Frans toestel is nl. sneller, vliegt hoger en verder dan het Amerikaanse. Daar waar de F-5 een louter tactisch toestel is, kan de ‘Mirage’ zich ook eervol verdedigen tegen snelle tegenstanders.
***
Er bleef een moreel probleem: kon België zich, als lid van de NATO veroorloven oorlogsmaterieel te kopen van een land dat deze organisatie niet langer meer gunstig gezind was en de NATO-bases van zijn grondgebied had verjaagd?
Toen kwam 5 juni 1967. Tijdens de eerste drie uren van de oorlog in het Midden-Oosten verpletterde de Israëlische luchtmacht de verenigde luchtmachten van de Arabische lande nen maakte het aldus mogelijk dat de Israëlische troepen een verrassend snelle overwinning behaalden. Die overwinning was o.m. mogelijk geweest dank zij de buitengewone verrichtingen van de Israëlische ‘Mirages’.
Generaal de Gaulle reageerde onverwacht: embargo op de Franse wapenleveringen aan Israël. En men vroeg zich af welke de Franse houding zou zijn indien ons land, als lid van NATO, zekere dag betrokken zou worden in een crisis in Europa.
Het Frans embargo was een zware slag voor de kansen van de ‘Mirage’ in België. Maar er kwam een geruststelling. Van Franse zijde werd er aan herinnerd, dat tijdens de dagen die aan de oorlog in het Midden-Oosten voorafgingen, een ware luchtbrug tussen Israël en Frankrijk ontstond, waarlangs de Israëliërs enorme hoeveelheden oorlogsmaterieel hadden overgebracht. Het eigenlijk embargo heeft slechts vier dagen geduurd en sindsdien werden de wapenleveringen hervat... met uitzondering van de 50 ‘Mirages 5’ die voor de oorlog waren besteld.
De Franse industriëlen zijn desondanks aan de bestelling begonnen. Reeds vijf Israëlische vliegtuigen zijn voltooid en wachten te Istres op de opheffing van het embargo, dat wordt verwacht. Daarna zullen de toestellen gezamenlijk worden afgeleverd.
Ook de Israëliërs verwachten zich spoedig aan een gunstige ontknoping, vermits zij de twee derden van het op voorhand betaalde bedrag van de aankoop niet hebben teruggeëist, iets wat zij nochtans volgens het contract hadden kunnen doen.
De Franse regering was zich bewust van de netelige positie waarin zij haar luchtvaartindustrie had gedrongen. Daarom werd de waarborg gegeven aan de Belgische regering, dat een dergelijk embargo ons land nooit zou treffen. Dit officiëel document berust bij minister Poswick.
***
Ondanks de politieke bezwaren die nog restten bleef men in ons land geestdriftig over de ‘Mirage’.
Het ministerie van Landsverdediging stak zijn houding niet onder stoelen of banken en ook het ministerie van Economische Zaken verheelde zijn voorkeur voor het Franse toestel niet, dat inmiddels in Zuid-Amerika en in de Arabische wereld een bloeiende commerciële loopbaan begon.
Maar het ministerie van Buitenlandse zaken bleef zijn veto uitspreken. Men schrikte er terug voor politieke bezwaren. Bovendien keek men bezorgd naar de jongste gebeurtenissen in de Verenigde Staten, waar bezuinigingsmaatregelen werden uitgevaardigd om de dollar te verstevigen. Een weerslag daarvan op de Belgische economie was te verwachten.
Toen President Johnson zijn maatregelen ter bescherming van de dollar bekendmaakte en o.m. de Amerikaanse investeringen in ons land in het gedrang bracht, werd een nieuw licht geworpen op het probleem.
Een nieuwe studie werd gemaakt door Economische Zaken. Er werd een plan opgesteld om de Amerikaanse investeringen te redden. De F-5 maakte daarvan deel uit. Ons land zou aan Washington een voorstel doen dat onder de vorm van een ‘package deal’ zou worden voorgelegd.
Men was bereid 500 miljoen fr. meer te betalen om de F-5 te kopen en genoegen te nemen met een geringere compensatie indien de Amerikanen hun investeringen in ons land zouden handhaven.
***
Daarom is de Belgische houding ten opzichte van de ‘Mirage’ des te verrassender. Betekent het dat onze regering van mening is dat het Amerikaans besluit inzake investeringspolitiek onherroepelijk is?
Betekent het dat men de ‘Europese kaart’ wil spelen en daadwerkelijk een steentje bijdragen tot de opbouw van een Europese luchtvaartindustrie die zich kan handhaven naast een te machtige Amerikaanse concurrent?
Of was het uitlekken van het voorlopig Belgisch standpunt een zet om de Belgische argumentatie tegenover Washington meer kracht bij te zetten? Dat zou dan niet gelukt zijn.
Herman De Wulf