Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars(1799)–Anoniem Verzameling van oude en nieuwe gezangen voor alle hoogtyden des jaars– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] XXIII. Vrolyk. ô Wondre nacht! waar voor het licht Des schoonsten dags, hoe schittrend, zwicht. De grootste Vorst, de Hemelheer, Daalt, op U, in een krib- be neêr, Voor 't menschdom als een menschenkind, een menschenkind. 2. Maria, die uit Davids stam, Uit Annaas schoot te voorschyn kwam, Des zuivren Josephs zuivre Bruid, Word Moeder van die Hemelspruit: Zy baart den een'gen Zoon van God. Den Zoon van God. [pagina 47] [p. 47] 3. Hy, 's eeuw'gen Vaders Evenbeeld, Het Woord, voor de eeuwen voortgeteeld, Nam dus het sterflyk vleesch eens aan, Om 't menschdom van den dood te ontslaan, Wien 't was ten doel om Adams schuld. om Adams schuld. 4 Hy, die uit niet mede alles schiep, En in het eerste daglicht riep, Daalt uit het heilvol Hemelryk, Word nu zyn' schepselen gelyk, In 't nedrig kleed der sterflykheid der sterflykheid. 5. Nu kent de blydschap maat noch peil. De grondslag van ons eeuwig heil Is nu gelegd te Bethlehem. Verheft, ô menschen! uwe stem, Tot lof en dank aan d'Opperheer aan d'Opperheer. Vorige Volgende