De Vlaamse Gids. Jaargang 56(1972)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Op de punten van mijn slaap Ik sidder op de punten van mijn slaap, de donkerte wordt met één pennetrek verbroken. Ik word oasis, en mijn lichaam dient als buitengoed voor de bewoners van mijn vluchtend hoofd. De wilde katten wonen in ons bed, 's nachts voelen zij de prooi in mijn gedichten. Ik hoor een praatvink op zijn stemband staan, de blinde jongen hebben van het licht geen last, de dorre takjes van mijn handen kraken. Mijn oog doorboort de bodem van het dak, de zon gaat slapen in het oosten, zeer rustig uitgestrekt, het hoofd tussen de koele handen. Ik lig verbaasd de omtrek van mijn droom en van uw dij te meten. Als van een paard dat eerst een nachtclub binnendraaft, dan met zijn zachte onderlip verschroeiend lacht, smeltend het stukje ijs midden zijn eindeloze tanden. Walter Haesaert Vorige Volgende