Boekbeschouwing
Hendrik Van Tichelen. - Voor het Kinderboek in Vlaanderen; 2e, herziene druk; Antwerpen, De Sikkel, 1932.
Omstreeks 1877 werd te Gent, in elke stadsschool, een bibliotheek ingericht voor de leerlingen der hoogste klasse. Vierde-graadklassen bestonden toen nog niet; de leerlingen ‘die niet moesten gaan werken’ bleven in de lagere school tot hun 14e jaar, en gingen toen of naar het atheneum of naar een voorbereidende normaalschoolklasse over. Daardoor moest een dergelijke boekerij geen werken voor al te jeugdigen ouderdom bevatten en ze gaf vrij wel voldoening. In de klasse waar ik zat werd bovendien door de leerlingen nog een afzonderlijke bibliotheek ingericht, waarvoor ieder een of ander boek van tehuis en wekelijks een inleg van 5 centiemen meebracht. ‘Leerlust’ hadden wij ons kringetje gedoopt.
Van in 1898 bestonden in sommige Gentsche stadsscholen klassebibliotheekjes. Het ideaal was dat nog wel niet, maar in de klassen waar de leerkrachten er werk van maakten leverden die wel eenig waardeerbaar nut op. Thans zijn daar in alle klassen bibliotheekjes, die, op bescheiden wijze, met den tijd... trachten mee te gaan.
Dat er in andere - we bedoelen in enkele groote - centrums ook iets, en zelfs méér, in dezelfde goede richting gedaan werd, zal wel waar zijn. Doch dat er te weinig of te slecht gelezen wordt en dat, om daarin te verhelpen, op de medewerking van leerkrachten en openbare en private besturen zou moeten gerekend kunnen worden, is óók waar. En als een pedagoog en pionier als Hendrik Van Tichelen dat met klem betoogt, verricht hij degelijk werk.
Gegrond is zijn opmerking dat aan de normalisten nooit gesproken wordt over schrijvers en dichters voor de jeugd, al zijn het juist deze auteurs in de eerste plaats, wier werk de toekomstige leerkrachten practisch te nutte kunnen maken. En logisch is dan ook de wensch dat hun een zoo streng mogelijk criterium en een behoorlijke documentatie zou worden bezorgd. Ook deze, dat de tijdschriften, vooral de opvoedkundige, een ernstige rubriek: lectuur voor kinderen, zouden openen.
We kunnen meegaan met zijn verzuchting over aparte kinderboekerijen met hun eigen leeszaal; al hebben wij er in onze stad al een tweetal, die nochtans in goede voorwaarden ingericht waren, zien opdoeken, toch zullen wij elke nieuwe proefneming met belangstelling begroeten.
Ook met de klachten over de bijna nooit gelukkige keuze van boeken voor prijsuitdeelingen kunnen we meegaan. Op den goeden weg zouden de besturen zijn, die aan een uitgever in eens een belangrijke oplage van een passend boek bestellen. Dat dit slechts zelden gebeurt en dat daardoor onze uitgevers niet dikwijls de proef herhalen cm een prijs- of een prentenboek op de markt te brengen, hebben er nog meer dan de schrijver ondervonden. Anderen zouden er, met mij, kunnen van meepraten.
Wij zouden nog lang over Van Tichelen's boek en zijn uitstekende wenken ten bate van het kinderboek in Vlaanderen kunnen spreken: over zijn klachten wegens de schuld der openbare besturen; over zijn voorstellen tot het inrichten