De Vlaamse Gids. Jaargang 48
(1964)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 452]
| |
Garmt Stuiveling
| |
[pagina 453]
| |
II Minotaure avec femme nueLieflijk ligt bij uw krachtdadig lichaam,
naakt als een godin en even schoon,
de hetaere, minziek niet maar minzaam,
als een vrouw, aan wonderen gewoon.
Maar het wonder in dit spel van lusten
is niet uw gestalt': half mens, half dier,
noch de driften die uw lijf ontrusten
met de dubb'le drang van man en stier.
Wonder is, dat uw vermenslijkt wezen
kracht speurt die niet schendt, maar die behoedt:
of in u de liefde is opgerezen,
Venus, uit de branding van uw bloed.
| |
III Scene de nuitEr is een zee, er is een kust,
vissers komen nog laat tot rust,
een jonger man leunt bij een rots
wachtende op wat? op wie? als plots
blind uit de blinde oneindigheid
de Minotaurus nader schrijdt,
zijn kop geheven in éen klacht
van de eeuw'ge nacht aan de aardse nacht.
Heeft Theseus in het labyrint
hem niet gedood, maar doodlijk blind,
boetend wat hij de mens misdeed
doen uitgaan, mens naar mensenleed,
weerloos, afhanklijk van een hand,
met een stok tastend stap en stand,
onmacht gedoemd uit overmacht:
in de aardse nacht zijn eeuw'ge nacht?
Ik ben de jongeman terzij:
gij gaat mij rakelings voorbij,
ik hoor hoe uit uw keel, gekweld,
de wanhoop kreunt van 't oergeweld;
ik zie hoe in uw bloedblind oog
geen ster weerspiegelt van omhoog;
en huivrend weet ik: nóg veracht
uw eeuw'ge nacht onze aardse nacht.
|
|