Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars
(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij
[pagina 124]
| |
[pagina 125]
| |
pas- sen doe,
Maar gaa in vrede en ze- gen.
2.
ô Wondergroote liefde 's macht!
Wie toch zal haar bevatten?
Heeft God ons dan zoo mild bedacht
Met zyn genadeschatten,
Dat hy een' Hemelvorst ons zend,
Die ons, zwak stof, behoede?
Zyn goedheid zy van ons erkend,
Wyl ze ons zo leid ten goede.
3.
Moet gy niet, staag tot dank bereid,
Den Schepper daar voor pryzen,
Den Vorsten zyner heerlykheid
Uw liefde en dank bewyzen?
Ja loof hem dan, die u op de aard',
In druk, gevaar en nooden
Versterkt en steunt, bewaakt, bewaart,
Door zyne Hemelboden.
4.
Gy, Vorsten, die de Heerlykheid
Des Hemels moogt bekleeden,
Gy zyt tot onzer hulp bereid,
Ei hoort nu onze beden:
Ach! helpt ons, weert den vyand af,
Dat hy niet overwinne:
Behoedt ons voor der zonden straf,
Bidt, dat men God steeds minne.
| |
[pagina 126]
| |
5.
Regeert toch, onzen zwakken zin:
Dat harten en gedachten,
Gestaag ontvonkt in hemelmin,
Gods eer door daên betrachten.
Dat nooit voor ons des Heilands Bloed
Vergeefs gestort moog' weezen:
Zoo zal een reine liefdegloed
De zielewond geneezen.
6.
Laat ons, getrouw aan d' Opperheer,
In waaren ootmoed leeven,
Van hoogmoed, zucht naar ydele eer
En huichlaary ontheven,
ô Voert ons toch, als eertyds Loth
Uit Sodom en haar vrinden;
En laat ons vreugd alleen in God
En zyn geboden vinden.
7.
Voert ons, als gy Tobias deedt,
Op 's levens reis, langs paden,
Die opwaards gaan, waar' smart noch leed
Noch ramp ons ooit kan schaaden.
Maakt ons behoedzaam, maakt ons wys;
Laat ons geen schyn verblinden;
Doet ons den weg naar 't Paradys
Aan 's levens eindpaal vinden.
8.
Dank zy U, God! voor al het goed,
Ons in uw gunst gegeeven:
Geef, dat eene Englenschaar ons hoed',
En leid' door 't angstig leven.
Laat ons, door lyden voorbereid,
Met all' die Hemellingen,
U dank en eer, in eeuwigheid,
Het driemaal Heilig zingen.
|
|