Boekbeschouwing
Nellie van Kol. - Richtingslijnen. - Em. Querido, Amsterdam.
Men heeft wel eens de in 1930 overleden Nellie Van Kol ‘de ongekroonde kinderkoningin van Nederland’ genoemd. En inderdaad, wat ze, vele jaren lang, langs den weg van haar schamel uitziend tijdschriftje ‘Ons blaadje’ en vooral langs dien van haar breed uitgegroeide reeksuitgave der ‘Volkskinderbibliotheek’ haar jonge Nederlandsche volk heeft aangeboden, geeft haar onbetwistbaar recht op een blijvende, warme plaats in alle kinderharten.
Wat Nellie Van Kol echter geweest is door wat ze, als spreekster voor volwassenen en vooral als medewerkster aan ‘Onze avonduurtjes’ en leidster van ‘De vrouw’, langs den weg der opvoeders en ouders, ónrechtstreeks voor kinderen gedaan heeft, hebben talloos velen vergeten, omdat zijzelf er nooit aan gedacht heeft, dat werk van haar, geheel of gedeeltelijk te bundelen. En toch, wat is ze ook hier een werkdadige, gróóte opvoedster gebleken, naast den even schranderen, aktieven, warm voelenden Jan Ligthart, die veertien jaar vroeger is heengegaan!
We vonden het dus een daad van rechtvaardigheid en eerlijke hulde, dat Nellie Van Kol's dochter, Lili Schaank-Van Kol, en Nellie's beproefde vriendin (en opvolgster in ‘De Vrouw’), Ida Heyermans, een keus van drie en twintig artikelen samenstelden, en een blijk van hooge waardeering, dat de firma Querido dat werk verschijnen liet in een extra mooien bundel van circa 300 bladzijden, met portret van de schrijfster en raak karakteriseerende inleiding van Dr. J.H. Gunning Wz.
‘Wie spreekt of schrijft omdat hij wat te zeggen heeft, en om geen andere reden,’ lezen we op blz. 245, ‘die kan zijn woorden gerust zaaien op de winden.’ Nellie Van Kol had iets, neen, had zelfs veel, zeer véél te zeggen; en wie het nu, dertig jaar later herleest, - want het gaat over artikelen, verschenen tusschen 1891 en 1901, - moet erkennen hoe aktueel de door haar behandelde onderwerpen gebleven zijn, hoe vrank en vrij Nellie Van Kol ze aanpakt en tevens, hoe kiesch, hoe subtiel meestal haar taal aandoet voor haar lezers en hoorders. Ja, hoorders ook; want die taal van haar hóórt ge vooral, en ze spreekt u aan met een levendigheid en een frischheid, die ook heden nog ‘van onzen tijd’ blijkt te zijn.
We hebben den heelen bundel gelezen. Zeker, er zijn dingen in, die wij persoonlijk nu anders zouden zeggen; ‘Prentjeskijken’, ‘Leve het sprookje!’, ‘Vroeg lezen’ en meer behandelen onderwerpen, die sinds dertig jaar ook heel wat weg hebben afgelegd. Maar toch, hoor b.v. Nellie's strijd tegen ‘Vroeg lezen’; neemt ze niet een standpunt in, waar ook thans nog vinnig om gedebatteerd kan worden? Lees haar artikel ‘In twijfel - Zoek zekerheid’; is elkeen het heden reeds eens met haar, dat sexueele voorlichting wenschelijk en noodig is? Lees ook ‘Eert uw kinderen’ en een paar andere artikelen, in dezen bundel opgenomen; hoeveel weg de jongste jaren ook afgelegd zij, zijt ge zeker dat het nu als axioma geldt, de rechten van het kind op den voorgrond te stellen?
En dan noemen we nog dit prachtstuk van Nellie Van Kol: ‘Wat zullen