Ivo Michiels en de taal van Fontana
Kunnen we de functie van de literaire schrijver niet verduidelijken met de middeleeuwse term ‘escripvain de forme’?
Na zijn roman Het Afscheid is Ivo Michiels Ikjes gaan Sprokkelen, hij is in Albisola Mare, Savona, op bezoek geweest, kortom, hij is aan een Journal Brut begonnen te schrijven, dat hem in 1963 tot het inmiddels klassiek geworden Boek Alfa heeft geleid.
Wie echter Alfa zegt, moet ook Orchis Militaris zeggen, want tenslotte kan men de dingen omkeren, en stellen dat Orchis Militaris in het leven van de mens Ivo Michiels tot Het Boek Alfa van de schrijver heeft geleid. Deze mens Ivo Michiels moest na zijn Orchis Militaris in een Exit vluchten, en het is nu niet omdat we zouden aan 't wachten zijn op wat de schrijver ‘nu eigenlijk te zeggen heeft’, dat we naar het boek Dixi(t) uitkijken, maar omdat met dit vierde boek de kringloop gesloten wordt, de cyclus waar altijd opnieuw Het Boek Alfa zou kunnen op volgen.
Met deze vier teksten is niet alleen het Vita Brevis van Ivo Michiels te boek gesteld, maar ook zijn ars poetica brevis. Een belangrijk kenmerk van deze ars poetica vind ik het doorgaan naar het eindpunt toe, terwijl de weg geleidelijk smaller wordt. Dit doorgaan impliceert hier een zich steeds exclusiever toespitsen op het materiaal, op de taal, een altijd verder gevoerde ogenschijnlijke desubjectivering van de tekst ten gunste van zijn objectiviteit, of anders uitgedrukt, van zijn materialiteit. Men kan nu van mening zijn dat een dergelijke evolutie sociaal beschouwd op een vlucht wijst voor de realiteit. In dit geval gelooft men niet in de poëtische communicatie. Voor wie de poëtische comunicatie bestaat, naast de informatieve, is deze evolutie een getuigenis dat in zijn zogezegde desubjectivering altijd subjectivistischer wordt, maar zó dat wat wegvalt aan biografische en narratieve elementen vervangen wordt door structurele en linguïstische. Deze vormen, en niet een inhoud, drukken dan de subjectiviteit van de schrijver uit. Hier stelt de taal dus de realiteit niet voor, ze voegt een organisme aan de realiteit toe, en dit organisme, de tekst, verhoudt zich tot de realiteit niet metaforisch of naturalistisch, maar structureel. Ivo Michiels vergeet hierbij het semantische aspect van de taal