voortdurend. Sommige zijn zeer bewerkt, zonder zichtbare penseelstreken, met een oppervlakte als van oud leer, sommige zijn zeer vibrant, met vonken en flikkeringen. De laatste zijn veel strenger, geserreerd, grafisch. Zijn belangrijkste reden tot fierheid was voor hemzelf zijn kunde. Hij had lang gezocht en eindelijk gevonden een soort vibratie op een niet te grote en niet te kleine schaal, en loste op die manier een belangrijk picturaal probleem op; het was geen procédé, maar technisch kunnen. Met die techniek kon hij van de oude onderwerpen een nieuw aspect in het licht stellen. Nieuwe onderwerpen, die tot nog toe niet pittoresk waren, kon hij dank zij die technische vernieuwing, plastisch uitbeelden.
Zijn weduwe, Elsa D'haen, is bezig een documentatie te verzamelen over de voorgaande periodes. Haar doel is een cataloog aan te leggen met een begeleidende studie.
Ik zal hier dus alleen spreken over de laatste groep, de surrealistische schilderijen met psychiatrische onderwerpen.
In dat werk wilde Wauters de menselijke ellende belichten vanuit de verbeeldingswereld van de waanzinnige of de psychisch gestoorde, die door zijn overdrijving de diepe kwellingen van de mensenziel frappant tentoonspreidt. Hij stelt tegenover elkaar de wereld van de spotters, de tergers, de harteloze en monsterachtige toeschouwers, en de ongebreideld prolifererende gehallucineerde denkwereld van de patiënt. De verbeelding van de patiënt overwoekert het blad, terwijl dokters en psychiaters meten en wegen, bestuderen en classeren, terwijl het publiek, zelf aangetast, lacht of profiteert.
De paraphernalia van de wetenschap - zelf lugubere en fantastische instrumenten voor de verbeelding - worden als symbolen ingeschakeld; de rubberen handschoen, de foetus in bokaal, de zwachtels en het gaas, de scalpels, de kleuren van geklonterd bloed, vale en vage kleuren van verband, de open hemden, gestreepte pyama's, het verwaarloosd haar van zieken en gekken - dit alles suggereert een milieu van hospitaal en gesticht. Die mensen, gevangenen van hun verschrikking, verrotten met wormen, met glibberige kwallen, natte en koude vissen, slakken, zwammen, ingewanden. Zij verstikken en worden gewurgd tussen planken, met riemen, touwen, zij zijn verhangen. Zij worden bedreigd door spelden, naalden, glasscherven, gestoken en gekorven. Sadisme en masochisme schenden hen. Chirurgische apparaten staan klaar om het gevoelig vlees te scheuren. Bezoedelingen, rafelingen van kant en vrouwenlinnen, van bont en uitgedunde pluimen, geven hun valse luxe-ideeën en hun verval weer. Verrotting enerzijds, verstening anderzijds: ze vallen uit elkaar in gespleten