| |
| |
| |
Rubrieken
De redactie van de Vestdijkkroniek meent dat de lezers gebaat zijn bij alle over Vestdijk beschikbaar komende informatie. Tenslotte is Vestdijk nogal eens in het nieuws, duiken er feiten op of valt de naam Vestdijk in een onverwachte context. De Vestdijkkroniek achten wij bij uitstek de plaats waar die informatie bijeengebracht kan worden. Te denken valt ook aan de signalering van artikelen in tijdschriften en dagbladen, recensies, herdrukken, boeken over Vestdijk, berichten over veilingen, uitgeversrestanten en dergelijke. De lezer kan in de rubriek gevraagd / gezocht zijn of haar wensen en vragen kenbaar maken.
| |
Uit tijdschriften, dagbladen en verder... (onder redactie van Kees Meekel, met medewerking van Marijke Blijham)
De herfstoogst aan hazelnoten is dit jaar groter dan ooit. En er ligt een nieuwe Vestdijk in de winkel: Zeer Geachte Heer Van Het Reve. Van 28 september 1947 tot 4 juni 1951 schreef Vestdijk aan Simon van het Reve een zevental brieven. Maar de criticus die een schrijver uitnodigt? Vestdijk schreef over De Avonden: ‘Van dit zeldzame navrante slot, dat de gehele roman draagt, is geen denkbeeld te geven, men moet het gelezen hebben. Het behoort tot het aangrijpendste wat ik ooit onder ogen kreeg’ Toch kwam Simon niet naar Doorn. De uitgever durfde een oplage van 110 exemplaren aan. Avalon Pers; Jan Keijser Leidse Slootweg 4 2481 KH Woubrugge.
De nootjes zijn talrijk, na een maand waarin de regenmeter met regelmaat overliep. De Volkskrant besteedde de eerste pagina van het katern Het vervolg, van 2 september aan regen en literatuur. Hierin wordt Gabriël Smit geciteerd die het oeuvre van Vestdijk typeerde als ‘Permanente motregen’. Zo wordt ontbijtlezen een ongezellige bezigheid. Dan liever Jan Blokker. In zijn Volkskrantcolumn (helaas v.v.t.) Geheime kennis gaat het zo: In de eerste helft van zijn stukje was een itempje in een Nova-uitzending aanleiding om zich uit te spreken over de ongrijpbare wereld van de gnosis. Ineens denkt Blokker aan Vestdijk, neemt ons mee naar zijn boekenkast en citeert uit ‘De grootheid van Judas’ uit de bundel Essays in duodecimo. De oude filmcriticus schetste in een paar zinnen een filmscenario in wording, die in de jonge traditie van films als De Da Vinci Code een beste plaats zou kunnen innemen.
Anton Wachterprijswinnaar 2004 was Arjan Visser. Na dit succesdebuut De laatste dagen verscheen in maart van dit jaar de roman Hemelval. De duivenmelker Lode Bast gaat zo op in zijn duivensport dat hij zijn vrouw verwaarloost. Sport en gekte? Zie ook Midas Dekkers.
Arjan Visser, Hemelval, Amsterdam, 2006. Uitgeverij Augustus. ISBN: 90-457-0293-2
Een ander en niet minder biologisch onderwerp beschreef Gerrit Komrij in Kakafonie. Vestdijk ontbreekt niet. Leest u even na of het verhaal overr Ybeltje er in staat? ‘...het is voor een meisje óok niet alles om in een huis te dienen, waar ze het haakje niet op de wc doen, -als ze zitten te kakken’
Komrij's kakafonie, oftewel Encyclopedie van de stront Amsterdam 2006. Uitgeverij De Bezige Bij. ISBN: 90-234-1907-3
Hoewel een petomaan tot de musici gerekend kan worden is een Luisterboek meer ‘mijn ding’. Muziek van Mattie Poels is te beluisteren bij De kellner en de levenden, een luisterboek naar de roman van Simon Vestdijk.
Uitvoering: 1 cd met booklet; luisterduur 69 minuten
ISBN: 9077858067
Meer muziek klinkt natuurlijk in De koperen tuin. Als Salamander Klassiek een prachtig cadeau voor uw kleinkinderen. En is Leeuwarden geen aardig doel voor een dagje vrij reizen? In het groene hart van Leeuwarden
| |
| |
vindt u oude romantiek, de Friese Oranjes, eeuwenoude platanen in een Tuin waar het koper nog naschettert. Men leze dan de muzikale bloemlezing Het muzikaalste gedicht.
Amsterdam 2006. Uitgever Podium ISBN 90-5759-018-2
Samenstelling: Toef Jaeger Inleiding: P.F. Thomése.
| |
In memoriam Loet Abell (1914-2006) (1)
Ik vind dat de Vestdijkkring er recht op heeft te weten hoe Loet, mijn dierbare echtgenoot, die helaas op 5 februari gestorven is, in kennis kwam met Vestdijk. Even een stukje voorgeschiedenis. Loet is opgegroeid in het voormalig Nederlands Oost-Indië, waar hij een onbezorgde, bijna volmaakt gelukkige jeugd heeft doorgebracht. Hij was de pleegzoon van de resident van Kedoe, een gewest op Java. Zijn pleegouders -oudoom en oudtante -hadden geen kinderen en waren erg gelukkig met de kleine achterneef die hun door familieomstandigheden als zuigeling van drie maanden oud in de schoot geworpen werd. In 1933 kwam Loet naar Wageningen om er tropische bosbouw te gaan studeren. Hij kwam in aanraking met een kleine groep studenten die geïnteresseerd waren in literatuur. Een Wageningse boekhandelaar gaf aan deze studenten nieuw uitgekomen romans ter lezing die teruggebracht konden worden als ze niet bevielen. Zo kreeg Loet Terug tot Ina Damman in handen. ‘Maar’, vertelde hij mij jaren later, ‘de emoties van deze overgevoelige Anton Wachter waren zo weinig in overeenstemming met mijn eigen onbezorgde middelbare schooltijd dat ik er geen voeling mee kreeg. Ik bracht Ina Damman dus terug. De mevrouw van de boekhandel nam het in ontvangst en zei: ‘Maar u komt erom terug!’ ‘En inderdaad’, zei Loet, ‘Anton Wachter liet mij niet los, ik ging hem weer halen en Vestdijk kreeg mij voorgoed in de ban.’ Jaren later, in 1949, toen Loet in Utrecht Nederlands studeerde, heeft hij dit aan Vestdijk zelf verteld die veel interesse toonde voor de vrouw van de boekhandel.
De aanleiding tot dit bezoek aan Vestdijk was een lezing over Fré Bolderhey die Loet voor zijn medestudenten had gehouden. Loet had de tekst van de lezing aan Vestdijk gestuurd die er zijn tevredenheid over uitsprak en hem aanried de lezing tot een essay om te werken en in een tijdschrift te plaatsen. De lezing is in 1949 in Podium terechtgekomen.
Vestdijk zag dat Loet met de symboolduiding van de imaginaire personages in de roman op het goede spoor zat: het spoor van de begrijpende psychologie. Vestdijk
bracht bij dit onderhoud ook de pas uitgekomen roman De kellner en de levenden ter sprake en hij vertelde dat hij de kelner als een metafysische entiteit had ervaren tijdens het schrijven. Hij vertelde ook dat hij de beelden zuiver uit zijn onderbewuste had laten opwellen, omdat het geen ‘maakwerk’ mocht zijn. Dat vereiste een heel bijzondere concentratie en een uiterst kritisch vermogen.
Wij begrepen dat Vestdijk iets van Loet verwachtte. Helaas zijn we niet in staat geweest om tijdens Vestdijks leven iets behoorlijks tot stand te brengen. We hadden in de jaren na de oorlog niet zoveel vrije tijd om ons op Vestdijk te storten, maar de uren die wij hadden waren voor hem. We hadden zijn essays en vooral zijn religieboek waaruit we konden putten, maar toen in 1968 zijn openbarende angststudie het licht zag, kwam alles in een schitterend verband te liggen! Het heeft ons echter jaren gekost om alles ‘in de vingers’ te krijgen. We waren verheugd dat er kort na Vestdijks overlijden een Vestdijkkring met een Vestdijkkroniek tot stand kwam. Daaraan heeft Loet jarenlang zijn beste krachten gewijd.
Zoals Vestdijkkring-leden weten, was er in het begin van de zestiger jaren een nieuwe literatuurwetenschap in zwang gekomen die met verschillende paradigma's gedurende bijna veertig jaar de literatuurstudie heeft beheerst en waar Loet zich altijd fel tegen verzet heeft. Hij schreef er in 1994 een artikel over: ‘Terug naar het
| |
| |
gezonde verstand’ dat in de Vestdijkmededelingen van 1994 werd gepubliceerd. De nieuwe literatuurwetenschap is enkele jaren later als intellectueel bedrog van de kaart geveegd door twee exacte wetenschappers.
Loet - het was ondertussen allang Loet en ik geworden, want ik draaide even hard mee in de Vestdijkstudie - waren altijd van de redenering uitgegaan dat een roman over mensen gaat met een min of meer dramatisch leven en dat het daarom helemaal niet zo gek was om iets in algemene zin over de mens te weten. Een beetje psychologie dus - daar had Loet trouwens bij zijn studie Nederlands al kennis mee gemaakt en ik daarvoor al voor mijn Ierarentaak - en toen wij vertrouwd raakten met de begrijpende (verstehende) psychologie konden we niet alleen Vestdijks romancreaturen maar ook andere ‘duistere’ figuren verhelderen.
We begonnen een systeem te zien in de vele portretten die Vestdijk van mensen heeft geschetst. Dat systeem is vooral te vinden in zijn werken over de religie en over de angst. Zijn studie over de angst heeft hij wetenschappelijk willen vastleggen in een proefschrift, maar dat is hem belet. Hij heeft in dit werk met nadruk op twee dingen gewezen: ten eerste dat er bij angst altijd een object is dat die angst veroorzaakt, vrijwel altijd een medemens of een van deze afgeleid fenomeen (monsters, heksen, duivels, goden, God). Het is van het grootste belang dat dit object wordt opgespoord, omdat men dan de angst zinvol kan bestrijden. Ten tweede heeft Vestdijk er in zijn studie over de angst op gewezen dat de huidige filosofen en psychologen alleen de weg bewandelen van het existentialisme. Zij noemen de angst objectloos. Vestdijk vindt dat een jammerlijk tekort. Dat zal voor Rümke, zijn promotor, wel een onoverkomelijk bezwaar geweest zijn want Rümke onderwees zijn studenten vanuit de existentialistische psychologie. In ieder geval heeft hij Vestdijks proefschrift twee jaar onder zich gehouden. Vestdijk is door de treuzelende Rümke zeer teleurgesteld, om niet te zeggen verbitterd geweest, al heeft hij zich daar koninklijk boven verheven door zijn twintig jaar later verschenen studie Het wezen van de angst op te dragen aan wijlen zijn promotor.
Vestdijks werken over de religie en over de angst hebben wij sterk bekort in boekvorm uitgegeven: De grootheid van Vestdijk. Het laatste oordeel, een interpretatie van De kellner en de levenden lieten wij twee jaar eerder het licht zien in een fraaie uitgave als een hommage aan Vestdijk. Vestdijk lijkt nu, in 2006, vergeten te zijn, maar Loet was ervan overtuigd dat de aandacht voor Vestdijk na korte of langere tijd weer zou opleven. ‘Hij is te groot’, zei Loet. Ik hoop vurig dat hij gelijk heeft, maar als ik denk aan wat Multatuli in een van zijn geschiedenissen van gezag heeft gezegd: ‘Leugen wordt waarheid als het maar lang genoeg herhaald wordt,’ dan bekruipt mij de twijfel. Tweeduizend jaar is lang...
Heelsum, juli 2006, Lenie Abell-van Soest
| |
In Memoriam Loet Abell (2)
Namens de Vestdijkkring waarin Loet Abell samen met Lenie bijna 34 jaar heeft meegedraaid wil ik hierbij wat goede herinneringen ophalen die van groot belang zijn geweest bij de start en de ontwikkeling van de Vestdijkkring en de Vestdijkkroniek.
De rol van Simon Vestdijk in het leven van Loet en Lenie Abell was veel groter en besloeg een veel langere periode dan deze 34 jaar Vestdijkkring. Al 25 jaar voor de oprichting van dit genootschap hield Loet zich bezig met de Vestdijkstudie. Voor hem kwam de Vestdijkkring dus eigenlijk 25 jaar te laat maar bood hem eindelijk de kans en de ruimte om zijn visie op het werk van Vestdijk in de openbaarheid te brengen en met een lezerspubliek te delen.
Loet was 13 jaar redactielid van de Vestdijkkroniek waarvan de eerste 6 jaar tevens bestuurslid van de Vestdijkkring. Deze periode maakte ik van dichtbij mee en daaraan heb ik bijzondere herinneringen. De vele zondagmiddagen in het Moftbos, in de bungalow met het zwembad, het paard, de honden en de katten, waar ook Mieke, Dick en Annemieke Vestdijk (de kinderen waren nog klein) aanwezig waren, alsmede een aantal Vestdijkkringmensen van het eerste uur speelden zich af in een sfeer en een entourage die onvergetelijk zijn. De enorme gastvrijheid van het echtpaar Abell zorgde er mede voor dat eigenlijk in het Moftbos de plannen en initiatieven werden geboren die vorm en inhoud van de club bepaalden. Soms leek het er bijna op dat de Vestdijkkring werd bestuurd en de Vestdijkkroniek werd gevuld vanuit het Bennekomse bos. In de nogal woelige tachtiger jaren werd zelfs van hieruit een culturele Zuid-Afrika boykot gerealiseerd.
Zo werden de zondagen toch aan het Hogere besteed hoewel Loet in navolging van Vestdijks De toekomst der religie diens opvatting over religie deelde dat Bijbel en geloof niets anders zijn dan mythen en menselijke projectie. De uitspraak van Vestdijk, dat muziek bij hem
| |
| |
de plaats in nam van religie en dat daarin Mahler het goddelijke vertegenwoordigde zou voor Loet kunnen hebben gegolden waar het literatuur en Vestdijk betreft. Hoewel de vergaderingen in Utrecht altijd een hoge graad van gezelligheid hadden, was vergaderen niet iets waar Loets voorkeur naar uitging. Ook was er al snel sprake van twee kampen. Het ene kamp bestond uit literatuurwetenschappers en het andere kamp was voorstander van de meer psychologische benadering van het werk van de schrijver. Natuurlijk zat ik met Loet in het tweede kamp en bonden wij de strijd aan met de overige bestuurs- en redactieleden die in het eerste kamp zaten. Uiteindelijk lukte het ons via een electoraal trucje twee psychologen in de redactie te krijgen. Beide partijen waren toen min of meer evenredig vertegenwoordigd waarbij Loet vooral de rol van waakhond vervulde.
Terwijl zowel de belangstelling als het ledental toenam kwam ook Loet's Vestdijkstudie tot volle bloei. Dit resulteerde in vele publicaties in de Vestdijkkroniek die samen met het schrijftalent van Lenie tot stand kwamen, want de Vestdijkliefde was vanaf het allereerste begin in de veertiger jaren een ‘passion à deux’. Het ging het tweetal vooral om de grondideeën van de grote meester die zij voornamelijk zagen neergelegd in diens roman De kellner en de levenden en in de grote essays De toekomst der religie en Het wezen van de angst. Enkele decennia later leverde dit twee belangwekkende publicaties in boekvorm van hen samen op: Het laatste oordeel en De grootheid van Vestdijk.
In die tijd werden er door het echtpaar ook pelgrimstochten ondernomen naar de locaties van, behalve de Anton Wachterromans, Meneer Visser's hellevaart, Het glinsterend pantser, Een alpenroman en Het spook en de schaduw en vonden er ontmoetingen plaats met romanpersonages zoals met Eva Kienpoitner op de Grünstein in Berchtesgaden. Dit alles vond dan ook weer zijn neerslag in levendige artikelen met fraaie fotoillustraties in de Vestdijkkroniek. Waar bij een literair genootschap dat zich richt op het werk van één schrijver het gevaar aanwezig is dat men zich gaat verliezen in details, is Loet in zijn publicaties juist steeds degene geweest die heeft gewezen op de grootheid van de ideeën van Vestdijk, neergelegd in een oeuvre dat zo omvangrijk en veelzijdig is dat maar al te gemakkelijk de eenheid uit het oog dreigt te worden verloren. De Vestdijkactiviteiten van Loet en Lenie Abell hebben alles bij elkaar meer dan een halve eeuw in beslag genomen. Dat is veel langer dan Vestdijk zelf over zijn oeuvre heeft gedaan want dat was slechts 32 jaar. Maar met bijna 92 jaar is Loet danook ruim twintig jaar ouder geworden dan Vestdijk.
Loet Abell is er dan weliswaar niet meer maar hij is er in ieder geval wel nadrukkelijk geweest en heeft zijn sporen overduidelijk nagelaten in de geschiedenis van de Vestdijkkring.
Ria Albers, secretaris Vestdijkkring
| |
Met Vestdijk door de grachten
Zaterdag 25 maart vertrokken om 15.00 uur zo'n 75 Vestdijkliefhebbers voor een bijzondere tocht door de Amsterdamse grachten. De Vestdijkkring organiseerde in samenwerking met de Openbare Bibliotheek Amsterdam een speciale boottocht waarbij aandacht werd geschonken aan plekken in Amsterdam die een rol spelen in zijn leven en werk. Gasten aan boord waren o.a. Mieke Vestdijk en zijn biograaf Wim Hazeu.
Amsterdam
Amsterdam heeft in werk van Vestdijk altijd een belangrijke rol gespeeld. Dat begon al meteen in zijn eerste boek Kind tussen vier vrouwen waarin hij zijn kennismaking met Amsterdam als volgt omschreef: ‘Amsterdam! Een toverwereld.....!’
‘Het station doemde op. Uitstappen, wachten voor de controle, -eindelijk vrij, Amsterdam!.. dan die gewone passagiersgezichten. Voelden de mensen zich dan niet gelukkig dat ze in Amsterdam woonden?’
Een belangrijke rol speelde het Rijksmuseum dat natuurlijk aangedaan werd. Hier speelde de roman Avontuur met Titia die hij samen met Henriëtte van Eijk schreef en hier was ook zijn eerste ontdekking met de schilderkunst waarover hij later schreef in zijn boek Sint Sebastiaan: ‘Voor de Lacoöngroep bleef hij de hele ochtend staan. Later volgden de schilderijen. Een doek
| |
| |
dat hem op slag overrompelde was van een heilige, eenvoudig afgebeeld, een arm over het hoofd. Het gezicht hing af tot op de gezwollen schouder, waar een pijl uit stak. Twee pijlen op anders plaatsen,... dunnen strepen bloed... Sint Sebastiaan’.
Vinkeleskade 56
Uiteraard werd ook de Reiner Vinkeleskade bezocht waar op nr. 56 Henriëtte van Eijk woonde die Vestdijk in de jaren vijftig daar regelmatig bezocht en die een periode van grote productiviteit inluidde waarin liefst 16 romans en 5 essaybundels verschenen. Voort ging de tocht, langs Oost waar Vestdijk op diverse adressen gewoond heeft en langs het Wertheimpark waarvan de twee Sfinxen bij de ingang door Vestdijk beschreven zijn.
De twee aapjes
De vroegere vestiging van de Openbare Bibliotheek aan de Keizersgracht 444 wordt nog beschreven in De redding van Fré Bolderhey: ‘Wie de leeszaal wilde bereiken daalde eerste enkele treden af, om vervolgens reuzehoog te stijgen. Met Eddy Wesseling betreden we de trap, versierd met twee aapjes, een houten geraamte met een vurenhouten stem’ De twee aapjes maken thans deel uit van het Bibliotheekmuseum en werden tijdens de tocht aan de deelnemers getoond. De tocht werd afgerond met een blik op Amsterdam-Noord waar Vestdijk enige tijd de praktijk waarnam van een arts aan de Meeuwenlaan en eindigde bij het Centraal Station met het voornemen van de meeste deelnemers om het genoemde en voorgedragen werk van Vestdijk weer te gaan herlezen.
| |
In de voetsporen van Vestdijk door Doorn en omgeving
Op 27 april en 4 mei organiseerde het Historische Toerisme Bureau van de schrijfster Thera Coppens een literaire dagtocht langs de plekken in Doorn en omgeving waar Vestdijk de laatste 30 jaar van zijn leven gewoond en gewerkt heeft en die een rol spelen in zijn werk. De tweede tocht op 4 mei werd bijgewoond door de voorzitter van de Vestdijkkring, Hans van Velzen, die onderstaande impressie schreef.
Op een echt zonovergoten dag kwamen ruim 35 literair geïnteresseerden bijeen om zich onder leiding van Thera Copppens en Vestdijkbiograaf Wim Hazeu onder te dompelen in een warm Vestdijkbad. De deelnemers waren gelokt door de wervende uitnodiging die voor deze dag was opgesteld en bleken ook vaak al eerder een literaire tocht met Thera Coppens gemaakt te hebben. Opvallend was dat er nauwelijks leden van de Kring aanwezig waren maar door de werving gedurende de dag komt daar hopelijk verandering in.
Om 10.00 uur werd begonnen in de Oranjerie van Huis Doorn, de verblijfplaats van de laatste Duitse Keizer aan wie Vestdijk een passage wijdde in zijn boek Gestalten tegenover mij. Thera Coppens vertelde over de achtergronden van Huis Doorn en Wim Hazeu hield een inleiding over Vestdijk en Doorn. Daarna was het de beurt aan Dick Vestdijk die een aantal gedichten van zijn vader op muziek heeft gezet en die met begeleiding op indrukwekkende wijze vertolkte. Tijdens de uitreiking van de Anton Wachterprijs en de Ina Dammanprijs op 4 november in Harlingen zal hij ook optreden.
Vervolgens ging het met de bus van Doorn naar Neerlangbroek langs lokaties waar Vestdijks vriend en collega dichter Gerit Achterberg woonde. Kasteel Sandenburg en restaurant Het Wapen van Sandenburg (waar het boek De onmogelijke Moord speelde) werden aangedaan evenals het landgoed Ruiterberg (De zwarte ruiter en Bevrijdingsfeest) en het Kaapsche bos. Al helemaal in de sfeer gekomen werd daarna de lunch gebruikt in chalet Helenaheuvel waar een gedeelte werd opgenomen voor de film van Wim Verstappen naar de roman Pastorale 1943. Tijdens de lunch werd natuurlijk
| |
| |
veel over Vestdijk gesproken en de betrokkenheid bij de schrijverr uitgewisseld. Zo bleek er een scholiere aanwezig die de tocht van haar ouders had gekregen omdat ze geslaagd was voor het VWO en een scriptie had geschreven over Terug tot Ina Damman. Inmiddels is de scriptie ook ingediend voor de Ina Dammanprijs! Daarna ging het langs Hydepark (de verblijfplaats van Emmy Crammacher in De Schandalen, Boschoord (Vestdijks woning van 1948-1950) werd er gewandeld in Gimbornarboretum waar Wim Hazeu een aantal toepasselijke gedichten van Vestdijk voordroeg. Een van de hoogtepunten was natuurlijk het bezoek aan Vestdijks woonhuis in de Torenlaan waar Mieke Vestdijk iedereen welkom heette en vervolgens zelf als reisgids optrad langs het voormalige woonhuis van Vestdijk (van waaruit hij zijn latere woonhuis aan de Torenlaan kon zien) en de voormalige kunstzaal van Fré Domisse waar Vestdijk menig uur heeft doorgebracht. De toch werd afgesloten in het Rosarium in Doorn met lekkers waar ook Vestdijk van hield. Al met al een prachtige dag waar Vestdijk op een ontspannen en inspirerende wijze de hoofdrol speelde en die weer naar zijn werk deed verlangen. We weten nu immers waar de schrijver liep, fietste of op een bankje zat. Welk huis model stond voor een woning in bepaalde romans en hoe het kasteel eruit ziet dat voorkomt in een andere roman. Hulde aan de samenstellers Thera Coppens en Wim Hazeu voor dit eerbetoon aan Vestdijk! Het bestuur van de Kring heeft het voornemen opgevat om aan de komende jaarvergadering in 2007 een soortgelijke tocht te koppelen zodat de leden van de Kring de mogelijkheid krijgen ook zo dicht bij het werk van de grote meester te komen. Over de bijzonderheden hiervan wordt U uiteraard tijdig geïnformeerd.
| |
Vestdijk in het Duits
Van de heer Rein A. Zondergeld, lector Nederlands aan de Universiteit vanGöttingen, ontvingen wij een brief waarin hij ons attent maakte op het verschijnen, j.l. augustus, van een door hem samengestelde bundel met Nederlandse fantastische verhalen, waarbij zich ook twee verhalen van Vestdijk bevinden (‘Het stenen gezicht’ en ‘De gestolen droom’). De titel van de bundel is Fieberreigen en de uitgever is de gerenommeerde Berlijnse uitgeverij Wagenbach. Verdere informatie op de website van de uitgever, www.wagenbach.de Zoek op Fieberreigen.
| |
Rectificatie
In VK 107 is in het artikel ‘Vestdijks Cellen’ van Fries de Vries op p. 14 een onjuiste datering voor de beëindiging van de Slag bij Stalingrad vermeld. Dat moet zijn: 1 februari 1943.
| |
De geboortedag van Rembrandt van Rijn, een gedenkwaardige dag
Op 15 juli 2006 mocht ik meemaken dat ‘Rembrandt de Musical’ zijn wereldpremière beleefde in het Koninklijke Theater Carré. In vrijwel alle media is natuurlijk veel aandacht besteed aan dit evenement en dus zult u zich wel afvragen ‘waarom hierover nog iets in de Vestdijk Kroniek? Op uitnodiging van Henk van der Meyden en Monica Strotmann spraken wij in november 2003 al over de Musical Rembrandt omdat Henk Van der Meyden de bundel Rembrandt en de engelen van Vestdijk ergens antiquarisch te pakken had gekregen en zij waren beiden zeer onder de indruk van deze gedichten. Ze wilden, als dat zo uitkwam, enige gedichten daarvan gebruiken. Ik had daar geen enkel bezwaar tegen en zo werd besloten dat Stardust Theatre, de producent van de musical gedichten mocht gebruiken en dat ze een herdruk zouden uitbrengen van de oorspronkelijke bundel van Vestdijk. Eigenlijk is maar éen gedicht daadwerkelijk gebruikt, ‘De anatomische les’, maar de gedichtenbundel is kennelijk mede een inspiratiebron geweest. Bovendien is de herdruk van Rembrandt en de engelen in een zeer fraaie uitvoering nog te koop bij Stardust Theatre. Ik heb de première ervaren als een geweldig feest en me vooral vergaapt aan de theatertechniek die hier tentoongesteld werd. Ook de muziek vond ik heel boeiend en maar een enkel moment te hard voor oudere oren die alleen klassieke muziek gewend zijn. Werkelijk ik heb een heel bijzonder feest mogen meemaken en ik kan alle Kronieklezers de gang naar Carré aanbevelen om met deze musical kennis te maken.
Mieke Vestdijk
| |
| |
| |
Vraag en aanbod
Gezocht 1
Ter completering van de Verzamelde Romans zoek ik t.e.a.b. de delen 3, 7, 14 en 15 (liefst met stofomslag). Han Vossen, 024-3784642, e-mail:
myrianvossen@wanadoo.nl’
| |
Gezocht 2
Ter completering van zowel het archief van de kring als de verzameling van enkele leden van het bestuur, zoeken wij de volgende nummers: 1 t/m 5, 9, 15 t/m 25, 30 t/m 32, 34, 42, 58, 60, 62 t/m 65, 70, 74, 75, 80 t/m 82 en 85 t/m 87. Ria Albers, 0317 - 313570,
ra.albers@worldonline.nl
| |
Gezocht 3
Speciale oproepen: een van onze redactieleden zoekt VK nummer 2, een ander zoekt zowel VK nummer 1 als 2, tevens VK nummer 74-75, en tenslotte De held van Temesa in de uitvoering van de verzamelde romans (deel 37), met een onbeschadigde stofomslag.
Agenda
UITREIKING VAN DE VIJFTIENDE ANTON WACHTERPRIJS EN DE VIERDE INA DAMMANPRIJS
ZATERDAG 4 NOVEMBER 2004
AANVANG: 14.00 UUR
IN DE GROTE KERK VAN HARLINGEN
Zie uitgebreide aankondiging elders in dit nummer
| |
Nieuwe uitgaven van uitgeverij Mycena Vitilis, juni 2006
Deze zomer zijn weer twee nieuwe handgebonden uitgaven tot stand gekomen. Er is een nieuwe heruitgave van de door S. Vestdijk vertaalde gedichten van Emily Dickinson bestelbaar. Het is een heruitgave van de bundel zoals die eerder in 1939 in Schrift XI van De Vrije Bladen door J.H. Leopold werd uitgegeven, met dat verschil dat nu op de linkerpagina's de Engelse teksten zijn afgedrukt en op de rechterpagina's de vertaling door Vestdijk in een gebrocheerde uitgave. Het geheel is gecomplementeerd met een voor deze uitgave geschreven nawoord door H.T.M. van Vliet, de Emily Dickinson kenner bij uitstek. ISBN 90-75663-47-1, te bestellen voor € 12,00 per stuk (de verzendkosten worden beraamd op € 1,17).
In een geheel nieuwe in linnen band uitgegeven bundel zijn enige muziekessays van Vestdijk samengebracht onder de titel Naakte muziek en andere stukken, zodat nieuwe lezers nu ook kunnen kennis maken met dit belangrijke facet van Vestdijks werk. Deze bundel is te bestellen onder ISBN 90-75663-48-X en kost € 17,50. Bijkomende verzendkosten zullen € 2,25 bedragen. De uitgave is voorzien van een register op componisten en voorzien van een recent nawoord. Van de oudere uitgaven van Ierse nachten en Aktaion onder de sterren zijn nog enige exemplaren beschikbaar. Vooral de laatste titel is aan te bevelen voor wie enige interessse heeft in de manier waarop de centaur Cheiron zich kwijt van zijn opvoedingstaak van de jonge koningszoon Aktaion.
|
|