gearresteerd, geoordeeld en gestraft, duizend onschuldige slachtoffers wier enige zonde bestaat uit het verlangen hun door de overheid opgelegde ellende voor enkele uren te vergeten.
Hij, nog altijd de overheid, die zijn noodlottige invloed in alle kringen doet gelden, heeft door veile geneesheren doen uitmaken, dat dagga iets verschrikkelijks is. Dagga is in werkelijkheid een van de onschuldigste illusiemiddelen en niet of slechts in geringe mate gewoontevormend. Waar de overheid met zijn dienaren en voorstanders zich volgiet met vuurwater, ontelbaar dikke sigaren rookt en zich ook verder geen genot of genotmiddel ontzegt, mogen ‘de vernederden en beledigden’ vooral niet, in dagga, een korte onderbreking van hun lijden zoeken.
Prof dr. P. van Wulften Palthe, die niet honderden, maar duizenden opiumschuivers, jonge en oude, onderzocht, heeft mij te Batavia verzekerd dat opium, mits in een normale mate gebruikt, doodonschadelijk is. Om een valse indruk te vestigen, komen de opiumbestrijders altijd met uiterste gevallen aan. Zoals de droogleggers het niet zonder volkomen verlopen dronkelappen, als demonstratiemateriaal, kunnen stellen. Volgens mijn zegsman, een te goeder faam bekend hoogleraar in de medicijnen, is het matig gebruik van opium in geen enkel opzicht schadelijker dan het matig gebruik van alcohol en nicotine. Terwijl het misbruik van opium ongezond is, doch niet ongezonder dan het misbruik van gedistilleerd en rookrommel.
Ik kan mij niet voorstellen dat veertig tot zestig sigaretten per dag, geen uitzondering, onschuldiger is dan nu en dan een daggapijpje. Het verschil schuilt hierin. De machthebbers mogen zich alles veroorloven. Het Wein-Weib-und Gesang is reeds lang vervangen door scotch, vrouwspersonen te over en vuile moppen, met daarbij dan nog een krankzinnige overdaad van sigaretten. Waarom vermaken deze welgestelde en machtige manspersonen met hun vrouwen zich aldus? Om te ontvluchten aan hun zorgen, onzekerheid, leegheid, geweten. Maar als een stakker, óók om te ontvluchten aan zijn zorgen, onzekerheid, leegheid en geweten zijn toevlucht neemt tot een pijpje dagga, staat de H. Harmandad opgewekt als altijd gereed hem in te rekenen.
Het bestaan op aarde is zo grondig verpest, dat driekwart van de bewoners ervan walgt. Zélfs zij die krachtdadig aan de verpesting medewerkten. En miljoenen hunkeren dag en nacht naar één ding: vergeten! Daar nu bestaat geen enkel bezwaar tegen als men sterke drank, havanas en dure wijven kan bekostigen. Maar wee, de vluchteling, die alleen maar en dan nog node een pijp dagga kan betalen! Hij vliegt de petoet in!
Het gepraat over verdovende middelen, over drankzucht en longkanker door sigaretten, is van geen enkel belang omdat het op geen enkele grondslag berust en evenmin een doel heeft.
Wil men om de een of andere mij onbekende redenen de mensheid zijn genotmiddelen ontnemen, dan is er maar één werkelijk doeltreffend middel