| |
| |
| |
[Nummer 12]
Rudolf Geel
Bitter en zoet
RUDOLF GEEL
Geboren op 27 januari 1941 te Amsterdam. Studeerde Nederlands. Wetenschappelijk medewerker aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Redacteur van het tijdschrift ‘De Gids’ sedert 1972. Publiceerde de romans ‘De magere heilige’ (1963), ‘De weerspannige naaktschrijver’ (1965), ‘Met een flik in bed’ (1966, in samenwerking met J.W. Holsbergen), ‘Een afgezant uit niemandsland’ (1968), de verhalenbundel ‘De terugkeer van Buffalo Bill’ (1971), en de studie ‘Schijnhelden en nepschurken’ (Beschouwingen over het beeldverhaal) (1973, in samenwerking met R.H. Fuchs).
Binnenkort verschijnt de verhalenbundel ‘Bitter en Zoet’.
(wat voorafging: Na het succes van de film Het onweer, waarin zij de hoofdrol speelde, krijgt de Nederlandse filmster Angie Hoffman een contract aangeboden van de Amerikaanse filmmaatschappij Fox. Na een korte vakantie in Wales, samen met een journalist, vertrekt zij naar New York om daar haar eerste Amerikaanse film te gaan draaien.)
Angie's vertrek vanuit Nederland naar het beloofde land, waar sterren in versneld tempo worden afgedraaid, betekent in allerlei opzichten een breukpunt. De verhalen om haar heen kregen internationale allure, en dat betekende dat heel wat mensen die haar niet gekend hadden, alleen maar gezien, kwaad over haar spraken.
Zij pakte de zaken grondig aan. Binnen drie maanden trouwde zij met de acteur Joey McNamara, die naam had gemaakt via een langlopende t.v.-serie van onbestemd signatuur. Dit huwelijk duurde niet lang: een half jaar later vertrok zij alweer uit McNamara's huis, en vroeg echtscheiding aan wegens geestelijke wreedheid.
Hoe wreed was de acteur in werkeljikheid voor haar geweest? Had hij
| |
| |
haar gebruikt in een poging zelf aan betere rollen te komen? Hoe moet je je dat voorstellen? Moest zij op onduidelijke feestjes zich de vette glimlach laten welgevallen van zijn vriendjes, die ook bij de film speelden, of op min of meer lucratieve wijze connecties onderhielden met de onderwereld? Over McNamara bestaan weinig gegevens. Hij kreeg na zijn rol in die ene serie geen belangrijk werk meer, en dat is ook niet verwonderlijk want hij werd ouder en het genre waarvoor hij stond, raakte uit de mode. Aan Mona Robbins, die artikelen over haar schreef in de Los Angeles Review, vertelde hij dat hij Angie oppikte toen zij kauwend op een taai stuk vlees in een restaurantje zat te wachten tot hij kon gaan werken.
Zij zonderde zich nogal af en was bang de straat op te gaan. Bovendien, zei de acteur, had zij heimwee naar Nederland, waar alles zoveel overzichtelijker was. Zij toonde zich bijzonder opgelucht dat iemand aandacht aan haar besteedde(!), zij gedroeg zich ah een ‘blij, klein meisje’, in het bijzonder wanneer Joey haar mee uit eten nam. Langzamerhand begon zij eraan te wennen dat ze niets anders hoefde te doen dan rustig en geconcentreerd werken. McNamara claimt dat hij haar inzicht verschafte in wat haar te wachten stond als zij slaagde. Vervolgens schildert hij haar af als iemand die verslaafd is aan sigaretten, altijd met een glas sherry in de hand wanneer niemand aandacht aan haar besteedt. Die Joey. Zie de tweedeplansacteur zijn brief opbrengen. Is hij niet fier? Is hij niet de echte ster? Heeft het publiek niet ademloos de hele avond op hem zitten wachten? Donderend applaus! Met een wijds gebaar overhandigt hij Angie de brief. Die zit goed dicht. Dan leest zij hem de inhoud voor: ‘De rol van brenger dezes is voltooid.’
Natuurlijk kreeg zij op straat evenveel aandacht als voorheen. Daarbij is het wel waar dat zij zich moeizaam aanpaste. Maar het is niet belangrijk. Wie is nooit eenzaam? Angie kwam terecht in een industrie, en zij was aangekocht om geld op te brengen.
Toen ik kort geleden haar eerste Hollywood-film Sleepy sunset terugzag, werd ik opnieuw getroffen door het vakmanschap van alle betrokkenen; daarbij had de tijd zijn melancholie over de film gelegd, want allen die daar spelen zijn duidelijk zoveel jonger dan nu. Vooral Angie is lieflijk en grappig, terwijl zij daar speelt met alle hoop op de toekomst. Het lijkt of de acteurs om haar heen hun best doen het haar gemakkelijk te maken. Sleepy sunset is een alleraardigste met champagne gevulde luchtbel die maar niet wil springen. Is dat meisje daar verslaafd aan sigaretten en sherry? Kijk eens hoe onhandig zij met haar aansteker manipuleert. Haar handschoen vat vlam!
‘Ik hield van Joey’, zegt zij in een interview met Playboy. ‘Je weet pas achteraf dat zoiets overgaat. Hij kon het niet goed verwerken dat ik bij hem wegging. Maar ik voelde me toen niet meer veilig in zijn gezelschap. Hij wilde altijd de deur uit, en ik mocht niet thuisblijven. Zijn vrienden vond ik niet aardig. Ik geloof dat Joey ze nodig had, omdat hij zichzelf zo onzeker voelde. Hij deed zijn best om aan nieuwe rollen te komen, en de paar kansjes die hij kreeg benutte hij ook wel. Ik probeerde hem zich op zijn gemak te laten voelen. Zodat
| |
| |
hij niet de deur uit wou. Ik had het gevoel dat ik alles wat hij zichzelf krampachtig probeerde eigen te maken, allang had. Zoals een houding in gezelschap van mensen die hoger staan dan jij. Hij had het moeilijk met zijn leven. Ik was meer tijd kwijt aan zijn depressies dan aan studeren. Hoe beter het met mij ging, hoe groter zijn mislukking werd voor hemzelf. Overdag filmde ik, terwijl Joey thuis lag met zijn kater.’
Verhalen zijn net water. Ze dringen binnen in iedere kier. Die kieren zijn in dit geval aangebracht in de werkelijkheid. En we weten dus niet of Angie wel zo opofferingsgezind was, of dat zij een Joey had verzonnen die hulp behoefde, terwijl zij bij wijze van spreken uitgezakt in een stoel lag toe te kijken hoe haar echtgenoot zich uitsloofde voor haar.
Robbins geeft een paar voorbeelden van legendes die Angie's werkelijkheid overwoekerden. Zo is er het verhaal met de kat. Op een morgen werd zij vroeg wakker. De zon scheen, het was zelfs al tamelijk warm. Zij stond op en liep naar het raam. In de tuin lag de dauw nog op het gras. Opeens kwam er een klein zwart katje de tuin binnen. Zij lokt het naar zich toe en het katje belandt na een paar mislukte springpogingen op het raamkozijn. Zij laat het beestje aan haar hand ruiken. Tot zover kun je het verhaal voorlezen aan je kinderen. De rest waarschijnlijk ook: dat wil zeggen de ware gebeurtenis, waarin het katje na een tijdje uit zichzelf weer wegging. Maar de legende laat het katje zijn klauw uitslaan en de rug van haar hand krassen. Angie wordt razend. Zij pakt het diertje en werpt het ver van zich af, en terwijl juist de tuinman het beeld binnenstapt, kwakt het beestje tegen een stenen bloembak en blijft versuft liggen. Angie klimt over het raamkozijn, rent de tuin in, trekt haar custer uit, en legt het katje daarin. Grote verwarring bij de tuinman. Zijn schaar knipt een gevoelige hap uit de heg. Angie bloot:
Angie lijkt een spons die alles inzuigt (volgens de verhalen sperma nog het meest). Af en toe kneep iemand zacht in het beeld dat hij van haar gevormd had en de spons liep over en alles vermengde zich met elkaar en drupte op het hoofd van de op de grond verzamelde beheerders van roddelrubrieken.
Angie verliet Joey zonder al te veel misbaar. In de vijfde maand van hun verbintenis draaide zij Hé mister, mucho calor!, een komedie waarin het niet voortdurend om haar uiterlijk ging. Na het opnemen van de film werd zij door de maatschappij op een publiciteitstoer gestuurd, tijdens welke zij haar naam voorgoed vestigde door exuberant gedrag op het juiste moment. Het was herfst en najaarsstormen sloegen de golven met kracht tegen de kademuren van de New Yorkse haven. Angie liet zich gekleed fotograferen, trok toen haar jurk uit en leunde in haar kanten ondergoed tegen de wind. Op de achtergrond toeterde een boot. Die maakte de omgeving alleen nog maar unheimischer. Als je je ogen sloot leek het of je naar een ouderwets hoorspel luisterde, dat midden op het Kanaal speelde, in diepe mist, terwijl je wist dat de twee boten elkaar
| |
| |
maar net zouden missen. Dan deed je je ogen open en zag je hoe de witte vrouw der golven op de voorplecht was verschenen. Wat was zij aanbiddelijk. Waarom mocht je niet met haar mee? Want je wist met zekerheid dat ze je zou laten staan, en dat ze straks weer zou verdwijnen.
Maar deze vrouw verdween niet. Zij verscheen zelfs de volgende dag op alle voorpagina's. Hey sir, mucho calor! De dag daarna werd zij ziek, moest naar het ziekenhuis, kreeg daar de bruidssuite en ontving vervolgens alle verslaggevers aan bed. Zij was nu menselijk geworden, zo vatbaar. Als ze haar bontjas uitdeed was zij even sterfelijk als wij allemaal. Maar ze trok hem toch uit! Zij was nu eenmaal een publiciteitshoer, maar als je naar haar foto keek, dan dacht je dat ze zelfs de storm aan haar voeten zou krijgen. Dat was het werkelijke verschil tussen haar en de dames van de vrouwenclub.
Schalks keek zij in de wind. En dat vijf minuten lang. De foto die iedereen kent is de beste van de serie. Die stamt uit de tweede minuut. Het is niet moeilijk andere foto's uit de serie te pakken te krijgen. In de vierde en vijfde minuut lacht zij nog steeds. Maar de storm begint het te winnen. Zij is witter dan toen zij begon. En niet echt uitdagend meer. De kou zit in haar botten. Je begint te denken dat zij gek is, en zij moet getroost worden omdat zij zo'n waanzinnige strijd aangaat met zichzelf. Niet met die storm. Zij was geen wedstrijdzeiler.
Robbins, die over het algemeen terughoudend is wat Angie's seksuele escapades betreft, komt opeens met de opmerking dat iedere kunstenaar ernaar streeft de vrouw van wie hij houdt met haar benen wijd te schilderen of te fotograferen, of, wanneer hij een schrijver is, de paringsdaad te verwoorden. Waar dacht Mona aan, toen ze die conclusie trok? Wat zegt die ons voor nieuws wat betreft Angie? Gaat het er bij haar niet om dat zij het van spanning trillende moment in beeld brengt vóór het ontsluiten van haar benen - een eeuwige belofte? Wie van ons durft haar op de meest weerloze manier te portretteren? In haar zien wij onszelf veeleer weerloos weerspiegeld, hongerig en dus eenzaam. Wij staan zelf stuk voor stuk met onze blote kont in de wind, en zij komt langslopen en even lijkt het of de elementen haar nooit zullen aantasten. ‘Je hebt je broek nog aan’, zegt Angie met een lieve stem.
Je broek aan en je hart bonst in je keel. Op de achtergrond toeterende schepen, misthoorns, grijs, woest water, zeelieden die maanden van huis zijn Portoricanen, Duitsers, Italianen. Zij zullen straks een hoer opzoeken. Ze zullen zich strontlazerus in hun eigen kots wenden. Ze gaan de politiek in en krijgen een kogel door hun hoofd. En allemaal zitten ze vast aan hun levens, en ze worden allemaal begraven en alleen werkelijk onschuldige kinderen zouden hen kunnen bewenen.
Na haar publiciteitstoer, die eindigde met een triomfaal ontslag uit het ziekenhuis, zit Angie wat de kranten betreft, vaster dan ooit in het sekspatroon. Vooral door toedoen
| |
| |
van Herbie Koch kan zij films maken waarin zij zich kan laten zien als erotiserend comédienne.
In het kerstnummer van 1972 van de New York Evening Standard kijkt Koch terug op zijn carrière en hun huwelijk, waarbij het opvalt dat hij niets in haar nadeel vermeldt.
‘Toen ik bezig was met het scenario en de dialogen van Bring it home, monkey, ontmoette ik haar op een feestje bij Ira Janssen, die de produktie had van de film. In die tijd was het al heel gemakkelijk om Angie in een menigte te traceren: je keek waar de meeste mensen stonden en dan werkte je jezelf naar het middelpunt. Ik had haar al heel wat keren gezien en voelde niet in het minst de behoefte een praatje met haar te gaan maken. Zij had niet de gewoonte lang op feestjes te blijven, maar op die partij bij Ira kwam ik haar opeens om twee uur 's nachts tegen, toen ze waarschijnlijk net terugkwam van het toilet. Wij groetten elkaar en ze vroeg hoe het met Bring it home, monkey ging, hoewel zij toen nog bezig was met The aquarius. Ik sprak, geloof ik, mijn verbazing uit over het feit dat zij nu al dacht aan een film die ze pas over twee maanden ging draaien. Ze glimlachte en zei: “Je denkt zeker dat ik imbeciel ben, Herbie?” Opeens begreep ik waarom zij altijd midden in de cirkel stond (en ik aan de rand).’
Even verderop vertelt Herbie hoe Angie tijdens hetzelfde feestje aan hem vraagt op welke wijze hij aan zijn dialogen komt. ‘Ze vroeg me: wat denk je over mij? Waaraan denk je als je schrijft wat ik moet gaan zeggen? Ik probeerde een grapje en antwoordde dat die gedachten niet voor publikatie vatbaar waren. Maar ze vroeg door. Het zijn allemaal verzinsels! zei ik. Maar dat begreep ze niet. Ze vond die dialogen zo gemakkelijk om te spelen. Ze snapte natuurlijk ook wel dat ik ze in mijn hoofd hoorde en ze dan opschreef. ‘Maar dat moeten dan toch altijd gesprekken zijn die je ooit ergens eerder gehoord hebt?’
Ze keek mij aan, terwijl ze met haar glas speelde. ‘Volgens mij’, zei ze, ‘weet jij heel wat over mij.’ Ze lachte nog eens. ‘Weet je’, zei ze, ‘als ik een of ander moeilijk gesprek voer, dan heb ik soms de neiging om je op te bellen, om te vragen wat ik moet zeggen.’ Ik legde mijn arm om haar schouder. Ik was bezig verliefd op haar te worden. En ik raakte acuut mijn stem kwijt. Dat duurde gelukkig met lang. ‘Ik weet niet hoe je bent’, zei ik, ‘Ik schrijf het allemaal zo op dat ik denk dat je er prettig mee kunt werken.’ Ik drukte haar even tegen mij aan. Dit was onze eerste ontmoeting, hoewel wij elkaar vele keren eerder hadden gesproken. ‘Luister eens Herbie’, zei ze. ‘Je laat me natuurlijk wel altijd in moeilijkheden komen. En dat is ontzettend grappig, ik bedoel: gewone moeilijkheden die zijn veel ingewikkelder. En als ze voorbij zijn, dan ben je er ook niet gelukkiger op geworden, ik bedoel maar: het is niet voor niets dat ik soms zo verlegen zit om een grappige tekst.’
Herbie bleef niet aan de telefoon zitten wachten. Hij belde haar de vol- | |
| |
gende avond zelf en vroeg haar advies over een kwestie die Bring it home, monkey betrof. In zijn artikel doet hij het voorkomen alsof zij hem inderdaad perfect kon helpen zijn moeilijkheid op te lossen. In het verhaal krijgt de hoofdpersoon, (Angie) een Duitse neef op bezoek, die haar het hof begint te maken. De man wordt zwaar gechargeerd voorgesteld: hij dient voortdurend met zijn hakken te klappen en in een speelgoedzaak moet hij verliefd blijven staren naar speelgoedsoldaatjes en miniatuurtanks. Als niemand het ziet, pikt hij een doosje waarin een officier en twee manschappen. Als ze thuiskomen laat hij zijn nieuw bezit aan zijn nicht zien. Nu komt de moeilijkheid: zij moet afwerend reageren, maar doet zij dat nu omdat zij niet van soldaatjes houdt of omdat zij een afkeer heeft van stelen? In Kochs eerste aanzet is Angie niet bepaald een scrupuleus meisje, maar de scène met de ruzie rond het speelgoed is noodzakelijk om een sfeer van wrijving te creëren, die uitloopt op de totale afgang van de Duitser, waarbij Angie - enigszins ontredderd - in een aantal komische situaties belandt. Herbie belde Angie om haar het speelgoedprobleempje voor te leggen. Tja, daar had ze niet direct een antwoord op. Ze was vooral ondersteboven van het feit dat iemand om haar mening vroeg, in een wereld waarin acteurs onder contract werden genomen en de set op wandelden om te spelen wat hen werd opgedragen.
‘Hij was erg lief voor me’, is Angie's commentaar op de gebeurtenis tegen Mona Robbins. ‘Ik begreep alleen niet waarom hij met dat probleem bij mij kwam, want hij kan best zelf uitmaken wat het beste is, daar is hij ontzettend knap in. Hij kwam de volgende dag langs met een doosje met drie soldaatjes. Ik pakte ze eruit, ze waren schattig! Daar zou ik nooit kwaad om kunnen worden. Toen verzon Herbie wat anders.’
Angie trouwde drie maanden later met Herbie Koch, nadat zij al twee maanden hadden samengewoond. Ze gaven ter gelegenheid van hun huwelijk een feest, dat alle voorpagina's haalde, en vervolgens alle weekbladen, en daarna werd alles nog eens dunnetjes overgedaan in de geïllustreerde maandschriften.
De aanleiding is overigens niet alleen dat huwelijk, maar het feit dat zij wegliep van haar eigen huwelijksfeest en twee dagen later pas ontdekt werd in een Mexicaans hotel, waar zij uitrustte van alle vermoeienissen en verklaarde dat zij opeens stilte en concentratie had gewild. De dag daarna verschenen foto's van haar in de kranten op een vliegtuigtrap. Herbie stond naast haar en zwaaide blij en vrolijk met een enorme bos bloemen.
Het zal duidelijk zijn dat zij niet zo maar haar eigen feest in de steek liet om in retraite te gaan. De zaak werd uitgelegd als een publiciteitsstunt. Robbins geeft een beschrijving uit de tweede hand van het feest en vermeldt dat het wild was en vrolijk en hier en daar behoorlijk uit de hand liep. Terwijl iedereen al aardig dronken was, vertelde de baas van haar maatschappij, Tarrock, aan haar
| |
| |
dat hij de hoofdrol in Wuthering heights had gegeven aan een andere, hoewel Angie hem erom gevraagd had. ‘Kindje’, zei Tarrock, ‘als jij en ik geld willen verdienen en een mooie oude dag beleven, dan kunnen we jouw publiek beter niet rollen geven waarin ze je niet willen zien. Wij bestaan eigenlijk niet. Het publiek bestaat. De enige momenten waarop wij onszelf kunnen zijn, dat is op feestjes als dit. Voor jou heb ik trouwens nog wel wat anders.’
Lees dit toespraakje eens over. Welke filmbaas in Hollywood dacht ooit over zijn oude dag, waarop hij niet eens meer met eigen vingers zijn gulp zou kunnen openknopen, gesteld dat het hem inviel om dat zelf te doen. De rest is ook te gek om waar te zijn. Waarom liep zij weg als hij haar een andere interessante rol in het vooruitzicht stelde? En wat was dat voor een rol?
De waarheid, die Robbins niet op het spoor is gekomen, ligt anders. Waarom zij opeens afknapte op de wereld waar zij een der middelpunten was, wilde zij verborgen houden. Daar had haar publiek niets mee te maken! Zij hield zich daarom steeds strikt aan de weekbladversie. Misschien waren de dialogen die Herbie verzon wel leuker dan hun beider samenspraken. Misschien hield hij alleen maar monologen tegen haar. Het kan ook zijn dat zij toen al ontdekte dat Herbie een stuk van zijn persoonlijkheid aan haar ontleende. Hij gedroeg zich als een haantje, liep trots naast haar en dacht dat hij een super verstand had en dat dit verstand hem over de grillige materie van haar persoonlijkheid deed zegevieren.
Angie heeft steeds geweigerd iets te onthullen over haar beweegredenen. Alleen de werkelijke gang van de gebeurtenissen werd - zij het niet op grote schaal - bekend.
Zij vluchtte van haar eigen feest. Maar ze ging niet naar Mexico, ze liep de weg af en verborg zich in een tuin dichtbij die van hun. Toen haar verdwijning ontdekt was, ging de helft van de gasten haar zoeken. Er waren veel journalisten op het feest en het was een gedrang om de telefoons in het huis. Na een paar uur ontdekte een van Herbie's vrienden haar tussen de planten in de tuin waar zij was binnengelopen. Zij was met haar witte crèpe jurk in de aarde gaan liggen en staarde omhoog naar de palmen. Volle maan: een studio-dekor gelijk. De vriend liet haar een ogenblik waar zij was en waarschuwde onopvallend Herbie. Samen brachten zij haar vervolgens naar een motel in de buurt, waar zij haar incognito inschreven. Angie kreeg een slaappil, werd pas de volgende morgen laat wakker en vond Herbie aan haar bed, die haar precies vertelde wat zij moest doen om de zaak een publicitair interessante wending te geven. Eerst weigerde zij, maar hij had nogal wat eigen geld gestoken in de film die zij op het punt stond te gaan draaien buiten haar contract met Fox om, en hij vond dit een schitterende gelegenheid deze film in de gehele wereldpers te krijgen. (Bij dit alles blijft het onduidelijk hoe hij de journalisten van haar spoor hield. Hij had wel de politie ingelicht!).
| |
| |
Soms vraag je je af of ze niet alles hadden verzonnen, want je kunt je toch niet voorstellen dat iemand de verwarring van zijn vrouw en haar eigen liefde voor haar misbruikt ten bate van zijn bankrekening. Misschien speelde zij vanaf het begin gewoon mee.
Hoe dan ook, haar terugkeer in de wereld veroorzaakte een algemene opluchting en de samenspanners ging onmiddellijk hard aan de slag. De vrije produktie die zij de volgende maanden draaiden, Little lusty lady over, werd niet een succes, hoewel hij gemakkelijk uit zijn geld kwam. Tijdens de opnamen maakte Angie voortdurend ruzie met haar echtgenoot. Toen de film voltooid was zag ze kort na elkaar Straw dogs van Peckinpah en Carnal knowledge van Mike Nichols. De eerste vond ze gruwelijk en de tweede te literair, maar toch openden deze films haar ogen voor de mogelijkheden het geeikte patroon te verlaten. Zij vroeg zich opeens af hoe haar eigen publiek eruitzag, dat zij keer op keer tracteerde op een aantal stereotiepe trekjes, die in Herbie's scenario's en dialogen werden geaccentueerd.
Toen ze tegen Herbie begon te schelden over het werk dat ze te doen kreeg, maakte dat hun verhouding er niet vrolijker op. In oktober '72 reisde ze plotseling alleen naar Parijs en kwam daar - vanzelfsprekend - in contact met een aantal Franse filmers, onder wie Rivette, die haar voorstelden de hoofdrollen voor haar rekening te nemen in een vijfluik naar verhalen van De Balzac, vertaald naar situaties in de zeventiger jaren. Die film draaide zij in de eerste twee maanden van '73 en hij werd een gematigd succes, maar het moet gezegd worden dat haar prestatie heel verfrissend overkwam. Tot haar verrassing kreeg zij hierna van Fox de hoofdrol in Bernard Prestons tweede film Wild thing. Preston was een jonge filmer, die ongeveer tegelijkertijd met Bogdanovich debuteerde. Na het geweldige succes van zijn eerste twee films, After hours en vooral The spell, over rondtrekkende steile - wandrijders, durfde hij het aan in zijn volgende film een ster te zetten die de jonge ‘alternatieve’ jeugd van wie hij de filmgoeroe was, nauwelijks aansprak.
Angie deed erg haar best op de film, terwijl intussen haar advocaten hard werkten aan haar echtscheiding van Herbie. Een maand na het uitbrengen van Wild thing leek het erop of de heroriëntatie van haar carrière volledig zou slagen. Toen reed Preston zich tegen een boom te pletter, op een weg met veel open plekken. Angie verklaarde dat zij nooit een beter regisseur gekend had dan hij. Vervolgens trok zij zich een maand terug in de flat van vrienden. Daarna ging zij definitief in op een uitnodiging van de man die haar bekend had laten worden, Hugo Driessens, om met hem een ‘internationale’ film te maken. Driessens had na Het onweer geen succes meer gehad, en via alleen al het in het openbaar noemen van Angie's naam, probeerde hij aan publiciteit en geld te komen.
Het baarde nogal wat opzien in
| |
| |
Nederland toen ze opeens belde dat ze zou komen.
Dat was in augustus '73. Precies vijf maanden later, toen de artikels van Robbins gesprekstof begonnen op te leveren, arriveerde zij op Schiphol. De krantelezers mochten de volgende dag vernemen dat hun woordvoerders haar ‘rijper’ vonden geworden, en ‘volstrekt zonder sterallures’. De avond van haar aankomst werd voor haar een receptie gegeven in Amsterdam Hilton. Ook ik maakte daar mijn opwachting, en het lukte mij zelfs een ogenblik alleen met haar te praten.
Aan het einde van ons korte gesprek zei ze dat ze me de volgende morgen zou bellen.
Het wordt nu tijd mijn relatie met haar toe te lichten.
Nadat ik haar voor het eerst was tegengekomen in de Cinetone-studio's, raakte ik haar beeld niet meer kwijt. Waarschijnlijk fungeerde de ontreddering die zij tentoonspreidde, gevolgd door de abrupte overgang naar vrolijkheid, als een signaal dat mijn emoties op de tocht zette. Ik had onmiddellijk de onweerstaanbare behoefte haar te troosten, maar ik durfde niet, had te weinig flair, en besefte dat ik met een overvloed aan vlotheid toch niets anders dan wat oppervlakkige gemeenplaatsen had kunnen uiten.
Maar zij was haar treurigheid op slag kwijt, en daarmee kwetste zij mijn tederheid. Zij maakte zich ongrijpbaar, en daarmee begeerlijk.
De films waarin zij een minuscule rol speelde, bekeek ik met gespannen aandacht. In iedere scène waarin zij optrad, probeerde ik het eerste beeld dat ik van haar opving, terug te vinden. Dat mislukte steeds. En zo werd zij een herinnering die zichzelf najaagde. Het was maar goed dat zij daar zelf geen benul van had.
Omdat de Nederlandse speelfilmindustrie op een wankele basis rustte, werden alleen potentiële kassuccessen gerealiseerd. Deze misten de charme en het vakmanschap van films die gemaakt werden op basis van een lange traditie. Wel werd er over vakmanschap en professionele aanpak voortdurend gepraat. De geslaagde vermaaksfilm voert de kijker binnen in een fantastische wereld waar het leven behaaglijk is en troostrijk. Zelfs moeilijkheden lijken op een feestje in dit paradijs waar de grote sterren onze gids zijn: adam en eva; als het meezit worden wij ter plekke uit een van hun ribben tot leven gewekt.
Over het bereiken van dit laatste effect werd ook door Nederlandse filmmakers uren lang gedelibereerd. Maar als ik dan keek naar wat zich op het scherm ontrolde, dacht ik: uit die rib daar zou ik niet graag willen ontstaan en wil dat schorre wijf onmiddellijk haar tas inpakken en het doek verlaten!
In deze beroerde kopieën van de volmaakte illusie, liep Angie net zo verloren rond als haar collega's. Toch bezat zij al vanaf haar eerste optreden in Temmings Onderwereld een natuurlijke lichtvoetigheid, die het prettig maakte naar haar te kijken. Tussen het puikje van de Nederlandse toneelspelers bewoog zij zich met
| |
| |
een nog onopvallende gratie, maar wat mij betreft verdreef zij al die hinkepoten toen al van het doek.
Toen verscheen Hugo Driessens in het wereldje. Hij was net van de filmacademie gekomen en maakte met een C.R.M.-subsidie het succesvolle filmpje De commandant, waarin hij Angie een rol gaf als moderne marketentster, die de commandant van de Eerste Nederlandse Pantserdivisie, op oefening in Duitsland, voor schut zet. Een erg aardig verhaal, zij het hier en daar wat overdreven aangezet, en met een net iets te opgelegde antimilitaristische strekking. Het werkstuk zou niet meer dan als aardig zijn bestempeld wanneer Driessens Lonneke Jacobi, of een ander ‘natuurtalent’ de hoofdrol had gegeven. Maar hij koos voor Angie Hoffman (in de film heette ze Kathy; op de achtergrond draaide de radio in de tent van de commandant voortdurend Cathy's clown van de Everley Brothers) en zij bracht een bijna lijflijke verbinding tot stand tussen de toeschouwers en de geplaagde commandant, zodat ook wij door haar werden verleid zonder dat wij tot actie mochten komen. Aan het eind van het filmpje zien wij haar baden in een beekje bij het oefenterrein. Op de achtergrond zwaar geschut. Een tank komt links het beeld inrijden. Plotseling is hij verdwenen, en het gedaver van kanonnen en stenguns sterft weg. Een grote (en groteske) stilte daalt over het terrein. De avond valt en de kleuren verliezen hun scherpte. Op dat moment wordt er een nieuwe horde bezoekers van het paradijs geboren uit de rib van Angie, die natuurlijk is geconstrueerd door de regisseur en de cameraman, en door de schrijver van het verhaal. Maar zij is het door wie de verbeelding gaat glanzen: dat maakt haar als enige onvervangbaar.
Zij werd ‘een ontdekking’ genoemd.
Ik verzocht de redactie van Het Parool, waarvoor ik free-lance werkte, of ik haar mocht interviewen. Maar die wilden me liever laten praten met de regisseur. Aan Driessens had ik evenwel weinig te vragen.
Korte tijd later kreeg Driessens geld om Het onweer te maken, en het is logisch dat hij opnieuw Angie, die uiteindelijk zijn ontdekking was, in de hoofdrol zette. Toen deze film rijen van soms honderd meter lang voor de kassa's veroorzaakte, stond niets mij meer in de weg om Angie Hoffman te interviewen. Zij maakte tijdens onze afspraak een wat matte indruk, en toen ik haar dat voorzichtig onder de ogen bracht, gaf zij dat ook onmiddellijk toe. Ze zei dat ze de vorige avond laat naar bed was gegaan en dat ze de laatste dagen al zoveel vragen had beantwoord, dat het op een kruisverhoor begon te lijken. Maar dat laatste was niet waar: ik was de eerste interviewer in een lange rij. Zij gaf dat later ook toe en leverde als verklaring dat ze van me af wilde, omdat ik mij zo duidelijk goed omtrent haar had gedocumenteerd. Zij vond dat ‘griezelig’, alsof ik in dienst stond van de B.V.D. (vandaar die opmerking over dat verhoor). Wat een naïviteit! Of was ze
| |
| |
echt bang dat ik vragen kon stellen die haar in de war zouden brengen, die haar bestaan op de helling konden zetten?
Het is merkwaardig dat juist zij mij op die manier overschatte. In ieder geval was zij vol lof over Hugo Driessens, die haar perfect had begeleid en haar een ‘essentieel stuk zelfvertrouwen’ had geschonken.
‘En begrijp jij wat je voor hem gedaan hebt?’ vroeg ik.
Zij haalde koket haar schouders op, en boog zich toen een beetje naar voren.
‘Als hij me niet goed vond’, zei ze, ‘dan had hij me niet meer genomen. Als hij niks in me zag.’
Wat een bescheidenheid. De filmpers had haar drie keer zo luid geprezen als de regisseur. Dat was zuur voor hem. Hij had haar mogen ontdekken. En daarna trok zij hem met zich mee de hoogte in.
Ik beloofde dat ik zou opschrijven wat zij voor Driessens had betekend, en ik zei dat ik hem een goede regisseur vond, de beste zelfs, althans in Nederland.
‘Internationaal kunnen we nu heel goed meekomen’, zei Angie met aplomb.
Ik verzekerde haar dat zijzelf inderdaad heel goed meekon.
Hiervoor heb ik vermeld dat de gegevens van Mona Robbins over Angie's Nederlandse jaren niet altijd betrouwbaar zijn. Mona heeft een aantal dorpsklokken horen luiden. En zelf heeft zij wat klepels opgescharreld, in Delftsblauwe tinten en bedekt met goed Hollands laken. Ook de korte periode tussen haar vertrek uit Nederland en haar aankomst in New York, is niet meer dan een sfeertekening, vergezeld van veronderstellingen, zoals die over het aanvalsplan ter verovering van Amerika. Om in Angie's beknopte biografie niet te veel het zwaartepunt te leggen op één korte periode, heb ik over haar verblijf in Wales een hoeveelheid informatie achtergehouden. Nu ik mijn eigen geschiedenis met die van haar verweef, zal ik ook het vervolg van onze relatie uiteenzetten.
Nadat zij een week lang was afgebeuld, werd ze door een fotograaf meegenomen naar een feest waar ook ik was uitgenodigd. De fotograaf was vreselijk trots dat hij haar bij zich had, en hij mat zich een air aan alsof hij haar al vast een paar keer tot zich had genomen, op weg naar het partijtje. Hij was in feite zo trots op zichzelf, dat hij de ene borrel na de andere achteroversloeg, minzaam glimlachend en vrolijk babbelend tegen Angie. Die luisterde maar zo'n beetje naar hem, want ze kon van vermoeidheid niet meer op haar benen staan.
Na een uur was de fotograaf stomdronken. Onmiddellijk nadat hij van het veld was gedragen, stortte een aantal invallers zich op haar. Ik had daarbij een lichte voorsprong, omdat ik haar kende van het interview.
‘Dat stuk heb ik nooit gelezen hoor’, zei ze.
Ik ging naast haar zitten en begon over iets anders dan film. Ze probeerde zo goed mogelijk mee te doen met het gesprek, concentreerde zich
| |
| |
volkomen op mij, ik denk om de anderen af te schrikken. Uiteindelijk zaten we dan ook met z'n tweeën, terwijl het feest om ons heen doorrommelde, hier en daar opgeschrikt door een schreeuw.
Om een uur of twee bracht ik haar naar huis. In de auto zei ze dat ze maar één angst had, en dat was afknappen en niet meer toerekeningsvatbaar zijn. Zij had ook eigenlijk niet naar het feest gewild, maar die jongen waarmee ze kwam, had zich de hele week voor haar uitgesloofd. Toch hadden we zo'n twee uur samen zitten praten!
Vlak bij haar huis barstte ze in huilen uit. Ik parkeerde de auto voor haar deur en bracht haar boven. Ze leunde zwaar op me. Toen we in haar flatje stonden viel ze flauw. Ik maakte haar gezicht kletsnat en praatte voortdurend op haar in. Na een tijdje kwam ze bij en sprak een paar minuten met me. Via de dokterscentrale bestelde ik op haar verzoek een arts. Angie was alweer in slaap gevallen. De geneesheer verscheen na een kwartiertje en concludeerde dat zij behoefte had aan rust. Hij vroeg mij om bij haar te blijven, want later in de nacht zou ze misschien angstgevoelens vertonen. Voor dat geval schreef hij een recept uit, dat ik toen zij opnieuw sliep, snel inwisselde bij een apotheek.
‘Verwen haar maar een beetje’, zei de arts met een knipoog.
Daar had ik best zin in, maar de realisatie daarvan was een beetje ingewikkeld.
Toen zij de volgende ochtend tegen twaalf uur opnieuw ontwaakte, had ik het gordijn een beetje opengedaan. Zij knipperde tegen het licht. Maar er was bijna geen licht! Het was een grijze, sombere dag. Misschien was wakker worden en tegen het licht knipperen, zelfs in het pikdonker, iets dat ze op de toneelschool had geleerd, die ze vier jaar had bezocht, zonder dat ze een einddiploma haalde. ‘Alleen als je de rol speelt van Heiresias, de blinde ziener, dan knipper je niet tegen het licht’, had de leraar gezegd, maar er gingen weken voorbij dat ze geen Theiresias speelden.
's Middags gingen we in de stad wandelen. Ze had moeite met lopen, haar spieren deden overal pijn. Ze mijmerde over New York. Nu was zij daar nog bang voor. Ze zei: ‘Ik zal mijn eigen leven kwijtraken als ik niet uitkijk. Moet je nou zien hoe ik me de laatste dagen heb gedragen!’ Dat preciseerde zij niet. Zij was erg ernstig, en een beetje treurig, ze had het de laatste tijd goed naar haar zin gehad. Heel wat mensen keken haar na. Ze was in Nederland een beroemdheid, maar ze keerde de mensen die haar kenden de rug toe. Dat laatste was natuurlijk ook niet waar.
‘Ik zou me wel weer eens als vroeger willen voelen’, zei ze, ‘niet zo moe weet je. Denk je dat het alleen door hard werken komt?’
Iets anders kon ik niet bedenken.
‘Misschien wil ik niet weg’, zei Angie. ‘Misschien wil ik gewoon hier blijven en zo'n beetje doen wat ik nu kan.’
| |
| |
Maar dat wilde ze niet. Ze had zich in Cannes ontzettend uitgesloofd om in het licht te komen.
Even later vroeg ik waarom ze niet een korte vakantie nam. ‘Waarom niet?’ antwoordde ze. Ik vertelde haar over een bungalow in Wales, het buitenhuisje van twee Londense vrienden van mij.
Twee dagen later namen we het vliegtuig naar Heathrow. Zacht weer. Volop zomer. In het groene land, midden tussen de heuvels, betrokken wij het weekendhuisje, dat de vrienden onmiddellijk aan mij hadden afgestaan. Trouwens: haar naam was zelfs al doorgedrongen tot de vakkringen in Engeland. Wij waren nog geen half uur op onze bestemming of zij wilde wandelen. Onze naaste buren woonden op een kilometer. Hun huis was bereikbaar via hetzelfde smalle weggetje dat naar de hoofdweg leidde. Ik zei dat ik een auto zou gaan huren in Newport, dat een zestal kilometers verderop lag. Ze vond dat een veilig gevoel, een auto voor de deur. Ze prees de omgeving uitbundig, maar tegelijk liet ze merken dat de heuvels en het land en het ontbreken van huizen haar benauwden. Wij wandelen, zonder dat wij ons behoorlijk verfrist hadden. Het werd avond. Het was zo stil buiten dat ze aankondigde te moeten praten, maar ze praatte anders dan normaal: ze was bang voor de stilte.
Na een kwartiertje lopen wilde ze weer terug naar huis. Daar zette ze de televisie aan, die net een samenvatting uitzond van Wimbledon. Toen ik onder de douche vandaan kwam, zat zij op de bank, trillend van zenuwen. Ik praatte op haar in. Zei dat morgen alles beter zou gaan, dat de reis haar opgewonden had en dat de plotselinge overgang naar deze landelijke omgeving haar in de war bracht. Ik deed alsof ik er alles van wist. Zij luisterde en kwam tegen mij aanliggen, terwijl de doffe klappen van tennisballen en beschaafd applaus onze achtergrond vormden.
‘Hoe moet dat nou met mij?’ vroeg Angie.
Ik wilde haar net uitleggen hoe optimistisch ik daarover dacht, toen ik merkte dat zij abrupt in slaap was gevallen. Opeens kon ik het idee niet van me afzetten dat ik diende als een soort oppasser en pepmiddel tegelijk. Dat maakte mij niet vrolijk. De keren dat wij met elkaar naar bed waren geweest, had zij tamelijk enthousiast gereageerd, maar de beloften die zij op het scherm wekte, loste zij niet in. Allicht niet.
Zij schrok wakker bij een luid applaus op de t.v., bij het beëindigen van een partij met een Engelse zege.
‘God’, zei ze. ‘Ik heb toch niet geslapen?’
Toen ik de volgende morgen wakker werd, was zij al in de badkamer. Ik luisterde naar het geplas van water, en daarna hoorde ik haar minstens vijf minuten lang haar tanden borstelen. Ik begon me te ergeren aan dat gepoets. Toen we de vorige avond in bed stapten had ze met een klein stemmetje gezegd hoezeer ze op prijs stelde wat ik voor haar deed. Ze noemde mij ‘een soort reddende engel, maar dat zul je wel niet leuk
| |
| |
vinden, er is niets origineels aan’. Ik voelde me een beetje ongemakkelijk. Ze was aandoenlijk en natuurlijk begeerlijk, maar ik kreeg steeds meer het idee dat ze me maar wat vertelde, dat ze allemaal dingen verzon die haar een tragische persoonlijkheid moesten verschaffen. Het leek of zij de biografie opzegde van een beroemd mens, die het niet cadeau had gekregen in zijn leven. Ze zei af en toe dat ze behoefte had met mij te praten, en tussen het praten door vrijden we tamelijk vrolijk en niet te langdurig. Misschien was dat ook een manier van haar om contact te vermijden, hoorde het bij het verhaal dat ze over zichzelf ophing: een vrouw die wist hoe ze een man moest bezighouden, maar uitsluitend op haar eigen voorwaarden. Af en toe kreeg ik het idee dat ze mij gebruikte als de tamelijk zoete vulling van twee onbekommerde weken. Straks stak zij de oceaan over, op weg naar haar bestemming, maar inwendig wenend omdat zij haar eenvoudige natuurbestaan had opgegeven.
Waarom had ze dat opgegeven? Daarop bleef zij het antwoord schuldig. Misschien omdat dit antwoord niet bestond. Evenmin als een eenvoudig leven op het land. Naast alle illusies die zij wekte, kon zij evenmin als wij, haar publiek, zonder de leugen dat het elders beter is.
|
|