De Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden
(1783)–Anoniem Vino Caser, of de Amsterdamse pakhuis-vreugt waar in de nieuwste en hedendaagse liederen gevonden worden, De– AuteursrechtvrijOp een aengename Voys.
Schoone Bruynette uw stuurse gemoet,
Dat doet 'er myn hert, bersten van smert,
Schoonste uitgelesen,
Die ik zoo lange tyd:
Om uw zoet wesen,
Bemind heb zoete Meid,
Met vlyt Godin!
Moet ik derve uw min,
Gy doet myn jeugdig jonkhert weerstand aen,
Dat doet my maken een droevig misbaer.
2. Klein Cupidootje gy hebt my tot spyt verleyd,
Dese Maegt daer myn jonkhert na jaegt,
En dat ik hier, Zie met een ander Minnaer,
Dat doet my maken een droevig misbaer!
Het overdenken valt my zoo hart,
Van pyn en smart, Gy doet barsten myn hart,
Gy doet myn roepen by dag en by nagt:
Ach had ik nooit op minne gedagt!
3. En nu laet zy my in een droevig getreur,
Want nu sluyt zy my buiten haer deur,
Moet ik haer verlaten, Wat zal my geschien;
Wat kan 't my baten, Zoo van haer te vlien;
| |
[pagina 59]
| |
Kom Floratje, kom vlegt nu een krans,
Van bloemen en kruyt, hier in dese dans,
Kom nu Godinne, speel op snaer en fluit,
Kom laet ons zingen, voor Bruidegom en Briut.
|
|