[Nummer 112]
Hank Ort
redactioneel
Mede in verband met het zeer onverwachte overlijden van Fries de Vries verschijnt deze kroniek later dan gepland. Scherp hebben we nog op ons netvlies hoe Fries op 8 november 2008 onnavolgbaar de Anton Wachter- en Ina Dammanprijsuitreiking verluchtigde. Met een echt Vriesiaanse causerie droeg hij bij aan een zeer geslaagd evenement. Die causerie kunt u verwachten in Vestdijkkroniek 113. In déze kroniek treft u van zijn hand een losjes op ‘De uiterste seconde’ geïnspireerde pastiche. Oorspronkelijk niet voor publicatie bedoeld, is dit een mooi voorbeeld van de poëzie-met-een-stevige-knipoog waar Fries, vaak ook gebaseerd op de actualiteit, zijn vrienden geregeld mee verraste. We zullen zijn tomeloze energie en inzet enorm missen.
De Anton Wachterprijs 2008 voor het beste literaire debuut werd in de Grote Kerk te Harlingen uitgereikt aan Anne-Gine Goemans voor haar roman Ziekzoekers. De jury (voorzitter Jo Huizinga en de leden Maarten 't Hart, Joke Linders, Wam de Moor en Martin Ros) verkoos dit boek uit meer dan honderd ingezonden titels. Eerder werden drie auteurs genomineerd die van de jury alvast een eervolle vermelding kregen. Naast Goemans waren dat Bert Natter met Begeerte heeft ons aangeraakt en Maarten Schinkel met Drie.
De Ina Dammanprijs voor de beste studie over het werk van Simon Vestdijk ging naar Susanne van Neerbos, alumna van de opleiding Nederlandse taal en cultuur. Zij voltooide in 2007 haar master Nederlandse literatuur met een scriptie over het schuldthema in De nadagen van Pilatus en De held van Temesa. Haar begeleider was dr. Hans Anten, universitair docent Nederlands en Moderne letterkunde. Over het evenement rond de prijsuitreikingen op 8 november in de volgende kroniek meer.
Met het plaatsen van de columns van Frits Abrahams is in de vorige kroniek iets misgegaan. In plaats van een levendige dialoog werd het een ‘stream of consciousness’ zonder leestekens en alinea's, die alleen nog te volgen was voor diegenen die het origineel kenden. Vandaar dat we de columns nog een tweede maal afdrukken.
Twee nieuwe artikelen vormen het hart van deze kroniek: Glen Fobelets vervolgt zijn Vestdijkstudie met een verhandeling over De koperen tuin en Jan Huijnink neemt weer diepgaand een verhaal onder de loep. Deze keer is dat ‘De oubliëtte’.
Daarnaast brengen we drie artikelen onder uw aandacht die al eerder elders verschenen. In 1947 verscheen het eerste en enige nummer van prozatijdschrift De Tien onder redactie van - u raadt het misschien al - een tiental schrijvers, waaronder Vestdijk. Maaike Kramer schrijft onderhoudend over dit voor ons interessante stuk literaire geschiedenis. Kees 't Hart schrijft in het tweede artikel over de rancune van de criticus, waarin hij teruggrijpt op Vestdijks ‘Typen van critici’ uit Essays in duodecimo. En Charles Vergeer verenigt zijn krachten met Max Nord in het derde artikel, over een korte briefwisseling tussen Vestdijk en Arthur van Schendel in de oorlogsjaren 1941-1942.
Tot slot treft u een aankondiging aan van de voorbereidingen voor een nieuw symposium over De toekomst der religie. Wilbert van Walstijn zal de gelederen van de redactie van de kroniek vanaf het volgende nummer versterken. Ondertussen heeft hij zich alvast actief op de voorbereiding van het symposium gestort. Ideeën en opmerkingen zijn van harte welkom.