De Vlaamse Gids. Jaargang 47(1963)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 469] [p. 469] Karel Jonckheere Repliek tot een volkszangeres In curtea de argesj Roemenie Je hebt ons drie strofes gezongen in 't gras van de herfst bij wat zon je stem had een wijntje gedronken je gitaartje krees wat het kon je hoofddoek rook gulzig naar lookworst de hoed van je man droeg een pluim maar geen woord van je wrede romance bedierf zijn verrekt goede luim de liefde is een vod klonk zuur je refrein wie lief heeft is zot en kussen doet pijn we hadden het klooster bekeken waar een pope met donkerblauw haar ons een homp brood had doen breken voor een wens bij zijn karig altaar we hadden een briefje gelezen van een schuchter beevaartend paar God wil onze droefheid genezen wij blijven een kinderloos paar de liefde is geen vod en ook geen refrein voor wie eenzaam door 't lot verbonden zijn je zong van te vroeg grijze haren van het lief dat ons steeds maar verlaat je kneep olijk de slaperige snaren maar de keel van je man kwam te laat zij in de kapel was een blonde en als hij de dertig omtrent hun bed rook nog niet naar de zonde hun mond elkaar nog niet ontwend [pagina 470] [p. 470] de liefde is een vod is maar een refrein alleen maar gebod voor wie vreemden zijn in 't kloosterpark onder drie berken lagen luistrend een hinde en een ree maar dieren gaan niet ter kerke zij paren en gaan weer uiteen het lied dat vervloekt voor wat rijmen voor de markt en wat geld voor een brood is een spel dat geen hart doet bezwijmen geen solaas voor een dorrende schoot de liefde is geen vod voor een loos refrein wel koppig genot vóór veel lange pijn je zong voort van verlepte borsten op het end door geen man meer bestreeld van lippen vol koortsige korsten van handen vergrauwd en vereelt toen loerde je reeds naar mijn handen voor de penning het loon voor je lied zo raken gemeenzame randen het valse en het ware verdriet de liefde is geen vod ze is dubbel refrein dat zichzelf bespot om waarheid te zijn je zag ons het grasveld verlaten met de glimlach die vreemden vereent als ze zwerven langs eendere straten met een hart soms aan anderen ontleend de herfst en muziek en een klooster brengen mensen een moment bij elkaar maar om eigen droefheid te troosten verschrompelen wij weer tot paar de liefde is geen vod wij zijn het refrein van elkander zing tot het uit mag zijn. Vorige Volgende