hij keek rond, trok de schouders op en deed zijn hoorn loeien. Anderen namen het van hem over. De versteende vlakte gaf een macht van geluid. En onverwacht, bij toverslag, zweeg ook dit. Er werd iets van de verte, van het stadshart aangedragen in woorden die, niet overluid, zich van mond tot mond voortplantten. Wij hoorden de klank aanvaren gelijk een sterk windgeruis in dichtbebladerd bos.
- Er is iets gebeurd! Een ramp! Op 't Hull!
Deze exclamaties uit mannekelen, schor van emotie, maar gedempt, trokken, gespleten door de kop van onze vrachtauto, aan weerskanten langs ons heen. Wat er gebeurd was scheen niemand te weten. Wij drieën keken uit naar 't Hull, achter de huizenzee verborgen, dat kleine verre razende hart volgestampt met oude sombere huizen, wier fundamenten nimmer tot rust konden komen door de meedogenloze schudding van het stadsleven.
Waar we stilstonden hadden we de blik in twee lange smalle straten die enigszins van elkaar wegweken. Ik zocht de ene af, zag evenwel niets dan heel aan het eind boven de afdamming met gebouwen een bleke horizon, geen stof, geen rook, geen vlammen, geen as. Maar ik heb nu eenmaal een merkwaardige déveine: ik bepaal mijn keus altijd verkeerd. Mijn zware makker stootte me aan.
- U moet daar kijken.
Hij wees de andere straat in. En waarlijk, ik had mij weer georiënteerd. 't Hull lag ginds verweg, verborgen. Maar mijn mond viel open om wat ik aanschouwde, en dat merkte ik eerst toen ik hem weer sloot. Want op schijnbaar onmetelijke afstand begon er iets boven de daken te gluren, donkere likkende tongetjes, neen, de slappe kelkbladeren van een zwarte bloem, neen, lange slingers zwart zeewier dat omhoog zich samenvlijde tot... ja, het werd weer een bloem, een grote losse zwartfulpen tulp, en door reten in loodlijn scheen de dag. Even verder begon op de stadskim zich een tweede dergelijk gewas te ontwikkelen. We hadden nimmer zoiets gezien. Niemand had ooit nog zoiets gezien. De chauffeur gaf een vloek.
Het meeste komt wel weer terecht, en zo was het ook hier. De opstopping ontbond uiteindelijk zichzelf; voor de verkeerspolitie die evenmin doorgang had kunnen verkrijgen viel er per slot niets meer te doen, en twee uur te laat stond ik op het binnenterrein bij mijn rechtbank die vanuit een andere hoek het verschijnsel had waargenomen en er even weinig van begreep als ik.
Laat ik eindigen met de mededeling dat ik me nooit heb verdiept in wat er precies was gebeurd op 't Hull. Ik kon de krantenkoppen niet ontgaan, en aldus werd me iets opgedrongen van chemische goederen, van een ketting-reactie met onvoorziene fantastische uitwerking, zonder ontploffing, zonder merkbaar geluid. Maar er moeten daar wel een dozijn tulpen hebben gebloeid, kunsttulpen die los gevlochten leken uit iets met het voorkomen van inktzwart zeewier.