Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars
(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij
[pagina 113]
| |
den,
Wiens grootsche naam be- tekent Vreêgezich,
In 't Hemelryk van de leevend steen ge-sticht,
Daar de Enge- len het wachtersampt be- klee- den.
2.
De nieuwe Stad, die, boven 's Hemels transsen,
Gelyk een Bruid uit haar bruidskamer treed
Naar haaren Bruidegom, ten echt gereed,
Haar muur en straaten zyn van goud vol glanssen.
3.
Haar poorten blinken van het eêlst gesteente;
De toegang staat nu open voor elk- een,
Die door verdienste op de aarde by de leên
Behoort van Christus waare Kruisgemeente,
4.
De zo door druk en ramp beschaafde steenen
Zyn op hun plaats door's Bouwheers hand gesteld,
Zo dat dees bouw, die zynen lof vermeld,
Ze in eeuwigheid zal in zyn' kring verëenen.
5.
Den Vader, Zoon, en heilgen Geest, te samen
't Drieëenig Wezen, zy alle eer en lof,
Op de aarde en in het hooge Hemelhof
In eeuwigheid der eeuwigheden, Amen.
|
|