De Vlaamsche Gids. Jaargang 30(1946)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 466] [p. 466] Ballade aan een zeeman 'k Wou zingen als een fijne snaar bij het begin van die ballade, want die twee kindren stonden daar alleen maar met hun droom beladen, hun jonge handen in mekaar en in hun ogen drang naar daden, - een schip vertrok, de lucht lag klaar en zij verdroomden op de kade. De hartstocht groeide tot gebaar in zomernachten zwaar geladen, een man een vrouw die aan mekaar hun wilde levensdrift verzaden. Hij wist de goedheid lag in haar - verdroomde, schoon begrensde daden. Een schip vertrok, de lucht lag zwaar en zij die leefden op de kade. De ouderdom, die tovenaar van weinig winst en zoveel schade, verganklijkheid van ieder jaar, waaruit ze telkens moeder traden. De geest werd traag, de leden zwaar, het hart alleen had niet verraden. Een schip vertrok, zij bleven daar want zij vergrijsden op de kade. Prince, Jij die niet bang bent voor gevaar en zwerven durft op Gods genade, jij bent een groter kunstenaar dan die verdorren op de kade. Paul BERKENMAN Vorige Volgende