De Vlaamse Gids. Jaargang 58(1974)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Jan G. Elburg De kaalslag gewezen regen die plassen rijk van bladgoud nalaat doet bomen likkebaarden tussen warrig oud roest van varens laatste doorweekte bramen - mooie haren voor herfst hebben mijn heel jonge kinderen als dorre bladeren nat hooi afgeleefd gras langzamer dan forellen spelen mijn kinderen langs de beek kwiek als de buizerd zijn kan die laag bidt vandaag - vallende eikel kwetst paddestoel berkenloof rillerig van oostenwind eenzame oude bij wil binnen vanavond van de ever eten - as is verbrand hout [pagina 81] [p. 81] waar de kastanjes knallen bedenk ik bier drinkend bittere honing van monnikenwerk de kleine ramen barsten van spinrag - buiten wit voor de boomkruin donker voor de witte lucht rook komt kijken hoe noten kloppen aan het dak - verder een takkebos op weg door de heuvels de vrouw daaronder laarzen en laatste benen grijze stier ook kraaks en kreunend in laag licht Sprookje van jou en mij Als in de ontstoken haard een brandende krant waarop ik - te laat - je naam ontwaar of lang, lang na de gloedvolle tafelrede ontwaken tasten van tafelpoot naar tafelpoot met een glad masker van braaksel zoekend, behoedzaam roepend, van boom tot boom door de kale boomgaard waar je in weg liep tot voor dit huiveringwekkende poortgebouw en vrouw Holle die opnieuw de peluw schudde: het sneeuwen, sneeuwen, sneeuwen liet Vorige Volgende