of laat wel aan een der belangrijkste media van onze tijd zal moeten wijden.
En zo het dan toch om wensen gaat, mag wel gezegd worden dat het verlangen naar het verwijderen van politieke bedoelingen zowel bij het samenstellen van de programma's als bij de benoemingen het meest van al op de voorgrond treedt. Vooral sinds enkele grote of kleine benoemingen heel wat ontevredenheid hebben doen ontstaan onder een deel van het personeel of sinds men meegemaakt heeft dat twee katholieken belast werden met de realisatie van een programma over een vrijdenker als Marnix van Sint Aldegonde door een sectie die alleen uit katholieken bestond, is men allerwege de rol van de politiek in de Vlaamse Televisie gaan laken.
Op deze kritiek moet nochtans geantwoord worden, dat politieke benoemingen onvermijdelijk zijn in een nationale instelling als de Vlaamse Televisie. De wens mag uitgedrukt worden dat ieders opinie tot haar recht zou komen op het scherm en niet een enkele strekking die zich, door de toegeeflijkheid van de anderen, totaal op het voorplan zou weten te dringen. Alleen moet men er over waken, dat een politieke benoeming nooit de aanduiding van onbekwamen zou dekken. Hier moet het basisexamen, waaraan iedere nieuwaangeworvene onderworpen is, zijn volle objectieve rol spelen. Onder voorwaarde natuurlijk dat er voor gezorgd wordt dat zowel vrijzinnigen als katholieken in het land goede leerscholen voor radio- en televisiewerk zouden vinden.
Doch in de uitzendingen zelf zouden alle eenzijdige of zelfs hypocriete bijbedoelingen van politieke, godsdienstige of wijsgerige aard moeten geweerd worden. Laat de katholieke, liberale of socialistische gedachten volledig tot uiting komen in de uitzendingen die hen speciaal gewijd zijn. Maar laat men ophouden met aan verkapt missionariswerk te doen door b.v. een uitzending over Socrates te laten dirigeren door een geestelijke, die er bij het slot de conclusies uit trekt die men kan raden. Men vraagt toch ook aan dr. Flam niet om de Jezuïeten aan het publiek voor te stellen!
Een andere wens die uitgedrukt wordt, ligt hierin dat met steeds grotere aandacht en eerlijkheid zou gezocht worden naar de personen die het bewijs kunnen leveren dat zij werkelijk in staat zijn televisie te maken. Televisie-uitzendingen op de been zetten en realiseren is geen ambtenaarswerk in de pejoratieve betekenis van het woord. Het is een dynamische, creatieve job. Het is vooral een taak, die zich van één mens naar andere mensen moet richten. In die zin hebben wij van Omer Grawet, Paul Louyet, Hubert van Herreweghen uitzendingen gezien die ontroerend werden door de oprechtheid, de eenvoud en