Zeer losse opmerkingen
door Jan Greshoff
6
ER bestaat in Zuid-Afrika sedert enige jaren een Nationaal Toneel, dat met zeer aanzienlijke staatstoelagen werkt. Twee troepen bereizen het land, een Engelse en een Afrikaanse. Men kan niet volhouden, dat de belangstelling voor het werk overweldigend is.
Hier heeft men nu een voorbeeld van de onmogelijkheid om, zelfs als men er veel geld voor beschikbaar stelt, de natuurlijke geestelijke groei te verhaasten. Het Nationaal Toneel is opgericht zonder voorafgaande grondige en vooral deskundige studie van de plannen. Men is niet begonnen met een marktonderzoek, zoals dat volgens moderne werkwijzen door vakmensen wordt vastgesteld. Men is dus, om te beginnen, van wal gestoken zonder te weten of er genoeg belangstelling en steun van het publiek te wachten was. Men liet zich als gewoonlijk, bedotten door wensdromen: ‘Je zult eens zien, àls het Nationaal Toneel er eenmaal is, komen de belangstellenden in dichte drommen opzetten!’ Wij hebben niets van dit alles gezien.
Voorts is men het werk aangevangen zonder een voldoende aantal talentvolle, bekwame, ervaren beroepskomedianten. In plaats van deze eerst op te kweken en hun studie in Europa te doen voleindigen, heeft men bijeengegaard wat men maar krijgen kon. Het peil wordt aangegeven door het feit dat André Huguenet, een door zichzelf mateloos overschatte toneelspeler, de koning Eenoog van dit gezelschap is.
Ten slotte had men wel een Nationaal Toneel, opgericht met Nationaal Geld, een weinig samenhangende, middelmatige troep, maar in het geheel geen Nationaal Repertoire!
Men opende met een uiterst zwakke opvoering van Minna von Barnhelm en na enkele jaren is men aangeland bij een bewerking van John van Drutens jarenlang al uitgekauwde Broadwaysucces: ‘Ek onthou vir Mamma’.
Een ieder die, in dit land, oprecht belang stelt in de aangelegenheden des geestes, vraagt zich af: werd het Nationaal Toneel, met overdreven bijdragen uit 's rijks kas, opgericht en aan de gang gehouden, om lichte blijspelletjes te vertonen; of was het de bedoeling een staatsinstelling in