[Nummer 105]
Peter Klooss
Redactioneel
Voor de Vestdijkkring was het belangrijkste evenement van het afgelopen half jaar natuurlijk de uitreiking van de Anton Wachterprijs en de Ina Dammanprijs in Harlingen op zaterdag oktober 2004 in de Grote Kerk van Harlingen, georganiseerd samen met het Centraal Comité 1945 en de Gemeente Harlingen. Opnieuw kunnen we terugzien op een zeer geslaagde middag. In deze Kroniek vind u een verslaglegging van die middag.
Na het welkomswoord van de heer Sjoerd van der Schaar, voorzitter van het Centraal Comité 1945, hield Pieter van Exter een lezing met de titel Simon Vestdijk, reiziger tussen tijd en tijdloosheid. In zijn betoog, daarbij citerend uit een breed scala van Vestdijks werk, uit romans, essays, gedichten, geeft hij een beeld van de verschillende manieren waarop Vestdijk vorm heeft gegeven aan het spanningsveld, de wisselwerking, de binding tussen de reële tijd in de werkelijkheid en de tijdloosheid in het imaginaire, in dromen, voorgeboorte en dood. ‘De creatieve lezer (...) leest in Vestdijks omvangrijke oeuvre een worsteling naar waarheid, een tasten vanuit zijn geweten positie: namelijk te leven in de zichtbare en in de onzichtbare werkelijkheid, in de tijd en in de tijdloosheid.’
In het juryrapport van de Ina Dammanprijs is misschien het meest opvallende dat, volgens de jury, winnaar Vonder meent dat Vestdijk zijn Meneer Vissers hellevaart als grap bedoeld zou hebben! De jury, bij monde van voorzitter Gerrit Jan Kleinrensink, verwacht dat Vonder daar nog ongetwijfeld verantwoording voor zal willen afleggen. Andreas Vonder zelf is vooral bezorgd of hij na het winnen van deze prijs, met de daarbij behorende beroemdheid, nog wel ongestoord zijn boodschappen kan doen bij de Dirk van de Broek. Tot onze spijt sprak de heer Sijbinga bij de uitreiking van de Anton Wachterprijs 2004 uit zijn hoofd, en omdat we daar niet op bedacht waren vindt u zijn woorden hier helaas niet terug. Arjan Visser, winnaar van die prijs, memoreerde in zijn dankwoord dat hij eens, lang geleden, in 1988 Anton Wachter heeft leren kennen omdat hij van mevrouw Vestdijk, door hem benaderd voor een interview, de complete AW reeks mee kreeg. Nu wordt de cirkel in zekere zin gesloten, en kan hij tot zijn kinderen (aanwezig bij de prijsuitreiking) zeggen: ‘Kijk, dit is nou de Anton Wachterprijs en papa heeft hem gewonnen.’
Maar deze Kroniek heeft meer te bieden dan het verslag van ‘Harlingen’.
Allereerst een bijzonder aardig artikel geschreven door Eric Roodnat naar aanleiding van de vondst van een briefkaart die Simon Vestdijk verstuurde op 28 augustus 1953. De speurtocht naar de achtergrond van deze briefkaart levert ons een onverwacht rijke buit met een analyse van het gedicht Horlepijp 1808, de waarschijnlijke inspiratie voor dat gedicht, een speurtocht naar een vergelijkbaar (?) Zweeds gedicht, en de achtergrond van de geadresseerde van de briefkaart.
Dat de Vestdijkstudie nog steeds spannend kan zijn, bleek ook bij de ontdekking van de licentiaatsverhandeling van dichter, essayist en journalist Herman de Coninck. Geïntrigeerd door een krantenartikeltje dat melding maakte van dit document in de nalatenschap van de Coninck, togen twee bestuursleden van de Vestdijkkring naar Antwerpen om bij Kristien Hemmerechts aan huis de studie in te kijken. Daar ontstond al snel het plan de verhandeling te laten analyseren door Vestdijkkenner en De Coninckliefhebber Annick Cuynen. Gelukkig voor ons vond zij dat ook een goed idee, en in haar artikel maakt zij ons deelgenoot van haar bevindingen.