- De klank van die woorden was nog niet uitgehelmd of Stafke... verscheen in het deurgat: amélioration à obtenir;
Stafke werd gewaar dat zijn haring hier niet braadde - zou terugkomen: amélioration non obtenue;
- Ondertussen belde Stafke bij de burgervader aan: obstacle à éliminer; mise en oeuvre des moyens; processus d'amélioration;
- Ja, ja 't is goed, Stafke, als ge dat maar weet: amélioration obtenue;
- En ze kwam! (de danstent wordt opgesteld): accomplissement de la tâche (tweede stap);
- 's Zaterdags vreesden ze dat de mist zou vallen: dégradation possible;
- doch in de voormiddag trok hij op: amélioration obtenue;
- voor en na de schooltijd kwamen de kinderen: description ( = indices);
- Als het weer meewilde, zou het morgen goud regenen: amélioration possible;
- De zon was rood ondergegaan... voorteken van wind: dégradation possible;
- Maar dat is... beter dan regen... vol betrouwen: amélioration possible;
- 's Zondagmorgens... De zon kwam schoon op: amélioration possible;
- Wat hoger in de lucht dreven wolkjes, donker: dégradation possible;
- Maar een vlaagje wind kan de kermis niet vergallen: dégradation évitée;
- Vijf minuten voor acht opende Stafke de tent: accomplissement de la tâche (derde stap);
- Het weer zou stand houden: amé-lioration possible;
- meer en meer wolken doken op: dégradation possible;
- maar ze dreven naar 't zuiden: dégradation évitée;
- De ganse voormiddag was Stafkes tent goed met volk gevuld: amélioration possible;
- Slapjes was de namiddag: dégradation possible;
- Tegen vijf uur begon de menigte toe te stromen: processus d'amélioration;
Van hier af volgen de momenten van hoop en vrees elkaar sneller op in een crescendo van spanning tot de climax:
- Te zes uur was de tent tjokvol: processus d'amélioration;
- De meesten hadden een knipmes in de broeksband: possibilité de dégradation;
- Fieleke riep Stafke om de kraan in een vers vat te slaan: processus d'amélioration;
- Ik hoor koetsen en een harmonica... Het stadsvolk: processus d'améloration;
- 't Werd later en later: zone de repos;
- 't Scheen dat de wind feller opstak: dégradation possible;
- Zestig slijpers! Mannen die verteren: processus d'amélioration;
- Een gonzend rumoer...: dégradation possible (obstacle à éliminer);
- Stafke had er een handje van weg...: mise en oeuvre des moyens, succès des moyens;
- 't Moest geweldig regenen: dégradation possible;
- Wie kon ertegen op?: dégradation possible;
- Ze rekenden buiten Nonkeltje: intervention de l'allié;
- Het pletsregende: dégradation possible;
...ging Stafke zijn oud lief halen om met haar te dansen: dégradation possible;
- Om halfeen sloeg Stafke de kraan in 't laatste vat: processus d'amélioration;
- Pletsten de zware regendroppelen...: dégradation possible;
- 'k Heb Franske... omgekocht om de torenklok een kwartier stil te houden: begin van ‘la faute’;
- Zat... kwam de veldwachter binnen: l'antagoniste;
- En sluiten zult ge op klokslag: l'interdiction;
- De garde... snurkte na een paar ogenblikken: l'élimination de l'antagoniste;
- We kunnen doordraaien!: violation de l'interdiction;
- De regen pletste, de wind gierde, de wrede wind... windhoos: dégradation possible;
- We zullen Jan Van Zier dansen en de Brabbeson spelen: accomplissement de la tâche (vierde stap);
- Maar hoor... In de verte zware slagen. Kraak! Kraak!: dégradation méritée-châtiment;
- Alleen Nonkeltje en Postje: intervention de l'allié;
Ge moet niet schreien... de schade is voor onze baas: de straf wordt afgewend (dégradation évitée);
- Hij haalde zijn kruiwagen, laadde het geld uit de bak...: accomplissement de la tâche (laatste stap).
Totnogtoe hebben we trouw (alhoewel zeer summier) het dicht dooreen geweven stramien van wisselende vooruitgang / achteruitgang kunnen volgen. (‘un récit peut faire alterner selon un cycle continu des phases d'amélioration et de dégradation)
Maar hoe moet Jozef Simons nu zijn verhaal besluiten? Er zijn zoveel mogelijkheden tot ondergang aanwezig - het slechte weer, de woestheid van de slijpers, de flirt met het oude lief, en ten slotte de hubris (la présomption) van Stafke zelf, dat een eindcatastrophe bijna onvermijdelijk wordt. Dan zou het verhaal geeindigd zijn met de straf voor de overtreding en die straf zou Stafke al dan niet in loutering hebben kunnen omzetten.
Dit zo gekende tragische patroon ontwijkt Simons: zijn held gaat niet ten onder en wordt noch vernietigd noch gelouterd. De tent wordt gedeeltelijk door de wind vernield, en Stafke moet de schade niet zelf betalen. Als wij nagaan wat wij hierbij voelen, dan blijkt eerst een lichte ontgoocheling.
Is het einde catastrophaal dan is ons artistiek bewustzijn voldaan, maar onze realiteitszin gestoord; is het einde, zoals bij Daum, te reëel, dan is ons artistiek bewustzijn gestoord. Precies deze dreigende ontgoocheling vangt Simons op door niet op te houden na de vervulling van de taak en het afwenden van het onheil. Langs kronkelwegen wordt zacht en geleidelijk de niet orgastisch afgereageerde spanning afgeleid.
‘Een gevoel van weemoed vermengde zich met zijn blijheid - want hij had zijn tent lief gekregen - een gevoel van weemoed om de deerlijk gehavende danstent en ook om de grote beuk buiten...’
De weemoed om de danstent zou de ‘rachat’ kunnen betekenen (‘ten-