te doen - en wie mijn geschrijf geouwehoer vindt kan het papier altijd wegleggen, en weer opnemen als hij mijn zangstem toch weer wil horen!
Klinklank; andere kant van Santana: die Caravanserai-plaat. Brom- | |
[pagina 24]
| |
mers buiten, raam naar Amstel open, boven Joris blaffende, Barbara hiernaast - tussen deze regels bijvoorbeeld een loop je naar buiten, Talitha zoekende om met Reineke mee te gaan, bij meisje dat Barbara heette op bezoek, praatje met Vader Van der Linden, en Tante Jet, terug van vrijheid vrouw vrienden verwanten, terug tot dit: - lezende in de brief die ik Tina Jansen zojuist schreef. Het is prettig als je een lieve en zorgzame partner in de buurt hebt (Vissen asc. Kreeft) die alles wat uit je vingers komt, leest - dat is voorgaande keren wel anders geweest! Zo'n steun, als er iemand is die achter je staat, je totaal begrijpt (wat afgestript samen!), weet wat je doet, en met wie je van gedachten kunt wisselen - over al die banale belangrijke futuristische futiliteiten, die werelden die in een huisgezin opengaan, die kosmos van het kind - een baby met grotere ogen opgroeiende, een zoon van veertien het leven binnenduikelende, twee dochters in de aanvallige leeftijden van 7 en 11, binnenkort 8 en 12. Wat er al niet plaatsvindt. Van hoeveel leven het leven zelf getuigt. En je hoeft alleen maar te kijken, objectief medelevend toezien. Ook naar jezelf (bij nieuwe pagina: dit gaan er niet nog eens 14 worden, hoewel wie weet - ik brei even door) kijken; wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Grootste wijsheid altijd weer eenvoud blijvende - hoe ingewikkeld de mensen het zichzelf maken, de emoties waarin je verstrikt kunt raken, de drama's en problemen die je jezelf aandoet, terwijl zij vaak niet eens nodig zijn! Alles een kwestie van instelling, en bewustwording, wat dat betreft doet het boek van Keyes mij bijzonder goed, zo'n stap-voor-stap-ontwikkeling heb ik zelf alleen maar aan de hand van de scherpe kantjes der realiteit leren kennen. Nog steeds domme dingen, nog steeds bezorgdheden, stappen opzij, aarzelingen... Terug tot deze brief dus, waarmee ik mij weer bij jou en jullie allen binnenstort. Weer en Wind gaat anders heten; Remco vond het geen mooie titel. Nu in de weer (en de wind) op zoek naar een andere. Mij best. Ook een aardige titel. Kreeg Remco te pakken, bij de Bezige Bij, één telefoontje - klaar is Kees (Lekkerkerker nog lang niet)! Ook over Nicolaas nooit uitgesproken; gisteren nog een lang gesprek met Léon Dupont van de boekhandel Au Bout du Monde op de Singel naast de Vijfvliegensteeg waar Kroese zijn etablissement had. Toevallig, of niet toevallig, vanavond weer de maandelijkse bijeenkomst van de Orde der Verdraagzamen, waarover je meer zult kunnen lezen in het binnenkort te verschijnen Folio Fontein-boek ‘Inzicht in Verkeer met gene zijde’ onder redactie van Noud van den Eerenbeemt en mij. Met ‘Inzicht in...’ willen wij een serie ‘readers’ brengen over verschillende thema's, liefst met primeurs, zoals nu de Gesprekken met Godfried, waaruit een voorpublikatie. Mijn BRES-rubriek over Schotland, Wales en Somerset intussen verschenen in het 54e nummer. Mij is er veel aan gelegen, de min of meer mystiek-ingestelden te wijzen op het dichbij gelegen Engeland. Waarom | |
[pagina 25]
| |
zou je dingen in Tibet, India of Japan gaan zoeken? Niet dat ik daar iemand mee wil ‘downputten’ - zelf kocht ik weer twee Tibetaanse juweeltjes van boeken gisteren, van de Dharma Publishing van Tarthang Tulku, een van de Tibetaanse boodschappers in de wereld. ‘Reflections of Mind - Western Psychology Meets Tibetan Buddhism’ met teksten van o.m. Claudio Naranjo en Charles Tart (andere medewerkers ken ik op eerste gezicht niet); het tweede ‘Mind in Buddhist Psychology’ uit het Tibetaans vertaald, (toch al weer!) Te weten waarheen wij gaan. Met de krachten die wij kennen, van onszelf, de inspiratie, de intuïtie, het gehele poëtische arsenaal van grenzen overschrijden en volledig zee kiezen, en - telkens als je weer met het onmogelijke gekonfronteerd wordt - met de uitspraak van Nobelprijswinnaar Linus Pauling in het achterhoofd: Er staan dingen te gebeuren waarbij ons verstand niet toereikend is. En over de instelling van het afwachten: nieuwsgierig en met entoesiasme.
Zo ook de hernieuwde kennismaking met Uri Geller, vorige week ten tweede male op het NL t.v.-scherm. Zijn eigen boek adverterende, dat ik dan ook bijna ademloos uitlas, zelfs in die mate dat ik het boek van Andraija Puharich over hem ging herlezen: ik heb de engelstalige Londense Futura-uitgave, in NL bij de Zuid-Hollandse U.M. verschenen. Als je dat gaat lezen, onverwacht, staat je wat te wachten. Te veel om hier even over te vertellen. Bereid je voor! Via de televisie zag je nog niets, als je niet tot je hebt laten doordringen wat voor krachten dat kunnen zien waarmee Geller zijn ‘tricks’ doet. En dat het geen trucs zijn; daar ben ik zeker van! Alle antwoorden in handen, maar geen schema om het algemeen inpasbaar te maken. Of zoals daar geschreven staat (bij een mathematische vergelijking, korrektie van Einstein: ‘An implication of this theorem, as yet unrevealed, will solve the problem of the superconscious. The whole group of concepts has te be revised. The problem of psychokinesis, clairvoyance, etc. at the present stage is all right, but profoundly misleading - permit us to say the truth. Soon we will come to basic universal categories of explicating the superconscious. Just as Jesus said, “It is not work, but grace.” A fruitful, creative approach to the superconscious is indeed a progressive reception of grace.’ Niets meerte zeggen. No comment. Las mijn tekst over; kon er zelf moeilijk doorheen komen. Toch weet ik nog wat er staat, uit die lichterlaaie nacht een zweepslag. Ik zou je inderdaad nog enkele pagina's tekst willen geven. Map vol papieren hier. Uit de laatste tijd, gebenedijde creativiteit. Genade, en dankbaarheid - ja, wat een vervelende onderwerpen om iets over te schrijven. Ik héb nu eenmaal niets anders. Ik maakte me zorgen om een lezing over Goddelijke Wijsheid die ik twee zondagen geleden voor de Theosofische vereniging in Appingedan moest houden. Het ging vanzelf; | |
[pagina 26]
| |
ik had er Vader I Tjing eerbiedig op nageslagen. En ik vroeg me af, in de nacht daaraan voorafgaand, toen ik trachtte mijn ideeën op papier te zetten, zodat ik vanaf het papier had kunnen lezen, en de tekst ter publikatie in Theosofia aanbieden - maar het werd weer: recht voor zijn raap voor de vuist weg, en lachen, vlinderen, vonken... - ‘Als het nu eens de onschuld zelve mocht zijn, die zou spreken? Alsof er niets gebeurd was, kon gebeuren, zou gebeuren? Alsof het niet de eerste dag was, waarop alle wegen nog openstonden? Geen verboden? Geen bepalingen? Geen dogma's? Geen ideologieën? Geen meesters, geen slaven, geen knechten, geen heren - niets dan de onschuld zelf, mens of dier, plant of steen. Ach, maar wij hebben het woord gekregen, nietwaar, en genomen? Niet alleen namen gaan geven zijn wij, maar wij hebben ons ook alles toegeëigend. Mens, die grote dief, ervaringen en eigenschappen. Karaktertrekken ontleend, aan al wat leeft, parasiet, voetvolk, kanonnenvlees, stemvee? Allang niet meer hier de onschuld die spreekt - een buikgriepige die de omweg naar de kortste weg zoekt, telkens een nieuw begin wagend. Zich niet overgevend. Zich overgevend? I Tjing mag antwoorden. Moet antwoorden. Voor de Voleinding, 64, 9 op de 6e plaats: Bevrijding.’
Dat was ik, in de nacht van de 14e op de 15de, 5 dagen voor de laatste volle maan, waar wij nu weer 5 dagen doorheen zijn. Ja, ik leef met de Maan - blijft kosmische spiegel. Verduidelijkt het leven. En dan heb ik nog een tekst van 6 pagina's, van de zondag daaraan voorafgaand, beginnend' De eeuwig groene jachtvelden. Iedereen wordt er vermakelijker door', en nog een tekst voorgelezen bij de opening van schilderijen van Dees de Bruyne, 5 september, beginnend: ‘Opvallend onzichtbaar / stoned tot op het astrale vlak’, 3 pagina's. En om voor te lezen in de Melkweg schreef ik nog een tekst ‘Sub Specie Aeternitatis’ van zeven pagina's, en in augustus begon ik aan een boek, en in juli schreef ik een gedicht om voor te lezen in Baarlo, bij werk van Shinkichi Tajiri en Dick Elffers, opgedragen aan Cas Oorthuys. De laatste verscheen als kleine privé-uitgave bij de X-Press in Baarlo. Ik stuur het allemaal niet. Ik groet je. Ken mij. |
|