| |
| |
| |
Boekbeschouwing
George Macaulay Trevelyan. - Geschichte Englands. 2 deelen. Verlag R. Oldenbourg. München. 900 blz. Ing. 15 M.; geb. 17,50 M. (36 kaarten).
Dit schitterend werk van Professor G. Macaulay Trevelyan van de Hoogeschool van Cambridge plaatst zich torenhoog boven het peil van hetgeen de vorige generatie ons op dit gebied geschonken had. Al wie eenigszins het belang der wetenschappelijke geschiedenis beseft, zal de beteekenis van deze boeken weten te schatten en den geleerden schrijver oprecht dankbaar zijn voor zijn onvermoeiden en hoog-ernstigen arbeid. Wie een hoofdstuk leest, waarmede hij meer vertrouwd is, zal erkennen de nauwgezetheid, waarmede de auteur de laatste literatuur en de nieuwste inzichten heeft doorgemaakt en benut, de onbevooroordeeldheid en vooral de helderheid van de uiteenzetting, haar levendigheid en het spannende van het geheel. De groote persoonlijkheden, evenals de politieke en krijgskundige, economische en technische, godsdienstige en letterkundige ontwikkeling van het Britsche Rijk, voor ons nog steeds de leider van onze wereld, worden volkomen belicht. In onzen totalitairen tijd spreekt het van zelf, dat het voornaamste bestanddeel der wereldgeschiedenis voortdurend met de nationale stof verweven werd, wat voorzeker van aard is om de objectiviteit van zulke heerlijke productie te louteren. De schoone overleveringen van de Engelsche historiografie getrouw, heeft Macaulay Trevelyan ook een open blik voor de onvermijdelijke zwakheden van zijn volk en schuwt zich niet, waar dit noodig bleek, gegronde critiek uit te oefenen, waarvoor hulde dient gebracht aan zijn eerlijk gemoed.
| |
A.G. Macdonell. - Napoleon und seine Marschälle. Verlag E.P. Tal & Co. Weenen. 320 blz. 28 afbeeldingen; ing. M. 4,80; geb. M. 6,80. Vertaling van H.E. Herlitschka.
Dit is het epos der 26 Napoleontische veldheeren, zijn Maarschalken; het heerlijke verhaal van hun daden en van hun vaak zoo tragisch lot. Deze beroemde zonen van beenhouwers, molenaars, metselaars, boeren, leerlooiers, zeepzieders, herbergiers, kuipers, soldaten, brouwers, aristocraten, advocaten... droegen hun naam naar de vier hoeken der wereld; zij werden koningen, gezanten, landvoogden, diplomaten, prinsen, hertogen. Zij kunnen niet van hun keizer gescheiden en deze niet van hen. Vol kleur, kracht en leven, staan zij weer voor ons: Kellermann, Lefèbvre, Augereau, Bernadotte, Berthier, Bessières, Sérurier, Brune, Pérignon, Davout, Jourdan, Lannes, Masséna, Moncey, Mortier, Murat, Ney, Soult, Victor, Macdonald, Marmont, Oudinot, Suchet, St. Cyr, Poniatowski, Grouchy. De veroveraars van Madrid, Lissabon, Rome, Milaan, Turijn, Venetië, Napels, Bern, Antwerpen, Amsterdam, Munchen, Berlijn, Dresden, Weenen, Warschau, Kaïro, Jeruzalem, Moscou... En toch hoe weinig getrouwen onder hen, hoeveel Judassen! Acht stierven een gewelddadigen dood: drie vielen op het slagveld (Bessières, Lannes, Poniatowski); éen pleegde zelfmoord (Berthier);
| |
| |
éen werd gelyncht (Brune) en twee gefusilleerd (Ney, Murat); éen (Mortier) vermorzeld door een bom, voor Louis-Philippe bestemd.
Macdonell is een psycholoog van verbazingwekkend gehalte; hij baande zich in zijn wrang, diep ontroerend werk een toegangsweg tot de levende, ongekunstelde zielswerkelijkheid.
| |
H.L. van Oordt. - Napoleon III en Bismarck. N.V. Stemerding & Co. Rotterdam. 160 blz.; 1,25 gulden.
Anna P. van Oordt, de dochter van Generaal H.L. van Oordt (1857-1935), karakteriseert zijn werk op uitstekende wijze in haar Voorrede, waar het o.m. heet: ‘Dit boek is vooral ontstaan uit een groote vereering voor den persoon van Napoleon III. Deze in ons land meestal zeer onvoldoende begrepen figuur wil dit geschrift in een ander licht stellen; tevens geeft de schrijver een algemeen overzicht van de zeer gecompliceerde verhoudingen in Europa omstreeks het uitbreken van den Fransch-Duitschen oorlog; waardoor men ook wederom de figuren die dit tijdperk beheerschten beter begrijpt.’
De auteur, uitnemend op de hoogte van de geschiedenis der vorige eeuw, was een eerlijk en moedig man. Wat hij zegde met groote objectiviteit, lijkt ons definitief. Hij gaf niet alleen de essentie van wat men bij de groote historici aantreft, maar zijn belezen en levende geest verstrekte ons nieuwe inzichten, met nog onvermoede perspectieven en parallelen, over den man, door Victor Cousin ‘L'Empereur de l'Europe’ genoemd.
| |
Alfred Neumann. - Kaiserreich. Allert de Lange. Amsterdam. 610 blz.
Reeds in ‘Neuer Caesar’ gaf Alfred Neumann blijk de kenner bij uitstek te zijn van Napoleon III. De vooraanstaande verbannen Duitsche romancier, die tevens een ernstig historicus is, slaagt er in met meesterlijke hand het apogeum en de decadentie van den laatsten regeerenden Bonaparte, den ‘Keizer van Europa’, te schilderen. Met hem is Frankrijks rol als ‘peuple-chef’ uitgespeeld. In dit zoo menschelijke boek steunt de dichterlijke vorscher op diep inzicht in de geschiedkundige vraagstukken, die de periode 1850-1870 beheerschen, uitgebreide kennis van de feiten, realistischen en tegelijk idealistischen kijk op de hoofd- en bijfiguren (Napoleon, Eugénie, Loulou, Morny, Persigny, Rochefort, Virginia Castiglione, Cavour, Offenbach, Haussmann, Orsini, Walewski, Mac Mahon, Prins Plonplon, Garibaldi, Ollivier, Maximiliaan en Charlotte, Favre, Thiers, Gambetta, Pius IX, Prévost-Paradol, Bismarck, Wilhelm I, Mérimée, Rothschild, Benedetti, Drouyn de Lhuys, Rouher, Cavaignac, Ferry, Bourbaki).
In onzen tijd is zielkunde de belangrijkste, maar ook de moeilijkste van al de wetenschappen; welnu, Neumann is een groot, een subliem vorscher; dat wordt op elke van de meer dan zeshonderd bladzijden bewezen. En dit terwijl de academische zielkunde, opgevat in den geest van de experimenteele psychologie, geen resultaten van eenig belang geleverd heeft als wegwijzer in zake practische menschenproblemen, zooals geneeskunde, opvoeding, economie en politiek, naar het woord van Professor Mac Dougall.
| |
R. Dartois d'Huart. - Maximilien d'Autriche, Empereur du Mexique. Voorwoord van Burggraaf Ch. Terlinden, hoogleeraar te Leuven. - L'Edition Universelle, Koninklijke straat, Brussel. 184 blz.; 15 fr.
Volgens ons inzicht werden de schoten, die te Queretaro het jonge leven van den Mexikaanschen keizer Max. van Oostenrijk afsneden, het sein van den ondergang van het Napoleontische rijk, waarvan de wereld van toen af de
| |
| |
definitieve wankelbaarheid begon in te zien. 1867 was het akelige voorspel van 1870. Op Queretaro volgde noodwendig Sedan. Het lot van den zoon van aartshertogin Sophie (en misschien van Reichstadt, het Adelaartje) is onafscheidelijk verbonden aan dit van zijn Pontius Pilatus, Napoleon III. Vandaar het onmiskenbare belang van de studie van het Mexikaansche avontuur, dat voorgoed de Fransche hegemonie zou breken en Groot-Brittanië aan de spits der naties brengen, terwijl het in Amerika de Vereenigde Staten aan de leiding hielp.
Na de menigvuldige auteurs die deze gevoelige periode beschreven, slaagt Mejuffer Dartois d'Huart er volkomen in ons een oorspronkelijk gaaf boek te schenken, historisch nauwgezet, en zielkundig juist; zij toont zich een karakteroloog van groot formaat en weet, dank zij haar literair talent, voortdurend te ontroeren, al houdt ze immer de strengste objectiviteit in eere.
Dr. JOZ. PEETERS.
|
|