[Nummer 8]
De 20e dagen van de Vlaamse gids te Oostduinkerke
Mecenaat: pro of contra?
Muziek is een duur lawaai. Deze boutade van koning Leopold II wordt nog altijd aangehaald als er sprake is over de officiële ondersteuning van ons muziekleven. Leopold II was een groot vorst maar kennelijk weinig begaan met kunst. Heden ten dage lopen er nog talloze van zijn epigonen rond, mensen, die menen dat artiesten zichzelf moeten bedruipen en die beginnen te steigeren telkens ze het woord kunstsubsidie horen uitspreken. Mensen voor wie mecenaat een inhoudsloos begrip is. En nochtans. Slechts zeer weinig kunstenaars kunnen hun scheppende arbeid verrichten zonder officiële of private steun. Zoals in het verleden moet ook nu de kunst beschermd worden. Dat is, voor zover men daar nog mocht aan twijfelen, zonneklaar gebleken tijdens de Twintigste Dagen van de Vlaamse Gids te Oostduinkerke, die aan de onderscheiden vormen van het modern mecenaat waren gewijd en waarbij de verschillende sprekers soms zeer uiteenlopende beschouwingen ten beste gaven over de manier van hulpverlening maar het roerend eens waren over de noodzakelijkheid ervan. Zoals gezegd bleek uit de uiteenzettingen alras dat voor iedere kunstvorm het probleem anders ligt. Wel was men akkoord met de bepaling dat als (modern) mecenaat dient beschouwd, iedere hulp die de kunstenaar in staat stelt zijn werk buiten de strikt economische kringloop van vraag en aanbod te scheppen, zodat hij om zijn creativiteit in stand te houden over het nodige materiaal kan beschikken en ondertussen behoorlijk in zijn levensbehoeften voorzien.
Achtereenvolgens gaven Jan Briers, Marc Hermans, Karel Jonckheere, André Vandenbunder en Willem Pelemans hun mening te kennen over de manier waarop de ‘kunstmest’ over de braakliggende velden van ons artistiek potentieel dient geëvaporeerd te worden. Vele behartenswaardige suggesties kwamen uit de bus maar al spoedig bleek het vrijwel onmogelijk vaste, onaanvechtbare criteria te bepalen. Dit was dan ook de ‘conclusie’ van Herman Buskens, die als voorzitter van De Dagen de balans probeerde te maken en van de gelegenheid profiteerde om zijn persoonlijk standpunt en dat van de massa, die naamloze verzameling ‘cochons de payant’, eventjes te belichten. De voorgebrachte teksten vindt men integraal op de volgende bladzijden-
DE REDACTIE