Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 110] [p. 110] LII. Navolging van het Gebed des Heeren. Koorzang. U, God, ons aller Va- der, Die in den Hemel zyt, U loo-ven wy te- ga- der, Staag in uw' lof ver- blyd. 2. Geheiligd moet steeds weezen By ons uw heilge Naam: Hy zy door ons gepreezen; Maak ons daar toe bekwaam. 3. Laat ons, ô God, toekomen Uw Ryk, het loon der deugd, Alwaar gy aan de vroomen Zult schenken de eeuwge vreugd. 4. Uw wil geschiede op de Aarde Als by U, onverlet; Men houde dien in waarde Als eene onbreekbre wet. [pagina 111] [p. 111] 5. Wil heden ons vergunnen, ô God, ons daaglyksch brood, Op dat we U dienen kunnen, Beyryd van hongersnood. 6. Vergeef nu, in dit leeven, All' wat wy schuldig staan, Gelyk we een-elk vergeeven Wat aan ons is misdaan. 7. Leid ons niet in bekooring, Maar weer van ons het kwaad: Keer alle deugd verstooring; Op dat zy ons niet schaad'. 8. Geef, dat we altoos betrachten Het heil van uwe Leer', In werken en gedagten: Het zy alzo, ô Heer! Vorige Volgende